In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Welkom bij de afsluitende Geschiedenisquiz!
Wie is de grootste geschiedeniskenner?
Slide 1 - Tekstslide
Oefenronde (bonusronde?) De Tijdvakken 1: Hoeveel tijdvakken zijn er?
A
Ontelbaar veel
B
8
C
3
D
10
Slide 2 - Quizvraag
We gaan beginnen
Slide 3 - Tekstslide
Ronde 1: De tijd van jagers en boeren 1: Wat is de andere naam voor deze periode?
A
Tijd van Grieken en Romeinen
B
Tijd van de hunebedbouwers
C
Prehistorie
D
Jager-verzamelaars
Slide 4 - Quizvraag
Ronde 1: Tijd van jagers en boeren.
2: Op welke afbeelding zien we jager-verzamelaars en op welke afbeelding zien we boeren?
Jager-verzamelaars
Boeren
Slide 5 - Sleepvraag
Ronde 1: Tijd van jagers en boeren. 3: Wat zijn de twee juiste gevolgen van de landbouwrevolutie?
A
Mensen gingen een nomadisch bestaan leiden
B
Mensen gingen op vaste plaatsen wonen.
C
Mensen wonen dichter op dieren; zo ontstonden nieuwe ziektes
D
Mensen stopten compleet met jagen.
Slide 6 - Quizvraag
Ronde 2: Tijd van Grieken en Romeinen 1: Wat zijn de kenmerken van een landbouw-stedelijke samenleving, zoals die ontstond bij de oude Grieken en Romeinen?
A
Meerderheid woont in steden en doet aan landbouw.
B
Meerderheid wonen op platteland en doet aan handel & nijverheid
C
Minderheid woont in steden, meesten doen aan handel & nijverheid
D
Meerderheid woont op platteland, minderheid doet aan handel & nijverheid
Slide 7 - Quizvraag
2: Tijd van Grieken en Romeinen 2: Wat is geen gezamenlijk kenmerk van de Grieks-Romeinse cultuur?
A
B
C
D
Slide 8 - Quizvraag
2: Tijd van Grieken en Romeinen 3: Het oude Griekenland was geen politieke eenheid. Welk begrip geeft daar GEEN verklaring voor?
A
Landschap
B
Poleis (meervoud van polis)
C
Verschillende talen en culturen
D
Zeeën
Slide 9 - Quizvraag
3: De Romeinen bouwden langs de grens van hun rijk verdedigingswerken, zoals hiernaast. Wat gebruiken de Romeinen NIET om hun rijk te verdedigen?
A
Het toestaan van meerdere geloven binnen het Romeinse rijk.
B
Gebruik maken van natuurlijke grenzen, zoals rivieren.
C
Forten met daarbij een legerkamp voor soldaten die de grens bewaken.
D
Het sluiten van bondgenootschappen met stammen in het grensgebied
Slide 10 - Quizvraag
3: Tijd van monniken en ridders 1: Van wanneer tot wanneer duurt de tijd van monniken en ridders en van welke periode is het een onderdeel?
A
500 - 1000, Middeleeuwen
B
500 - 1500, Oudheid
C
3500 v.C. - 500,
Middeleeuwen
D
500 - 1000, Oudheid
Slide 11 - Quizvraag
3: Tijd van monniken en ridders 2: De verspreiding van welke godsdienst zie je op de kaart hiernaast?
A
Jodendom
B
Christendom
C
Islam
D
Boeddhisme
Slide 12 - Quizvraag
3: De standensamenleving in de Middeleeuwen was opgedeeld in 3 standen. Sleep de juiste stand naar de bijbehorende afbeelding.
Geestelijkheid
Boeren
Adel
Slide 13 - Sleepvraag
4: Tijd van steden en staten 1: Welk logo hoort bij de tijd van steden en staten?
A
B
C
D
Slide 14 - Quizvraag
2: In dit tijdvak ontstaan er weer steden. Hieronder staan 4 oorzaken, zet die in de juiste volgorde. A: Er ontstaat een overschot aan voedsel B: Mensen blijven wonen bij markten; zo ontstaan steden C: Nieuwe uitvindingen en meer landbouwgrond D: Rondreizende handelaren kopen voedsel van boeren.
A
C - A - D - B
B
A - D - C - B
C
C - B - A - D
D
D - C - B - A
Slide 15 - Quizvraag
3: Welk kenmerkend aspect hoort bij de tijd van steden en staten?
A
Ontstaan van het hofstelsel; boeren wonen en werken op het domein van hun heer.
B
Steden worden minder machtig en afhankelijk van adel.
C
Het begin van staatsvorming en centralisatie; moderne Europese landen ontstaan
D
Er ontstaat weer een landbouwsamenleving in Europa.