Grip op geld niveau 4

GRIP OP GELD 
IN GESPREK OVER GELD
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

GRIP OP GELD 
IN GESPREK OVER GELD

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Weet jij hoeveel geld er elke maand bij je binnen komt en waar je het aan uitgeeft.
  • Ben je bekend met jouw maandbegroting en maak je slimme keuzes voor een financiele toekomst. 
Aan het eind van deze les:

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je al over geldzaken?
• Wat is jouw spaardoel?
• Hoe ziet jouw maandbegroting eruit?
• Hoe haalbaar is jouw spaardoel?
• Wie kan je helpen?
Ga naar https://scholieren.nibud.nl/geldtypetest/15-18-jaar/ en doe de geldtype test. 

• Bewaar de testuitslag! Deze hebt je straks nodig. Verwerk de uitslag in je portfolio!
WAT VOOR GELDTYPE BEN JE?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je verdiende loon!
Geld lijkt vaak maar een bedrag op je bankrekening. Toch gaat het om veel meer dan alleen cijfers.

Het geld dat je hebt, is het gevolg van keuzes. Niet alleen op je werk, maar ook in je uitgaven.
Voorbeeld: je salaris is een letterlijke beloning van al die keren dat je je bed uitkwam om te gaan werken. En het geld dat je overhoudt omdat je lunch meeneemt. In plaats van broodjes te kopen in de kantine. Ook dit zijn gevolgen van jouw keuzes.


Slide 4 - Tekstslide

Klopt dit beeld met de uitslag van de
gemaakte test?
Check uitslag test met begroting, wat valt op? 

Tekst
In gesprek over geld:
  1. Schrijf woorden op waaraan je denk bij geld.
  2. Wat is je eerste herinnering aan geld? Denk aan: iets waarvoor je als kind hebt gespaard, je eerste zakgeld, geld voor je rapport, etc.
  3. Noem een positieve ervaring met geld. Denk aan: een bijzondere aankoop, een ander geholpen, je eerste loonstrook, etc.
  4. Noem een negatieve ervaring met geld. Denk aan: een negatief saldo, geld verloren door een weddenschap, een verkeerde aankoop, etc.                                                                 Verwerk je opdracht in het portfolio

Slide 5 - Tekstslide

Klopt dit beeld met de uitslag van de
gemaakte test?
Check uitslag test met begroting, wat valt op? 

Tekst
Opdracht: 
Je hebt gekeken naar je eerste ervaringen met geld in het verleden. Tijd om vooruit te kijken.

Zet je financiële doelen op een post-it en plak ze op het bord:
Spaardoel komend jaar…
Denk aan: reizen, noodfonds, specifieke aankoop, etc.
Over vijf jaar…
Denk aan: een baan, huis, relatie, je levensstijl, etc.
Over dertig jaar…
Denk aan: vakantiehuisje, baan, relatie, gezondheid, financiën, persoonlijke droom of wens, etc.
Verwerk je opdracht in het portfolio 
Dit jaar Over vijf jaar Over 30 jaar 

Slide 6 - Tekstslide

Klopt dit beeld met de uitslag van de
gemaakte test?
Check uitslag test met begroting, wat valt op? 

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies


Opdracht

Maak een begroting en gebruik hierbij 
de begroting 
die je zojuist hebt gekregen Gebruik
evt. je bankieren app.

Slide 8 - Tekstslide

Klopt dit beeld met de uitslag van de
gemaakte test?
Check uitslag test met begroting, wat valt op? 






Slide 9 - Tekstslide

Netto loon/uitkering
Vakantiegeld
Zorgtoeslag
Huurtoeslag
Belastingteruggaaf


Snoep, eten en drinken
€ 0,-Kleding en schoenen
€ 0,-Persoonlijke verzorging / make-up
€ 0,-Sieraden en accessoires
€ 0,-Uitgaan, bioscoop
€ 0,-Dagje uit (bv. zwembad, dierentuin)
€ 0,-Spel(computer), games
€ 0,-Mobiele telefoon (verbruikskosten)
€ 0,-Schoolspullen en schoolboeken
€ 0,-Cadeaus
Budgetteren met de 50 - 30 - 20 regel
30% van uitgaven:
hobby's en extra’s. Maar alleen als je dit kunt missen t.o.v. van je vaste lasten, spaardoelen en eventuele schulden
50% van je uitgaven:
Vaste lasten en benodigdheden.
Daaronder vallen: huur, gas, water, licht, vervoer, verzekeringen, abonnementen en boodschappen.

20% van je uitgaven:
sparen.
Of 10% als de overige 10% naar het afbetalen van schulden gaat.

Slide 10 - Tekstslide

Klopt dit beeld met de uitslag van de
gemaakte test?
Check uitslag test met begroting, wat valt op? 

Kijk nog eens goed naar je inkomsten en uitgaven. 
Bekijk het voorbeeld en neem een A4. Herverdeel de categorieën volgens de 50-30-20-regel.
Maak een budget voor de komende maand. 
Stel een einddatum vast voor je spaardoel. 
Opdracht

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Wist je dat!
  • 50% van de nieuwe eerstejaars studenten geen idee heeft hoeveel hij/zij maandelijks te besteden heeft
  • 40% geeft zichzelf een onvoldoende als het gaat over hoe ze met geld omgaan
  • 33% van de studenten geeft aan meer te lenen dan ze nodig hebben
  • 20% ervaart een financieel probleem te hebben

DUS
  • Grip op geld is nodig om financieel redzaam te zijn
  • Besparen en slim omgaan met je geld is belangrijk

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Aan de slag
Dit is het einde van het klassicale deel 'Grip op Geld'.
Je weet hoeveel geld er binnenkomt en waar je het aan uitgeeft.
Je gaat nu zelfstandig verder met de opdrachten in teams. 


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

                                       Boete handheld telefoongebruik fiets






 

  

  

  

 

 

  

  

  

 

 

  

  

  

 

 

  

  

  

 

 

  

  

  

 

 

  

  

  

 

 

  

  

  

 

 

  

  

  



 



Geen
licht op fiets



Geen
verzekering



Boetebedrag




55,00




410,00



Administratiekosten




9,00




9,00



Aanmaningen




110,00




78,75



Totaal
na 3 mnd




174,00




497,75



Betekeningskosten




78,75




78,75



Incassokosten




40,00




185,85



Totaal
na +/- 4 mnd




309,29




762,35




Boete bedrag                   €  95,00
Admin. Kosten
                 €
    9,00
Aanmaningen
                  €  142,50 +
Bedrag na 3 mnd
             
€ 246,50
Incassokosten                  €    40,00

Betekeningskosten         €    80,24   +
Boete na 4 mnd               €  366,74

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies