In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
A 3 D
Welkom
Slide 1 - Tekstslide
10 minuten lezen
timer
10:00
Slide 2 - Tekstslide
Programma
Terugblik Personages en Tijd (huiswerkopdracht)
Uitleg perspectief
Vervolg De Tweeling met kijkopdracht
Slide 3 - Tekstslide
Lesdoel
Aan het eind van de les kun je het perspectief
bepalen in een verhaal
en weet je dus wie het verhaal vertelt
Slide 4 - Tekstslide
Doel verhaalanalyse?
Verhaal beter begrijpen vanuit verschillende aspecten
Ontdekken hoe de relatie is tussen personages
Begrijpen waarom zij doen wat ze doen, en hoe de karakters zich ontwikkelen
Ontdekken welke gebeurtenis tot een bepaalde situatie geleid heeft
Hoe spelen de gebeurtenissen in het verhaal een rol in de grote lijn, in het thema van het verhaal.
Slide 5 - Tekstslide
Wat gebeurt er bij een verhaal?
Er is een 'afspraak' of 'contract' tussen schrijver en lezer om in de verhaalwereld te stappen
De schrijver is NIET, ECHT NIET de verteller! Schrijver heeft een verteller gecreëerd.
Slide 6 - Tekstslide
De tweeling
Personage Anna?
Personage Lotte?
Tijdsverloop?
Welke begrippen m.b.t. tijd ben je tegengekomen in het boekje?
Slide 7 - Tekstslide
Perspectief
Vanuit wiens leven/gedachten lezen we het verhaal?
Let op, pag. 3: streep zinnen "Dit is bij verhaalanalyse....alwetende verteller" door
Slide 8 - Tekstslide
Perspectief
Ik-perspectief: ik-persoon vertelt het verhaal.
personaal perspectief: verhaal is vanuit een hij/zij-personage geschreven. Het lijkt of het verhaal 'vanzelf' verteld wordt, alsof er geen verteller is.
auctoriale of alwetende verteller: de verteller 'hangt boven het verhaal' en weet meer dan alle personages bij elkaar. Kan ieders gedachten lezen.
Slide 9 - Tekstslide
Betrouwbaarheid
bij ik-perspectief: onbetrouwbaar
bij personaal perspectief: onbetrouwbaar
bij meervoudig personaal perspectief: kans wordt groter dat je als lezer het 'ware plaatje' gepresenteerd krijgt
bij alwetende verteller: meest betrouwbaar (maar lezer kan altijd gemanipuleerd worden)
Slide 10 - Tekstslide
Opdracht
Lees de fragmenten. Na ieder fragment krijg je de vraag in welk perspectief het fragment is geschreven.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Perspectief?
A
Ik-verteller
B
Hij/zij-verteller
C
Alwetende verteller
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Perspectief?
A
Ik-verteller
B
Hij/zij-verteller
C
Alwetende verteller
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Perspectief?
A
Ik-verteller
B
Hij/zij-verteller
C
Alwetende verteller
Slide 17 - Quizvraag
Huiswerk
Lees paragraaf 3 Perspectief van boekje VA
Beschrijf vanuit wiens perspectief we het verhaal De Tweeling zien