Eerst theorie. Goed luisteren + aantekeningen maken. vraag? hand opsteken
Checkvragen maken
Opdrachten maken.
Controle & afsluiting
Slide 2 - Tekstslide
Theorie - de lichtsnelheid
De lichtsnelheid is eindig en constant
Foto's van hemellichamen (zoals sterren) geven dus een situatie uit het verleden
De lichtsnelheid is dus constant, maar is tijd wel constant??
vraag: hoe groot is de lichtsnelheid?
Slide 3 - Tekstslide
Tijdrek / tijd dilatatie
Een klok die beweegt (ten opzichte van ons), loopt langzamer dan een klok die niet beweegt.
Dit verschijnsel heet tijdrek. het is een relativitisch verschijnsel geformaliseerd door Einstein
Slide 4 - Tekstslide
Tijdrek berekenen
Δt=√1−(cv)2Δt,
β=cv
γ=√1−β21
De formule geldt voor een bewegend stelsel' (accent) gezien vanuit een stilstaand stelsel
tijdrek is alleen significant wanneer de snelheid de lichtsnelheid benadert
beta geeft de verhouding tussen de snelheid en de lichtsnelheid
gamma is de 'rekfactor'
voor de afleiding, zie blz 155 van het boek.
Slide 5 - Tekstslide
Opdracht
Maak: opdrachten 9, 10
Werkvorm: zelfstandig, tijd
Klaar? ....
Slide 6 - Tekstslide
Lengtekrimp
Lengtekrimp komt ook voor (net als tijdrek).
De lengte van een voorwerp, wanneer parallel aan de onderlinge snelheid tussen voorwerp en waarnemer, is hierdoor kleiner voor de waarnemer dan voor het voorwerp
l,=γl
Slide 7 - Tekstslide
Checkvragen
leg uit: wat is tijdrek en lengtekrimp?
wanneer merk je dit effect?
het accent teken '
wordt gebruikt voor....?
hoe groot is de gamma-factor als v = 0,001 c? en 0,1 c?
Slide 8 - Tekstslide
20.3 minkowskidiagram
doen we niet.
Slide 9 - Tekstslide
relativistische snelheden optellen
klassiek geldt: v1 + v2 = v3
Hiermee zou je sneller dan het licht kunnen gaan, bijvoorbeeld met een trein in een trein
dit is natuurkundig onmogelijk
De juiste formule(s) zijn:
w=1+c2uvu+v
kun je aantonen hoe w nooit groter kan zijn dan de lichtsnelheid (c) ?
wanneer u en v beide < c
βs=1+ββs,β+βs,
Slide 10 - Tekstslide
20.5 relativistische mechanica
doen we niet
Slide 11 - Tekstslide
20.6 het relativistische doppler effect
Het doppler-effect beschrijft hoe de freq/golflengte van golven verandert met een bewegende bron:
naar je toe: hogere frequentie, van je af: lagere frequentie
Met licht zien we rood- en blauwverschuiving
het relativistische doppler-effect omschrijft dit proces wanneer de bron met een zeer hoge snelheid beweegt
Slide 12 - Tekstslide
20.6 het relativistische doppler effect
Deze formule gebruik je wanneer de bronsnelheid dezelfde orde grootte heeft als de lichtsnelheid
als de bron de waarnemer nadert wordt β negatief
De relatieve roodverschuiving is dan:
λ=√1−β1+βλ,
Z=λ,λ−λ,=√1−β1+β−1
Slide 13 - Tekstslide
Overzicht opdrachten
20.2 - 9, 10, 13, 15
20.4 - 40, 41
20.6 - 57, 58
Toepassing: Opgave 3
Alle leerstof staat in deze lessonup. zie ook de powerpoint van meneer van Vugt, ook met extra materialen!