Schrijven les 4 enquete afnemen

Welkom bij de online les Nederlands:
Tip! Werk met een dubbel scherm! Split screen
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom bij de online les Nederlands:
Tip! Werk met een dubbel scherm! Split screen

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk: maak een enquête. 
  • Bedenk een onderwerp waar jij onderzoek naar wilt doen bij je klasgenoten.  
  • Bedenk drie gesloten vragen. Bedenk bij elke gesloten vraag passende antwoordmogelijkheden . 
  •  Bedenk drie open vragen.

Slide 2 - Tekstslide

Een enquête is een onderzoek dat je doet door aan een groep mensen steeds dezelfde vragen te stellen. 
Wat wil ik weten?
Wie zijn mijn publiek? 

Slide 3 - Tekstslide

Teams
De opdracht is te vinden in onze tegel van MS Teams. Onder het kopje opdrachten vind je deze opdracht. Maak de opdracht hierin en lever het ook hier in.

Slide 4 - Tekstslide

Controleer de enquêtevragen van je klasgenoot  

  • Bestaat de enquête uit drie gesloten vragen en drie open vragen? 
  • Zijn alle vragen duidelijk en kunnen ze niet verkeerd begrepen worden? 
  • Passen de antwoordmogelijkheden bij de gesloten vragen? 
Verbeter met elkaar jullie enquêtevragen indien nodig.

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht:

Je gaat een informerende tekst schrijven van minimaal 5 alinea's over jouw onderwerp. ( 1 inleiding, 3 of meer middenstuk, 1 slot/ conclusie) 
Je gebruikt daarbij de antwoorden op je eigen enquêtevragen.
Kies voor welk publiek je wilt schrijven. 

Slide 6 - Tekstslide

Enquête afnemen bij je klasgenoten

Slide 7 - Tekstslide

Aan het werk: 
Op welke manier ga je je tekst inleiden? Kies uit: 
A het onderwerp van de tekst noemen 
B een belangrijke vraag over het onderwerp stellen 
C een herkenbaar, opvallend of grappig verhaaltje vertellen

Slide 8 - Tekstslide

Inleiding
 
Noem de hoofdgedachte. 
Schrijf op over welke deelonderwerpen je in het middenstuk gaat vertellen.

Slide 9 - Tekstslide

Middenstuk
Behandel de antwoorden  op de enquêtevragen. 
Zorg ervoor dat elke alinea begint of eindigt met een kernzin. Noem daarin de hoofdzaak.  
Geef uitleg of voorbeelden in de overige zinnen. Dit zijn de bijzaken. 
Noem alleen feiten. 
Gebruik goede verwijswoorden.

Slide 10 - Tekstslide

Schrijf in het slot een conclusie. 
Herhaal de hoofdgedachte in andere woorden en gebruik het signaalwoord dus.

Slide 11 - Tekstslide

Zet een korte, duidelijke titel boven je tekst. 
Plaats twee tussenkopjes in het middenstuk.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide