10.2 Ruimtelijke bouw en 10.3 Esthers, aldehyden en ketonen
Vragen over opg. t/m 8?
Structuren
Lezen 10.2 (pag 94)
Practicum 1
Aan de slag!
10.2 Ruimtelijke bouw
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5
In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Vragen over opg. t/m 8?
Structuren
Lezen 10.2 (pag 94)
Practicum 1
Aan de slag!
10.2 Ruimtelijke bouw
Slide 1 - Tekstslide
Rozengeur
Met chromatografie en massaspectrometrie kan je de samenstelling van de rozenolie achterhalen.
Een van de belangrijke stoffen in die olie is citronellol.
Formule?
Slide 2 - Tekstslide
Hierboven staan de drie meest voorkomende ruimtelijke structuren rondom koolstofatomen (de lichtblauwe bolletjes) weergegeven. Welke van de drie structuren wordt gevormd rondom een C-atoom, hangt af van de aanwezigheid en soort van starre bindingen.
Slide 3 - Tekstslide
Moleculen van etheen (1), ethyn (2) en cyclohexaan (3) hebben starre bindingen. Deze bindingen zijn niet draaibaar.
Voorbeelden van starre bindingen zijn: dubbele binding, drievoudige binding en een ringstructuur.
molecuulbouw: starre bindingen
niet draaibaar!
Slide 4 - Tekstslide
Omringingsgetal 2
Bindingshoek 180 graden
Lineair
Voorbeelden: CO2, HCN
Slide 5 - Tekstslide
Omringingsgetal 3
Bindingshoek 120 graden
Trigonaal vlak
Voorbeelden: CO32-, SO3
Notie: in SO3 heeft S een uitgebreid octet.
Slide 6 - Tekstslide
Omringingsgetal 4
Bindingshoek ~109,5 graden
Tetraëder
Voorbeelden: CH4, NH3, H2O
Slide 7 - Tekstslide
Lees uit 10.2: cis-trans isomerie
Wat lees je erover?
Slide 8 - Tekstslide
Cis-trans-isomerie
Stereoisomeren: zelfde structuurformule maar ruimtelijk verschillend.
Twee voorwaarden:
1) Starre binding
2) 2 verschillende atomen of atoomgroepen aan atomen van de starre verbinding
Slide 9 - Tekstslide
Bij één van onderstaande stoffen is er sprake van cis/trans isomerie. Bij welke stof is dat?
timer
2:00
A
1,2-dichloorethyn
B
1,2-dichloorethaan
C
1,1-dichlooretheen
D
but-2-een
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
De geurstof geraniol komt in rozen voor. De moleculen hebben twee C=C bindingen (A en B). Bij welke van deze bindingen is er sprake van cis/trans isomerie?
timer
1:00
A
alleen bij A
B
alleen bij B
C
bij allebei
D
bij geen van beiden
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Voorbeelden cis/trans
Slide 14 - Tekstslide
Practicum: moleculen bouwen
Slide 15 - Tekstslide
Aan de slag
H: 17
B: 14 t/m 16, 18, 19, 21
V: 20
Slide 16 - Tekstslide
10.3 Ethers, aldehyden en ketonen
Slide 17 - Tekstslide
Planning
Nieuwe stoffen qua naamgeving!
Onderscheid tussen keton en aldehyde
Aan de slag met de structuurformules!!
Microvraag check.
Slide 18 - Tekstslide
Ethers / alkoxyalkanen
Bevatten een C-O-C groep (BiNaS -O-)
(zuurstof tussen twee koolstof in)
Slide 19 - Tekstslide
Naamgeving ethers
.
Langste keten zoeken = 2 --> ethaan
Aantal C's tellen aan de andere kant = 1 -> stam + oxy = methoxy
Aan elkaar plakken = methoxyethaan
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
.
2-methoxybutaan
Slide 22 - Tekstslide
Aldehyden / alkanal
Dubbelgebonden O op het begin/einde van een koolstof keten
CnH2n+1
Slide 23 - Tekstslide
Aldehyden / alkanal
.
Kijken naar de langste keten = 5 --> pentaan
laten eindigen op -AL --> pentanal
Slide 24 - Tekstslide
Keton / alkanon
Dubbel gebonden O ergens in het midden van de keten
Slide 25 - Tekstslide
Keton / alkanon
.
,
Tel de langste keten (4) - butaan
Laat eindigen op -ON
butanon
Waarom hier geen nummer?
Slide 26 - Tekstslide
keton / alkanon
.
Slide 27 - Tekstslide
keton / alkanon
.
Hexaan-2-on
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Aan de slag
H: 28
B: 25 t/m 27, 29, 30, 32, 33 en 34
V: 31
Slide 31 - Tekstslide
Microvraag
Leg uit op microniveau dat water een hoger kookpunt heeft dan ethoxyethaan (kookpunt in Binas 42B).
Deelvraag: structuurformule van ethoxyethaan is???
Slide 32 - Tekstslide
Antwoord microvraag
WaterMOLECULEN bevatten OH-groepen en ze kunnen dus onderling sterke waterstofbruggen vormen. EthoxyethaanMOLECULEN hebben geen OH en/of NH-groep en kunnen dus enkel zwakkere vanderwaalsbindingen vormen.
Dus is het kookpunt van water hoger dan van ethoxyethaan