In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
KCT taalcollege 4: woorden en betekenissen
woordenschat
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Hoe doe je dat?
Slide 3 - Tekstslide
Aan het eind van deze LessonUp weet je wat je voor Woordenschat moet doen en heb je ideeën hoe je dit kunt aanpakken
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Een vroeg verworven woord
Slide 6 - Woordweb
Een laat verworven woord
Slide 7 - Open vraag
Een frequent woord
Slide 8 - Woordweb
Een niet-frequent woord
Slide 9 - Woordweb
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
0. Selecteren
Beginsituatie: welke woorden zijn al bekend?
Doelwoorden kiezen
Doelwoorden clusteren
Doelwoorden eventueel verdelen over je lessen
Slide 15 - Tekstslide
Selecteer een set van vijf woorden passend bij je kunstles(sen)
Slide 16 - Open vraag
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Bekijk de Lesson Up
Wat is een woord
(huiswerkopdracht
achtergrond/theorie)
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Oja, weet je nog ......
Van der Nulft & Verhallen, 2011
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Tekstslide
Slide 35 - Tekstslide
Bekijk de Lesson Up
Viertakt
(huiswerkopdracht
achtergrond/theorie)
Slide 36 - Tekstslide
Uitgebreidere weblecture volgt hierover
Slide 37 - Tekstslide
Aan het einde van de (nog te plaatsen) weblecture weet je wat je kunt doen voor "Teksten schrijven" en heb je diverse ideeën hoe je dit kunt aanpakken met het Model van de Taalrondes voor :