§5 hoofd- en bijzaken les 3

Lesplanning

* stillezen in je leesboek (10)
* bespreken huiswerk (10)
* oefeningen (30)
* afsluiting (5)


Lesdoel

Aan het eind van de 
les kan/weet ik:
* de kernzin van een alinea vinden.
* hoofd- en bijzaken in een tekst vinden.


timer
10:00
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Lesplanning

* stillezen in je leesboek (10)
* bespreken huiswerk (10)
* oefeningen (30)
* afsluiting (5)


Lesdoel

Aan het eind van de 
les kan/weet ik:
* de kernzin van een alinea vinden.
* hoofd- en bijzaken in een tekst vinden.


timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Bespreken huiswerk
Meer dan lezen §5 opdracht 1 t/m 4
timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht 6 en 7
Opdracht 6: schrijf alle woorden over en zet de betekenis erachter. Weet je deze (nog) niet, dan lees je eerst tekst 4 en haal de betekenis uit de context.

Opdracht 7: Gebruik de theorie van blz. 33 om een schema te maken van tekst 4.

Klaar? Begin met het huiswerk van volgende week, §5 opdr. 8 en 9.

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk
Do 25-04:
§5 m. opdracht 8 en 9

Di 21-05:
Toets Meer dan lezen § 2 t/m §5

Slide 4 - Tekstslide

Afsluiting

Slide 5 - Tekstslide

Hoofdzaak of bijzaak?
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het juiste antwoord over hoofdzaken?
A
De hoofdzaken staan alleen in de inleiding.
B
De hoofdzaken staan alleen in het slot.
C
De hoofdzaken staan alleen in het middenstuk .
D
De hoofdzaken staan in de inleiding en in het slot.

Slide 7 - Quizvraag

Bijzaken zijn het tegenovergestelde van hoofdzaken.
Dit kunnen zijn (meerdere opties):
A
voorbeelden
B
belangrijke informatie
C
herhaling
D
uitleg

Slide 8 - Quizvraag

Ik kan nu de kernzin van een alinea vinden?
Ja, dat is makkelijk.
Meestal wel, maar nog niet altijd.
Eigenlijk niet, ik moet nog meer oefenen.

Slide 9 - Poll

Ik kan nu de hoofd- en bijzaken in een tekst vinden?
Ja, dat is makkelijk.
Meestal wel, maar nog niet altijd.
Eigenlijk niet, ik moet nog meer oefenen.

Slide 10 - Poll