Een slang in de straat.
Milka loopt naar de deur.
Ze ziet dat het haar buurman is.
De buurman zegt: Ik heb een probleem.
Milka begrijpt de buurman niet.
De slang is groot, lang en dik.
Houd de deuren en ramen dicht.
Milka vertelt het aan iedereen in huis.
Op straat lopen mensen met een zaklamp.
De slang zit in de speeltuin.
De buurman vangt de slang.