In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Vandaag
Het zenuwstelsel: bouw en functie
Zenuwcellen of neuronen en hun taken
Ruggenmerg en reflexen
Slide 1 - Tekstslide
Het zenuwstelsel
Slide 2 - Woordweb
Doelen
Je krijgt inzicht in de bouw en de functie van het zenuwstelsel
Je kunt verschillende zenuwcellen en hun taken benoemen
Slide 3 - Tekstslide
Wat is het zenuwstelsel
Motor lichaam
Coördineert handelingen
Stuurt spieren aan
Verwerkt prikkels
verwerkt emotionele en cognitieve processen
Slide 4 - Tekstslide
Hoe ziet het zenuwstelsel eruit?
Zenuwcellen:
behoren tot belangrijkste elementen zenuwstelsel
informatie en signaalverwekkers
zijn prikkelbaar
Neuronen
Slide 5 - Tekstslide
Zenuwstelsel opdeling
Centrale zenuwstelsel
Perifere zenuwstelsel
Autonome
Animale
Sympatisch en Parasympatisch
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Het perifere zenuwstelsel ligt binnen het centrale zenuwstelsel
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quizvraag
indeling zenuwstelsel
De hersenen en de ruggenmerg vormen het centrale deel.
Het centrale zenuwstelsel verbindt alle delen van het lichaam met elkaar
Het perifere deel is de verbinding tussen het centrale zenuwstelsel, de spieren, de zintuigen en organen.
Ruggenmerg: verbindingsweg voor zenuwimpulsen tussen hersenen en de zenuwencellen in rest van het lichaam
Slide 9 - Tekstslide
Het centrale zenuwstelsel
Hersenen en ruggenmerg
Hersenen vormen het waarnemende, aansturende, controlerende en informatie-verwerkende orgaan
Ruggenmerg: verbindingsweg voor zenuwimpulsen tussen hersenen en zenuwencellen in rest van het lichaam
Slide 10 - Tekstslide
Perifeer zenuwstelsel
Het perifere deel: ligt buiten het centrale zenuwstelsel
Verbinding tussen het centrale zenuwstelsel, de spieren, de zintuigen en organen
Bevat de zenuwen die van de hersenen en ruggenmerg naar de andere weefsels in het lichaam lopen en andersom
Slide 11 - Tekstslide
Taken van het perifere deel
Regelt dat wat niet geregeld vanuit het centrale zenuwstelsel
Zorgt ervoor dat:
signalen van het lichaam en de zintuigen bij de hersenen terecht komen en de commando's vanuit het centrale zenuwstelsel de omgekeerde weg af kunnen leggen
Slide 12 - Tekstslide
Het autonome zenuwstelsel
Regelt alle automatische functies (hartslag, bloeddruk etc.)
Geen controle over dit deel (onwillekeurig)
Stuurt: de gladde spieren, het hart en verschillende organen aan. Regelt het reilen en zeilen van het lichaam
Slide 13 - Tekstslide
Het animale deel
Het lichamelijke gedeelte van het perifere zenuwstelsel
Stuurt de skeletspieren aan
Hier hebben we wel controle over (willekeurig)
Hier zijn we niet altijd meer zo bewust van
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Tekst
Centrale zenuwstelsel
Perifere zenuwstesel
Autonome
hersenen
Ruggenmerg
sympatisch en parasympatisch
Animale
sensorisch en motorisch
Slide 16 - Sleepvraag
Neuronen
Motorische zenuwen: om informatie aan de spieren door te geven
Sensorische zenuwen: om zintuigelijke informatie aan de hersenen door te geven (kou, pijn etc.)
Schakelcellen
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
Slide 19 - Tekstslide
Een sensorisch neuron loopt van perifere zenuwstelsel naar het centrale zenuwstelsel
A
waar
B
niet waar
C
Beide
D
nee andersom
Slide 20 - Quizvraag
een prikkel van buiten af neem je waar door
A
zintuigen
B
zenuwcellen
C
hersenen
D
ruggenmerg
Slide 21 - Quizvraag
Prikkels worden overgebracht door elektrische stroom, een puls
A
Waar
B
Niet waar
Slide 22 - Quizvraag
Huiswerk
Leren: hoofdstuk 2 tot en met 2.5
Lezen: hoofdstuk 2.6 en 2.7 hersenschors ruggenmerg en reflexen