2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat

Pak je tekstboek en werkboek
wb 16-17 opdr. 1 t/m 3, 5,
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Pak je tekstboek en werkboek
wb 16-17 opdr. 1 t/m 3, 5,

Slide 1 - Tekstslide

2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat.

KA: - ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat.
- de vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur.

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie weet je:
  • hoe de klassieke cultuur van de Griekse stadstaten tot ontwikkeling kwam  
  • hoe Grieken dachten over burgerschap en politiek  
  • hoe het Griekse wetenschappelijk denken ontstond 

Slide 3 - Tekstslide

Met de uitvinding van het schrift begon de oudheid of de tijd van Grieken en Romeinen: tweede tijdvak (3000 v.C.-500 n.C.). 
Vanaf 850 v. C. opkomst Griekse stadstaten.

Slide 4 - Tekstslide

De Grieken:
  • leefden in een landbouwstedelijke samenleving met onafhankelijke stadstaten (polis) = stad met omringend platteland. Autarkisch (zelfvoorzienend) en autonoom (eigen bestuur en regels) 
  • hadden een bloeiende economie, daardoor snelle bevolkingsgroei. 
  • vertrokken per schip en stichtten langs Middellandse Zeekust koloniën. Door deze kolonisatie groeit de handel en welvaart. 




Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

De cultuur van Griekse stadstaten.
De antieke Grieken voelden zich met elkaar verbonden tegenover barbaren
de Griekse stadstaten voerden vaak onderling oorlog tot ze in 338 v.C. in één rijk kwamen.  Ze werden toen onderworpen door het koninkrijk Macedonië. 
 Alexander de Grote verspreidde de Griekse cultuur over een groot gebied. 
Na zijn dood heerste een Griekse elite over de inheemse bevolking in West-Azië en Egypte. 




Slide 9 - Tekstslide

wetenschappelijk denken
Grieken geloofden dat hun goden menselijke eigenschappen hadden, maar sommige  Griekse filosofen kregen het idee dat goden door mensen verzonnen waren.  Filosofen proberen de wereld te verklaren op een rationele manier.  
Ze gingen nadenken over abstracte begrippen en zochten naar wetmatigheden.
 
Wetenschap = opdoen van kennis/theorie op basis van experimenten, waarnemeningen en trekken van conclusies. Hieruit  ontstaan natuurwetenschap, wiskunde, geneeskunde, politiek enzovoort. 

 

Slide 10 - Tekstslide

Burgerschap en politiek
Iedere polis had zijn eigen staatsvorm:

  • Zo was er een erfelijke koning, een monarchie 
  • of uit edelen uit adellijke families, deze bestuursvorm heet aristocratie 
  • later maakten naast de edelen ook rijke handelaren deel uit van het bestuur, een oligarchie: regering van een kleine groep 
  • soms veroverde één edelman op onwettige manier alle macht, er ontstond een tirannie. 
  • uiteindelijk ontstond ook een democratie: een regering door de bevolking met burgerrechten.
 

Slide 11 - Tekstslide

Athene
In Athene werd in 507 v.C. de laatste tiran de stad uit gejaagd. Het werd een democratie, zelfs een directe democratie:  
  • burgers kozen geen volksvertegenwoordi-gers, maar mochten zelf stemmen en spreken in de volksvergadering.
  • Alleen autochtone vrije mannen hadden het burgerschap 
 
Denkers als Plato en Aristoteles noemden ook nadelen van de democratie
 

Slide 12 - Tekstslide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 13 - Open vraag

Begrippen uit deze les:
kolonie: plaats waar een groep mensen zich vestigen
kolonisatie: koloniën stichten.
klassiek: zo goed dat het wordt nagedaan. vormentaal: stijl, gebruikte vormen.
Zuilen: stenen palen.
antiek: uit de oudheid
barbaar: onbeschaafde vreemdeling
Inheems: autochtoon, oorspronkelijk 
politiek: betreft het bestuur
monarchie: staat met één vorst
adel (edelen): groep aanzienlijke personen met voorrechten in de samenleving
aristocratie: regering van een groep aanzienlijke mensen






Slide 14 - Tekstslide

Begrippen uit deze les:
tirannie: regering van een tiran, alleenheerser die met geweld de macht heeft gegrepen
democratie: (volksregering) bestuur waarbij het volk beslist
directe democratie: democratie waarin alle burgers over politieke besluiten beslissen
burger: inwoner met bepaalde rechten
autochtoon: oorspronkelijk bewoner
filosofie: 1 bij de Grieken: alle wetenschappen, 2 tegenwoordig: wijsbegeerte
wetenschap: systematisch onderzoek en de kennis die daardoor ontstaat.





Slide 15 - Tekstslide


Stel 1 vraag over iets dat je deze
les nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 16 - Open vraag

Wat is een polis?
A
Een Griekse provincie
B
Een Griekse stad buiten Griekenland
C
Een stad met een eigen bestuur
D
Een Griekse burger in de politiek

Slide 17 - Quizvraag

Wat betekent Klassiek
A
Grieks-Romeinse cultuur
B
Griekse cultuur
C
Romeinse cultuur
D
Egyptische cultuur

Slide 18 - Quizvraag


 Bekijk de bron.
De bron is een voorbeeld van:

A
Germaans-Romeinse cultuur
B
Romeinse cultuur
C
Grieks-Romeinse cultuur
D
Griekse cultuur

Slide 19 - Quizvraag

Koppel de bron met het juiste begrip.
Monarchie
Tyrannie
Aristocratie
Democratie

Slide 20 - Sleepvraag