H2.1 deel 2

VWO 4
2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat
Lesdoelen:
In deze paragraaf leer je:
- hoe de klassieke cultuur van de Griekse stadstaten tot ontwikkeling kwam.
- hoe Grieken dachten over burgerschap en politiek.
- hoe het Griekse wetenschappelijk denken ontstond.
KA: - ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat.
- de klassieke vormentaal van de GRieks-Romeinse cultuur.
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

VWO 4
2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat
Lesdoelen:
In deze paragraaf leer je:
- hoe de klassieke cultuur van de Griekse stadstaten tot ontwikkeling kwam.
- hoe Grieken dachten over burgerschap en politiek.
- hoe het Griekse wetenschappelijk denken ontstond.
KA: - ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat.
- de klassieke vormentaal van de GRieks-Romeinse cultuur.

Slide 1 - Tekstslide

2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat
De cultuur van de Griekse stadstaat
In de 5e eeuw v.C kwam de Griekse cultuur tot bloei, voornamelijk de wetenschap en de bouw- en beeldkunst.
--> Klassiek (Omdat de gedachten en vormen ervan later zo goed gevonden werden dat het werd nagedaan).

Beroemdste klassieke gebouw: Parthenon op de Akropolis van Athene.
(447 tot 437 v.C.) Zuilen in Dorische stijl en een strook met beeldhouwwerk: reliëf.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat
In het Parthenon stond het 11,5 meter hoge beeld van Athena.
In haar ene hand de Nike (overwinningsgodin) en in haar andere hand een lans met een slang.

Reconstructie van Athena in Nashville.
Ontwikkeling:
- beweging
- natuurgetrouw/ realistisch met gezichtsuitdrukkingen.
- gedetailleerd

Slide 4 - Tekstslide

2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat
Antieke Grieken <-- --> barbaren
Griekse stadstaten voerden vaak oorlog met elkaar. In 338 v.C werden 1 rijk (onderworpen koninkrijk Macedonië)

--> Griekse cultuur verder verspreidt. (Koning van Macedonië gaf zijn troonopvolger Alexander de Grote een Griekse opvoeding).
Alexander de Grote veroverde in de jaren 334-323 v.C met Griekse soldaten het Perzische rijk en Egypte.

--> Na de dood van Alexander de Grote viel zijn rijk uiteen. Deze nieuwe rijken werden door de Griekse elite bestuurd.
Alexander de Grote

Slide 5 - Tekstslide

2

Slide 6 - Video

01:57
Op welke manier kreeg Alexander de Grote een Griekse opvoeding?

Slide 7 - Open vraag

04:02
Hoe kan het dat de Griekse cultuur zo wijd verspreid werd?
A
Alexander de Grote had een grote fascinatie voor culturen. Hij wilde de Griekse, Perzische en Macedonische cultuur vermengen.
B
Alexander de Grote vond de Griekse cultuur superieur en legde dit aan alle onderworpen volkeren op.
C
Alexander de Grote wilde zijn leraar eren.
D
Alexander de Grote dacht dat het opleggen van de Griekse cultuur opstanden zou tegengaan.

Slide 8 - Quizvraag

2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat
Burgerschap en politiek
Doordat de poleis (stadstaten) onafhankelijk waren van elkaar. Hadden ze ieder hun eigen bestuursvorm:

De Griekse stadstaten werden in het begin geregeerd door aanzienlijke families of koningen. 
Monarchie: Polis met een erfelijke koning (alleenheerschappij)
Aristocratie: Bestuurssysteem waar een polis werd bestuurd door een groep aristocraten (regering van de besten), ontwikkelt zich naar groep v/d adel.

Slide 9 - Tekstslide

2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat
De rijkdom van de aristocraten was gebaseerd op grondbezit   --> verbetering economie --> nieuwe groep rijke handelaren  --> ontstaan oligarchie.
Oligarchie: bestuursvorm waarin een groep rijken regeert (regering van weinigen).

In sommige steden greep één edelman op een onwettige manier de macht. Proberen vaak de steun van het volk te krijgen om zich tegenover de edelen te kunnen handhaven.

Periander 627 v.C tiran van Korinthe

Slide 10 - Tekstslide

2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat
In Athene verjoeg de politicus Kleisthenes met steun van het volk de laatste tiran weg. In 507 v.C maakte hij van Athene een democratie.

De volksvergadering besliste over wetten, koos de bestuurders en controleerde hen. Autochtone vrije mannen mochten spreken en stemmen. Bij een besluit moesten minimaal 6000 man aanwezig zijn.
De democratie heeft bijna twee eeuwen stand gehouden.

De Agora, centrale plein in het midden van de stad waar de volksvergadering samen kwam.

Slide 11 - Tekstslide

2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat
De Atheense denker Socrates vond de democratie geen goed systeem. 
politici spreken volgens hem niet altijd de waarheid, omdat ze het volk naar de mond praatte.
Plato, de leerling van Socrates verafschuwde de democratie. De massa liet zich volgens hem leidden door emoties en hebzucht. Hij vond dat een elite van bekwame mensen de macht moesten hebben.
Aristoteles, de leerling van Plato, omschreef dat een goede regering zich aan de wet hield en het algemeen belang voorop stelde. Dat kon een monarchie, aristocratie of democratie zijn. Leiders mochten zich niet leiden door eigenbelang en willekeur.

Slide 12 - Tekstslide

2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat
Wetenschappelijk denken
De Grieken verklaarden de wereld met verhalen over goden. Deze goden waren bovennatuurlijk, maar hadden ook menselijke eigenschappen.

Griekse denkers kregen het idee dat goden menselijke verzinsels waren. Deze filosofen ontwikkelden rond de 6e eeuw v.C een rationele (alles met het verstand redeneren) manier van denken.
De Grieken maakten de wetenschap los van de praktijk (vuur maken, potten bakken etc.) Ze dachten na over abstracte begrippen zoals schoonheid, macht en zwaarte en wilden begrijpen hoe de werkelijkheid in elkaar zit.
Met abstracties zochten ze ook wetmatigheden: Pythagoras en Hippocrates.


Slide 13 - Tekstslide

2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat
Aan de slag!
Maak de gedeelde LessonUp af en maak de eindopdrachten via Teams.

Slide 14 - Tekstslide

2

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Leg a.d.h.v. Aristoteles uit dat Griekse filosofen gingen nadenken over abstracte begrippen.

Slide 17 - Open vraag

01:55
Waarom werd Socrates ook wel 'de horzel' genoemd?
A
Hij bleef vasthoudend bij het bestoken met vragen
B
Hij was een gerespecteerd bioloog
C
Door zijn fascinatie voor bijen en insecten
D
Hij maakte vaak een zoemend geluid

Slide 18 - Quizvraag

02:47
Socrates werd gezien als een gevaar. Waar werd hij van beschuldigd?

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Video

Maak de juiste combinaties.
Aristocratie
Monarchie
Tirannie
Democratie
Oligarchie
Alleenheerschappij dat bestuurt wordt door een erfelijke koning.
Bestuur door een kleine groep edelen.
'regering van de besten'
Bestuur waar één edelman op een onwettige manier de macht heeft gegrepen.
Bestuur waarbij het volk beslist.
Regering van een kleine groep. Edelen, maar ook rijke burgers zonder adellijke titel.

Slide 21 - Sleepvraag

Bekijk de bron. Noem klassieke bouwelementen die in de bron 3 te zien zijn.

Tempel van Aphaia op Aegina, 490 v.C (maguette)

Slide 22 - Open vraag

Bedenk en leg uit of de klassieke Griekse tempelbouw zich vooral kenmerkt door continuïteit of door verandering.

Slide 23 - Open vraag

Noem twee staatsvormen waarnaar wordt verwezen in de bron.

Slide 24 - Open vraag

Leg uit of het standpunt van de 'Pers' aansloot bij de opvattingen van Plato.

Slide 25 - Open vraag

Bedenk en leg uit welke bestuursvorm filosofen zoals Socrates, Plato en Aristoteles het beste vonden.

Slide 26 - Open vraag