Een bolle lens is in het midden dikker dan aan de buitenkant.
Met een lens kun je een beeld maken van de werkelijkheid.
Door het scherpstellen van een camera, zorg je voor een scherp beeld.
Evenwijdig betekent dat de afstand tussen de lijnen hetzelfde blijft.
In het brandpunt van een lens komen de lichtstralen samen.
De afstand van het brandpunt tot de lens is de brandpunts-afstand.
De afstand van een voorwerp tot de lens is de voorwerps-afstand.
De afstand van het beeld tot de lens is de beeld-afstand.
De hoofdas loopt midden door de lens.
Construeren doe je als je de lichtstralen door een lens tekent.
De onderdelen van je oog zijn: hoornvlies, pupil, iris, ooglens, glasachtig lichaam, netvlies, oogzenuw.
De pupil kan zich aanpassen aan licht en donker, hij wordt kleiner of groter.
Je ooglens kan bol of plat worden. Dat heet accommoderen.