4.1 leerdoelcheck en 4.2

Het gebied waar de klanten vandaan komen noem je
A
verzorgingsgebied
B
reikwijdte
C
drempelwaarde
1 / 20
volgende
Slide 1: Quizvraag
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Het gebied waar de klanten vandaan komen noem je
A
verzorgingsgebied
B
reikwijdte
C
drempelwaarde

Slide 1 - Quizvraag

Het minimale aantal klanten dat een voorziening nodig heeft om te kunnen bestaan noem je...
A
verzorgingsgebied
B
drempelwaarde
C
reikwijdte

Slide 2 - Quizvraag

de maximale afstand die mensen willen afleggen om gebruik te maken van een voorziening noem je...
A
verzorgingsgebied
B
drempelwaarde
C
reikwijdte

Slide 3 - Quizvraag

de krimpgebieden in NL

Slide 4 - Tekstslide

de krimpgebieden liggen voornamelijk aan de rand van Nederland
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

de krimpgebieden kenmerken zich door: veel vergrijzing en veel voorzieningen
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Video

1870 - 1960
1960 - 1980
vanaf 1980
urbanisatie
suburbanisatie
re-urbanisatie

Slide 8 - Sleepvraag

In de stad is de bevolkingsdichtheid hoger dan op het platteland
A
goed
B
fout

Slide 9 - Quizvraag

Natuurlijke bevolkingsgroei is geboorte - sterfte
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Sociale bevolkingsgroei heeft te maken met migratie
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Natuurlijke bevolkingsgroei
Sociale bevolkingsgroei
Geboorte - sterfte 
  • Geboorteoverschot
  • Sterfteoverschot
Immigratie - emigratie
  • Vestigingsoverschot
  • Vertrekoverschot

Slide 12 - Tekstslide

Bij een vestigingsoverschot is er sprake van een emigratie overschot
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quizvraag

een ander woord voor bevolkingspiramide is een leeftijdsgrafiek
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Als het aandeel jonge mensen in de bevolking sterk toeneemt is er sprake van ontgroening
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quizvraag

gastarbeiders kwamen rond 1965 naar Nederland
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Gastarbeiders kwamen vooral uit Turkije en Syrië
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Seizoensmigranten komen vooral uit Oost-Europa
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Remigratie is
A
een ander woord voor gezinshereniging
B
het verhuizen naar een ander land
C
het terugkeren van immigranten naar hun land van herkomst

Slide 19 - Quizvraag

4.1 leerdoelcheck 2

Slide 20 - Tekstslide