oefenen met CE-vragen

oefenen voor SE-5
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

oefenen voor SE-5

Slide 1 - Tekstslide

Archeologen vonden een stenen gewicht in de vorm van een kikker uit Babylonië (in het huidige Irak) van omstreeks 1800 voor Christus. Op het gewicht stond: "Kikker van tien minas, een wettig gewicht van de god Sjamasj". De mina (ongeveer 500 gram) werd gebruikt om graankorrels af te wegen.
De vondst van dit gewicht laat zien dat er in Babylonië in 1800 voor Christus aan een voorwaarde was voldaan voor het ontstaan van een vroeg-stedelijke samenleving.
Leg uit welke voorwaarde dit is.

Slide 2 - Open vraag

gebruik de bron
Een interpretatie:
De uitspraak van Perikles was politieke propaganda. Licht deze interpretatie toe door aan te geven:
 welke politieke boodschap Perikles wilde overbrengen aan de burgers
van Athene en
 welk doel hij daarmee wilde bereiken.

Slide 3 - Open vraag

Door de ondergang van het Romeinse Rijk stortte het economische systeem in West-Europa in. Met het hofstelsel paste West-Europa zich aan de nieuwe omstandigheden aan.
Leg dit uit.

Slide 4 - Open vraag

In de late middeleeuwen komt er meer geld in omloop. Leg uit welk gevolg dit had voor het hofstelsel.

Slide 5 - Open vraag

In 1122 kreeg de stad Utrecht het stadsrecht van de Duitse keizer. De burgers van de stad kregen daarin toestemming voor de instelling van een eigen rechtbank. De Utrechtse burgers hadden, vanwege de groei van de handel, aangedrongen op een eigen rechtspraak.

Leg uit dat de groei van de handel de eigen rechtspraak:
• noodzakelijk maakte,
• maar ook mogelijk maakte.

Slide 6 - Open vraag

Toon met de gebeurtenissen in de bron aan,
dat in de late middeleeuwen steden zelfstandiger zijn geworden;
het feodalisme zwakker is geworden én
geef hiervoor een verklaring.

Slide 7 - Open vraag

Welk van de volgende kenmerkende aspecten hoort niet bij het tijdvak steden en staten?
A
opkomst van handel en ontstaan van steden
B
opkomst van stedelijke burgerij
C
begin van staatsvorming en centralisatie
D
begin van overzeese expansie

Slide 8 - Quizvraag

steden en staten 
Ontdekkers en hervormers
regenten en vorsten
Sleep kenmerkende aspecten naar het juiste tijdvak.
Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van de Nederlandse staat.
Het streven van vorsten naar absolute macht.
Het begin van staatsvorming en centralisatie.
De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in Europa tot gevolg had.
De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden.

Slide 9 - Sleepvraag

Hessel Gerritszoon werd in 1617 als eerste benoemd tot officiële cartograaf van de VOC. Alle kapiteins van de VOC moesten na een reis verplicht hun logboeken en kaarten bij hem inleveren. Hessel Gerritszoon paste de kaarten aan, waarna ze bij een volgende VOC-reis weer werden meegegeven.
Leg uit dat de verplichting om kaarten en logboeken in te leveren de ontwikkeling van wereldwijde handelscontacten voor de VOC bevorderde.

Slide 10 - Open vraag

Gebruik de bron.
Het werk van Montchrestien paste bij economische en politieke ontwikkelingen in Frankrijk op dat moment.
Toon dit aan door, telkens met een gegeven:
− uit te leggen voor welk nieuw economisch beleid Montchrestien pleitte en
− aan te geven welk politiek streven van de Franse koning Montchrestien steunde.
Let op: je mag een gegeven maar één keer gebruiken.

Slide 11 - Open vraag

Noem het kenmerkend aspect dat bij volkssoevereiniteit past?

Slide 12 - Open vraag

Ik raad mijn zoon aan, als hij het ongeluk heeft koning te worden, eraan te denken dat hij zich helemaal moet wijden aan het geluk van zijn medeburgers. Dat hij elke haat moet vergeten en elk gevoel dat verband houdt met het kwaad en het verdriet dat ik onderga. Dat hij het geluk van de volken enkel na kan streven door volgens de wetten te regeren, maar dat tegelijkertijd een koning enkel gerespecteerd wordt, en het goede kan doen dat zijn hart ingeeft, zolang hij maar de nodige autoriteit heeft. En dat hij anders, als hij beperkt wordt in zijn acties en nauwelijks respect weet af te dwingen, eerder nutteloos en een ergernis is dan nuttig. Welk kenmerkend aspect past bij deze tekst?

Slide 13 - Open vraag

Noem het kenmerkend aspect dat bij Locke en Rousseau past?
A
Rationeel optimisme en 'verlicht denken' dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.
B
Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme).
C
Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme.
D
De democratische revoluties in de westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.

Slide 14 - Quizvraag

Lees en kijk naar de bron. Leg uit dat de bron een voorbeeld is van verlicht absolutisme

Slide 15 - Open vraag

Gebruik bron 6.
Pétion de Villeneuve baseert zich op verlichte denkbeelden.
Licht met een argument van Pétion de Villeneuve tegen de doodstraf toe op welk uitgangspunt van het verlichte denken hij zich baseert.

Slide 16 - Open vraag

Gebruik de bron
Een bewering:
De Bill of Rights sluit aan bij de opvattingen van John Locke over het sociaal contract.
Leg uit of deze bewering juist is.

Slide 17 - Open vraag

verplichte jaartallen
1789
1650
1776
1799
1815
1848
Grondwet Thorbecke
ontstaan verlicht denken
onafhankelijk-
heids-
verklaring
Congres van Wenen
staatsgreep Napoleon
begin Franse Revolutie

Slide 18 - Sleepvraag