Herhalen + oefenen so

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Herhaling:

• onderwerp en  hoofdgedachte;
• herhaling tekstdoelen en tekstsoorten;
• moeilijke woorden

Lesdoelen:

• Je kunt leesstrategieën gebruiken
• Je kunt het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst bepalen
• Je kent de tekstdoelen

Wat doe je als je in een folder de openingstijden van een dierentuin zoekt?

1. de hele tekst precies lezen
2. zoekend lezen
3. oriënterend lezen
4. globaal lezen

§ 2 Onderwerp en hoofdgedachte

Je kunt het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst bepalen.

Het onderwerp van een tekst

• Iedere tekst gaat ergens over. Je begrijpt een tekst beter als je weet wat het onderwerp is.

1. Lees de tekst oriënterend
2. Stel je jezelf de vraag: Waar gaat deze tekst over?
3. Het onderwerp schrijf je zo kort en precies mogelijk op (geen hele zin maar een paar woorden)

Wat is het onderwerp van deze tekst?

In het schooljaar 2019-2020 gingen de centrale examens niet door vanwege Corona. Veel leerlingen vonden dit erg jammer. Ze hadden graag willen ervaren hoe het zou zijn om samen in een gymzaal de examens te moeten maken. Nu er geen examens zijn gemaakt, weten de leerlingen ook niet of ze ooit officieel geslaagd zouden zijn. Hopelijk gaan dit schooljaar de examens wel weer gewoon door.

Hoofdgedachte

• De hoofdgedachte is een volledige zin die het belangrijkste samenvat wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt.

1. Lees de tekst precies
2. Staat de hoofdgedachte in de inleiding of het slot? Daar staat de hoofdgedachte soms letterlijk in de tekst. 
3. Zo niet, vraag je dan af: Wat is het belangrijkste dat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt? (en stel de hoofdgedachte zelf samen).

De hoofdgedachte...

1. staat altijd in de inleiding.
2. staat altijd in het slot.
3. moet je altijd zelf bedenken.
4. staat vaak in de inleiding of het slot.

Wat is de hoofdgedachte?

1. Man vindt vogelspin in fruit, dit is vrij uniek.
2. Arnhemmer Bart van den Akker houdt van druiven.
3. Albert Heijn vindt de vondst van een vogelspin uitzonderlijk.
4. De vrouw van Bart van den Akker koopt druiven.

§3 Tekstdoelen en tekstsoorten

Je kent de tekstdoelen.

Vermeld hier de tekstdoelen die je weet.

Wat is het doel van dit recept?

1. Informeren
2. activeren
3. Amuseren
4. Instrueren/uitleg geven

Wat is het doel van dit aanplakbiljet?

1. Informeren
2. activeren
3. Amuseren
4. Instrueren

Tekstdoelen

Een nieuwsbericht heeft als tekstdoel:

1. informeren
2. overtuigen
3. activeren
4. amuseren

Tekstdoelen

Een reclametekst heeft als tekstdoel:

1. Informeren
2. Overtuigen
3. Activeren

Hij schrijft een recensie in de krant.
Wat betekent recensie?

1. vraag over een film of een boek.
2. interview over een film of een boek
3. mening over een film of een boek

Wat betekent het als je een hanenpotenhandschrift hebt?

1. Je schrijft heel netjes.
2. Je schrijft zo slordig dat je het bijna niet kan lezen.
3. Je schrijft een beetje slordig.

De dokter onderzoekt de zwangere vrouw en doet prenataal onderzoek.
Wat betekent prenataal onderzoek?

1. onderzoek voor de geboorte van een baby
2. onderzoek na de geboorte van een baby
3. onderzoek tijdens de geboorte van een baby

Ze dragen genderneutrale kleding. Wat is genderneutraal?

1. Kleding voor jongens of meisjes
2. Kleding alleen voor meisjes.
3. Kleding voor alleen jongens.
4. Kleding voor jongens en meisjes.

Lesdoelen gehaald?:

• Je kunt leesstrategieën gebruiken
• Je kunt het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst bepalen
• Je kent de tekstdoelen;
• Je hebt moeilijke woorden geleerd.