* Je leert wat communicatie is.
* Je leert waarom je een tekst leest. (tekstdoel)
* Je leert wat voor tekst je leest. (tekstsoort)
* Je leert informatie zoeken in een tekst (gericht zoeken)
* Je kan de betekenis van een woord vinden in de context van de tekst. (betekenis in context)
* Je gaat leren om informatie mooi in een schema te zetten. (schema)
* Je leert hoe een tekst eruit ziet. (tekststructuur- en opmaak)