Communicatieschema

Communicatieschema
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Communicatieschema

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Tekstslide

Welke component uit het communicatiemodel?

Rayan BELT naar Vincenzo om te vragen
of ze gaan voetballen.
A
ontvanger
B
zender
C
boodschap
D
kanaal

Slide 4 - Quizvraag

Welke component uit het communicatiemodel?

Dieuwke mailt naar MEVROUW DE MOL
om extra uitleg te krijgen.
A
ontvanger
B
zender
C
boodschap
D
kanaal

Slide 5 - Quizvraag

Welke component uit het communicatiemodel?

Arvid fluistert in de les OF HIJ NAAR TOILET MAG.
A
ontvanger
B
zender
C
boodschap
D
kanaal

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Oefenen, oefenen, oefenen: maak oefeningen p.  49-51 in je boek.

Slide 9 - Tekstslide

Even herhalen

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Wat is 'het kanaal' in het communicatiemodel?
A
Het middel waarmee de boodschap wordt overgebracht.
B
De luisteraar, lezer... voor wie de boodschap bedoeld is.
C
De bedoeling van de zender, de reden waarom de zender de boodschap heeft verzonden.
D
De informatie die de zender doorgeeft aan de ontvanger.

Slide 12 - Quizvraag

Volgens het communicatiemodel begint communicatie bij:
A
de boodschap
B
de zender
C
de ontvanger
D
het medium

Slide 13 - Quizvraag

Ontvanger

Zender
Boodschap
Kanaal
Diegene die de boodschap ontvangt. Dit is dus de luisteraar, de lezer, de kijker....
Degene die spreekt, schrijft, tekent... en hierbij een boodschap verstuurt.
Tekst

Slide 14 - Sleepvraag