Fin.1 H3.1 Kengetallen omzet

Omzet kengetallen
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
financieel 1MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Omzet kengetallen

Slide 1 - Tekstslide

Agenda
  • Wat hebben we gehad?
  • Lesdoel
  • Kengellen van de omzet
  • Opgaven maken
  • Nakijken
  • Wat hebben we geleerd?

Slide 2 - Tekstslide

Links, bezittingen                               rechts: hoe betaald (met eigen    +                                                                      of vreemd vermogen)

Slide 3 - Tekstslide

Debet
Credit
Balans
Bank
4% Hypothecaire lening
Debiteuren
Crediteuren
Gebouw
Eigen vermogen

Slide 4 - Sleepvraag

De brutowinstmarge wordt berekend als percentage van de ...
A
inkoopprijs
B
bedrijfskosten
C
verkoopprijs
D
consumentenprijs

Slide 5 - Quizvraag

De ondernemer berekent een brutowinstmarge van 40%. De inkoopprijs van het te verkopen product bedraagt 60,-. Hoeveel is de brutowinst?
A
40
B
50
C
100
D
Geen van deze antwoorden zijn correct

Slide 6 - Quizvraag

Verkoopprijs is 100%
Inkoopprijs is 100%
Jan doet 15% brutowinst bovenop zijn inkoopprijs
15 % van de verkoopprijs is brutowinst
Jan heeft een winstopslag van 50%
50% van der verkoopprijs is brutowinst

Slide 7 - Sleepvraag

Inkoopprijs 65% + brutowinst 35% = verkoopprijs 100%
Brutowinstmarge
Inkoopprijs  100% +Brutowinst  30% = verkoopprijs 130%
Brutowinstopslagmethode

Slide 8 - Sleepvraag

omzet
verkoopprijs
nettowinst
brutowinst
consumentenprijs
afzet × verkoopprijs =
inkoopprijs + brutowinstmarge
verkoopprijs + btw
omzet  – inkoopprijs
brutowinst – bedrijfskosten

Slide 9 - Sleepvraag

1. Omzet = afzet x 
2. Omzet -                                 = brutowinst
3. Brutowinst -                                  = nettowinst


  
bedrijfskosten
verkoopprijs
inkoopwaarde
netto
bruto

Slide 10 - Sleepvraag

Lesdoel
Na vandaag kan weet ik hoe ik moet omgaan met kengetallen over de omzet en kan ik er 2 berekenen. 

Slide 11 - Tekstslide

Omzetkengetallen

Veelgebruikte omzetkengetallen in de retail:
  • Omzet per vierkante meter winkelvloeroppervlakte
  • Omzet per fulltimemedewerker of per gewerkt uur

Slide 12 - Tekstslide

Vloeroppervlak


Jeroen is filiaalhouder van een sportwinkel in een middelgrote plaats. De winkel heeft een oppervlakte van 200 m2. Hij draait een jaarlijkse omzet van rond de € 450.000.
450.000 : 200 =   € 2.250.

Waarom zou ik dit willen weten?

Slide 13 - Tekstslide

Vloeroppervlak
450.000 : 200 =   € 2.250. per m2

Gemiddeld in de branche is er een omzet van € 1.728.
Dus in vergelijking met de concurrent doet hij het goed. 

Slide 14 - Tekstslide

Omzet per fte/ per uur?


Wat is een fte? full time-equivalent 

Slide 15 - Tekstslide

voorbeeld
Een sportwinkel heeft vier mensen in dienst. Ze werken respectievelijk 32 uur, 28 uur, 40 uur en 16 uur per week. De werknemers werken 46 weken per jaar (6 vakantieweken). De omzet is € 493.785. Wat is de omzet per fte?
  • (32+28+40+16=)116 /40 = 2.9 fte
  • Omzet per fte = € 493.785 / 2,9 = € 170.270,69.
  • Omzet per gewerkt uur = € 493.785 / 5.336 = € 92,54.
  • (116 x 46 weken = 5.336)

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag

Maken opgaven 2 tot en met 6.
15 minuten, dan 1e nakijken
Ben je klaar? Lees de paragraaf door een maak een samenvatting. 
 
timer
15:00

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 2

Slide 18 - Tekstslide

.



  • De streefomzet is: € 135.000 / 30 m2 WVO = € 4.500 per m2 WVO.

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht 2 c
Samir heeft een winkel met 30 m2 vloeroppervlakte en € 135.000 als gewenste omzet.
Samir werkt in de winkel samen met een collega, beiden werken fulltime.
Wat is de streefomzet per fte?

  • € 135.000 / 2 fte = € 67.500 per fte




Slide 20 - Tekstslide

Opdracht 2 , d en e
Latoya heeft een winkel van 150 m2 waar ze met 5 fte’s werkt.
De omzet in het afgelopen jaar was € 783.896.
Bereken de omzet per m2 WVO. Rond af op hele euro’s.

  • € 783.896 / 150 = € 5.226

Bereken de omzet per fte. Rond af op hele euro’s.
  • € 783.896 / 5 = € 156.779

Slide 21 - Tekstslide

Wat is géén kengetal?
A
Dagomzet per FTE
B
Omzet per euro loon
C
totale winst
D
kosten per fte per dag

Slide 22 - Quizvraag

Totaal 1030 m2. Kantoor en magazijn is 180 m2. De omzet is € 1.800.000,=. Wat is de omzet per m2 WVO?
A
€ 1747,57
B
€ 10.000,00
C
€ 2117,65
D
€ 1487,60

Slide 23 - Quizvraag

Omzet per FTE
Omzet € 24.000 / 6 medewerkers, waarvan er 5 voor 80% werken.
A
€ 4.000
B
0,021%
C
€ 4.800
D
0,025%

Slide 24 - Quizvraag

Einde Evaluatie van de les
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

huiswerk opdracht 2 t/m 6 H3

Slide 26 - Tekstslide