In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Wat vooraf ging:
Hoofdstuk 1: Introductie
Omzet
Kosten
Exploitatieoverzicht
De balans
Vragen?
Slide 1 - Tekstslide
Wat vooraf ging:
Hoofdstuk 2: Resultaten
Winst berekenen
Brutowinstmarge
Brutowinstpercentage
Bedrijfsresultaat
Economisch resultaat
Fiscale winst
Vragen?
Slide 2 - Tekstslide
Dan nu verder met de nieuwe stof:
Hoofdstuk 3:
- Omzetkengetallen
- Voorraadkengetallen
Slide 3 - Tekstslide
Kengetallen
Kengetallen zijn getallen die de verhouding van bepaalde financiële cijfers aangeven, waarmee je de gezondheid van je onderneming kan vergelijken met het verleden, of met andere ondernemingen.
Slide 4 - Tekstslide
Omzetkengetallen:
- omzet per m2 winkelvloeroppervlakte (WVO)
- omzet per fulltime medewerker
- omzet per gewerkt uur
Slide 5 - Tekstslide
Omzet per m2 winkelvloeroppervlakte (WVO)
Omzet per m2 wvo = omzet in een periode (€)
aantal m2 winkelvloeroppervlakte
Slide 6 - Tekstslide
omzet per fulltime medewerker: (fte)
Omzet per fte = omzet in een periode (€)
aantal fte's werkzaam in deze periode
Slide 7 - Tekstslide
Fred heeft 9 mensen in dienst. 3 werken er fulltime. Vier werknemers werken voor 0,6 fte. De overige werknemers werken voor 0,3 fte. De omzet is nog steeds € 378.000,- Bereken de omzet per fte
Slide 8 - Open vraag
omzet per gewerkt uur
omzet per gewerkt uur: omzet in een periode (€)
aantal gewerkte uren in een periode
Slide 9 - Tekstslide
Nu zelf aan de slag!
Jullie gaan maken vraag 1 t/m 8 van hoofdstuk 3.1
timer
20:00
Slide 10 - Tekstslide
3.2: Voorraadkengetallen
- Gemiddelde voorraad
- Omzetsnelheid
- Omzetduur
- Voorraadefficiency
*hoe hoger de omzetsnelheid, hoe lager de omzetduur en omgekeerd!
Slide 11 - Tekstslide
Gemiddelde voorraad
Hoeveel producten heb je gemiddeld op voorraad liggen?
- in stuks
- tegen inkoopwaarde
- tegen verkoopwaarde
- tegen consumentenwaarde
Slide 12 - Tekstslide
Gemiddelde Voorraad
de voorraad die gemiddeld in het magazijn aanwezig is. Dit kan uitgedrukt worden in aantal en in (geld)waarde
Formule:
Beginvoorraad + eindvoorraad
2
Slide 13 - Tekstslide
In een magazijn ligt op 1 januari een voorraad van 1200 stuks. Op 31 december liggen er van hetzelfde product 900 stuks op voorraad. Hoeveel is de gemiddelde voorraad?
Slide 14 - Open vraag
In een magazijn ligt op 1 januari een voorraad van € 5000,-. Op 31 december ligt er van hetzelfde product € 7500,- op voorraad. Hoeveel is de gemiddelde voorraad?
Slide 15 - Open vraag
Gemiddelde voorraad
Je kunt ook de gemiddelde voorraad berekenen als je op meer momenten de voorraad geinventariseerd hebt.
Formule:
1/2 x beginvoorraad + tussenliggende voorraad + 1/2 x eindvoorraad
(aantal metingen - 1)
Slide 16 - Tekstslide
Voorbeeldsom:
Bereken de gemiddelde voorraad:
Slide 17 - Tekstslide
Voorbeeldsom:
Bereken de gemiddelde voorraad
Uitwerking Manier 1:
Slide 18 - Tekstslide
Voorbeeldsom:
Bereken de gemiddelde voorraad
Uitwerking Manier 2:
Slide 19 - Tekstslide
Omzetsnelheid
De omzetsnelheid is een kengetal dat uitdrukt hoe vaak de gemiddelde voorraad in een periode verkocht wordt.
Slide 20 - Tekstslide
Omzetsnelheid
berekend vanuit:
inkoopwaarde vd omzet
gem. voorraad tegen inkoopwaarde
omzet
gem. voorraad tegen verkoopwaarde
consumentenprijs
gem.voorraad tegen consumentenwaarde
Slide 21 - Tekstslide
omzetsnelheid in stuks (omloopsnelheid)
Afzet in stuks
gemiddelde voorraad in stuks
Slide 22 - Tekstslide
een onderneming heeft een gemiddelde voorraad van €138.000,- De gemiddelde inkoopprijs is €12,- Er zijn in totaal 95.450 artikelen verkocht. Bereken de omzetsnelheid
A
8,3
B
1,4
C
0,7
D
7,9
Slide 23 - Quizvraag
Omzetduur
De omzetduur is het kengetal die aangeeft hoeveel dagen je er over gedaan hebt om de gemiddelde voorraad één keer te verkopen.
Slide 24 - Tekstslide
Omzetduur
360 (of 365)
omzetsnelheid
360 staat voor het aantal dagen in een jaar.
(30 per maand x 12 = 360)
Het antwoord wordt ALTIJD afgerond NAAR BOVEN!!!
Slide 25 - Tekstslide
De gemiddelde voorraad is €25.000,- de IWO was €400.000,- Bereken de omzetduur. (jaar = 360 dagen)
Slide 26 - Open vraag
Voorraadefficiency
Voorraadefficiency geeft aan hoeveel BRUTOwinst je maakt per geïnvesteerde euro in de voorraad.
Slide 27 - Tekstslide
Voorraadefficiency
brutowinst
gemiddelde voorraad tegen inkoopwaarde
Slide 28 - Tekstslide
Voorraadefficiency
Je kunt dit uitrekenen:
- per product
- per productgroep
- het hele assortiment
Het is goed om dit te weten zodat je kritisch naar het assortiment kunt kijken!