Beeldspraak, stijlfiguren + woordenschat

Nederlands
HA/AT31
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands
HA/AT31

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
- 10 minuten lezen
- Woordenschat H4
- Opdracht Songtekst
- Betoog afmaken

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel:
-Je kunt pleonasmen en tautologieën herkennen, begrijpen en gebruiken.

Slide 3 - Tekstslide



Je ziet hier een ronde cirkel.


Ze zijn bedroeft en verdrietig.

Slide 4 - Tekstslide

Pleonasme en tautologie
Pleonasme: als je een eigenschap van een zaak of persoon nog eens uitdrukkelijk omschrijft door toevoeging van een ander woord.
Tautologie: twee woorden van dezelfde woordsoort die hetzelfde betekenen. 

Slide 5 - Tekstslide

Pleonasme
- Goudgele boterbloemen
- Die witte sneeuw is prachtig!


Slide 6 - Tekstslide

Tautologie
- We hebben verschillende soorten thee zoals bijvoorbeeld muntthee, gemberthee en groene thee.
- Voordat de trein vertrekt, controleert de machinist eerst of alle deuren gesloten zijn.

Slide 7 - Tekstslide

Contaminatie
- Twee woorden of uitdrukkingen worden verkeerd gecombineerd.
Vb: zich beseffen. (zich realiseren, beseffen)
mond-op-mondreclame
De oorzaak van de storing is te wijten aan slordigheid.
Zij beseft zich niet wat de gevolgen zijn van haar actie.

Slide 8 - Tekstslide

'Wat is het toch heet', zei Jeffrey tegen
Freek, 'heb je zin in een lekker koud ijsje?',
A
Tautologie
B
Pleonasme
C
Contaminatie

Slide 9 - Quizvraag

BEELDSPRAAK

vergelijking, metafoor, personificatie, metonymie
STIJLFIGUREN

herhaling, tegenstelling, opsomming, hyperbool, understatement, eufemisme, pleonasme, tautologie

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht songtekst
Maak deze opdracht in tweetallen

Slide 11 - Tekstslide