Woordenschat-H.4-Pleonasme/tautologie-havo3

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?


Oftewel, wat is het doel van deze les?


Na deze les kun je pleonasmen en tautologieën herkennen,begrijpen en gebruiken.








1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?


Oftewel, wat is het doel van deze les?


Na deze les kun je pleonasmen en tautologieën herkennen,begrijpen en gebruiken.








Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Als je een eigenschap van een zaak of persoon nog eens uitdrukkelijk omschrijft door toevoeging van een ander woord, noem je dat een pleonasme: een ronde cirkel (een cirkel is altijd rond) of opnieuw herbouwen (‘herbouwen’ is al ‘opnieuw bouwen’). 

Slide 3 - Tekstslide

Let op: soms wordt een pleonasme gebruikt om een tekst te verfraaien, bijvoorbeeld in verwoestende wapens of goudgele boterbloemen en knalrode klaprozen, maar meestal is een pleonasme een stijlfout.

Slide 4 - Tekstslide

Veelvoorkomende uitdrukkingen, die eigenlijk pleonasmen zijn:
Grote reus
Gratis cadeau
Nog eens herhalen
Weer hervatten
Vieze stank

Slide 5 - Tekstslide

Een tautologie bestaat uit twee woorden van dezelfde woordsoort die hetzelfde betekenen: bedroefd en verdrietig. Combinaties als enkel en alleen, nooit ofte nimmer, schots en scheef zijn correct, omdat ze bewust gebruikt worden als stijlfiguur om ergens nadruk op te leggen.

Slide 6 - Tekstslide

Nog enkele voorbeelden van veel voorkomende, geaccepteerde tautologieën:
Never nooit (niet)
Pracht en praal
Vast en zeker 
éen en hetzelfde 
Leugen en bedrog

Slide 7 - Tekstslide

Een tautologie is een combinatie van woorden die hetzelfde uitdrukken. 
Het zijn twee woorden van dezelfde woordsoort, bijvoorbeeld twee bijvoeglijk naamwoorden, twee zelfstandig naamwoorden of twee bijwoorden

Tussen de woorden in staat meestal een voegwoord, zoals en of of. Je kunt hierbij denken aan verheugd en blij.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

Waar zit precies het verschil bij een pleonasme en tautologie?
Het verschil zit hem dus in de woordsoorten. Bij een pleonasme is er sprake van twee verschillende woordsoorten, waarbij het ene woord iets uitdrukt wat al in het andere woord besloten ligt. Bij een tautologie wordt hetzelfde gezegd met twee verschillende woorden van dezelfde woordsoort.

Slide 10 - Tekstslide

 Het zijn dus allebei gevallen van ‘twee keer hetzelfde zeggen’. Als dat bewust en met een reden gebeurt, vallen pleonasmen en tautologieën onder de stijlfiguren. Als het overbodig is om twee keer hetzelfde uit te drukken, kun je van stijlfouten spreken.

Slide 11 - Tekstslide

Gebruik voor het maken van de opdrachten de theorie van blz.126 
Maken:
Woordenschat H. 4-blz.126
Startopdr.+ opdr. 1 t/m 5


Snel klaar? 
Je leest verder in je boek 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Slide 14 - Link