In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Op je tafel
Schrift
Boek
Pen
Laptop
In je tas of weg
Jas
Telefoon
Oortjes
Kauwgom
Slide 1 - Tekstslide
Extra uitleg §2.2
Oefenen voor SO 29 januari
Zelfstandig werken
Wat gaan we doen vandaag?
Slide 2 - Tekstslide
Als je een brandende lucifer in de wind houdt gaat de lucifer uit. Bij een bosbrand wakkert de wind de brand aan. Welke brandvoorwaarden maken het verschil?
A
Mengverhouding
brandstof-zuurstof
B
Zuurstof
C
Brandstof
D
Katalysator
Slide 3 - Quizvraag
Zet de proeven in de juiste volgorde van snel tot langzaam in brand raken.
Proef I
Je houdt een vel papier in de vlam van een lucifer.
Proef II
Je spuit een beetje alcohol op een nieuw vel en houdt dit in de vlam van een lucifer.
Proef III
Je vouwt van het papier eerst een bakje en giet daar 50 mL water in. Dit bakje zet je op een driepoot met gaasje. Je zet er een brander met een kleurloze vlam onder.
Snelst
Middelste
Langzaamste
Proef I
Proef II
Proef III
Slide 4 - Sleepvraag
Om welke reden raakt het papier bij proef II het snelst in brand?
Slide 5 - Open vraag
Steep de juiste woorden naar de juiste plek
Leg uit waarom het zo lang duurt voor het papieren bakje met water in brand vliegt.
Het water in het papieren bakje
De temperatuur van het papier in het bakje
de ontbrandingstemperatuur.
blust vlam
Koelt papier af
is lager dan
is hoger dan
gelijk aan
Slide 6 - Sleepvraag
Steep de beweringen naar de juiste plek
De brandvertrager bedekt de brandbare stof met een laagje, waardoor de vlammen niet meer bij de brandbare stof kunnen komen.
De brandvertrager verlaagt de ontbrandingstemperatuur.
De brandvertrager bedekt de brandbare stof met een laagje, waardoor de vlammen pas na enige tijd bij de brandbare stof kunnen komen.
De brandvertrager blust de brand.
Slide 7 - Sleepvraag
Wat het verschil is tussen een verbranding en een explosie?
Slide 8 - Open vraag
De ontbrandingtemperatuur van magnesium is 473oC?
Waarom brandt magnesiumpoeder sneller dan een stukje magnesium met dezelfde massa?
Steep de beweringen naar de juiste plek
Magnesiumpoeder heeft minder zuurstof nodig dan magnesium lint
Hoe groter het oppervlakte hoe beter er zuurstof bij kan komen
Het oppervlak van magnesiumpoeder is groter
Magnesiumpoeder heeft een lagere ontbrandingstemperatuur dan een stukje magnesiumlint
een stukje magnesiumlint is kouder dan magnesiumpoeder
Slide 9 - Sleepvraag
Hoe moeilijk vond je vraag 9 van het huiswerk en waarom?
Slide 10 - Open vraag
Na deze paragraaf kun je:
uitleggen wat chemische reacties zijn.
het verschil uitleggen tussen mengen en chemische reactie.
het verschil uitleggen tussen faseovergang en chemische reactie.
chemische reactie beschrijven op microniveau.
Wat weet je na deze paragraaf
Slide 11 - Tekstslide
Filtreren
Adsorberen
Indampen
Destilleren
Extraheren
Slide 12 - Sleepvraag
Sleep de fase en faseovergang naar de juiste plek.
Ik kan benoemen in welke drie fasen een stof kan voorkomen.
1
Smelten
Stollen
Condenseren
Sublimeren
Rijpen
Verdampen
gas
vloeistof
vaste stof
Slide 13 - Sleepvraag
Scheiden
Stoffen mengen
Mengen
Bij mengen veranderen de moleculen niet (en dus ook de eigenschappen niet).
Slide 14 - Tekstslide
Chemische reactie
Alle begin moleculen verdwijnen en er ontstaan nieuwe moleculen
beginstoffen → reactie producten
Fase overgang
De moleculen voor en na de faseovergang blijven hetzelfde
De fases hangen af van het trillen van de moleculen
Water (s) → Water (l)
Chemische reactie en faseovergang
3 fases:
(l) = liquid, vloeibare fase
(s) = solid, vaste fase
(g) = gas, gasvormige fase
Slide 15 - Tekstslide
Geef het reactieschema met de juiste faseaanduiding van het rijpen van water
analogie: water (s) --> water (l)
Slide 16 - Open vraag
Is dit een chemische reactie ?
A
ja
B
nee
Slide 17 - Quizvraag
Wat is GEEN chemische reactie?
A
Verbranden van papier
B
Glas maken uit zand en soda
C
Het roesten van je fiets
D
Koffiebonen malen
Slide 18 - Quizvraag
Temperatuur: moleculen trillen
Kookpunt
Smeltpunt
Slide 19 - Tekstslide
Temperatuur: moleculen trillen
Kookpunt
Smeltpunt
hoe kouder hoe minder ze trillen
hoe warmer hoe meer ze trillen
Slide 20 - Tekstslide
Ja, tot een bepaalde temperatuur. Als de temperatuur zover is gedaald dat de deeltjes stoppen met trillen heeft de temperatuur het absolute nulpunt bereikt. Dit is -273oC (of 0 K) en is voor alle moleculen hetzelfde.
Trillen moleculen altijd?
Slide 21 - Tekstslide
Ja, tot een bepaalde temperatuur. Als de temperatuur zover is gedaald dat de deeltjes stoppen met trillen heeft de temperatuur het absolute nulpunt bereikt. Dit is -273oC (of 0 K) en is voor alle moleculen hetzelfde.
Trillen molecullen altijd?
Slide 22 - Tekstslide
Op macroniveau is een chemische reactie een proces, waarbij de beginstoffen verdwijnen en andere stoffen, de reactieproducten, ontstaan.
Op microniveau is een chemische reactie het verdwijnen van de moleculen van de beginstoffen en het ontstaan van de moleculen van de reactieproducten.
Een faseovergang is geen chemische reactie.
Bij een faseovergang verandert de snelheid waarmee de moleculen bewegen. Bij het absolute nulpunt bewegen de moleculen niet meer.
Een proces geeft aan wat er met een stof gebeurt, bv scheiden, mengen, reageren
T (K) = T (°C) + 273
Samengevat
Slide 23 - Tekstslide
Leerdoelen test
Slide 24 - Tekstslide
Water koken
A
Chemische reactie
B
Faseovergang
C
Geen chemische reactie of faseovergang
Slide 25 - Quizvraag
Hout zagen
A
Chemische reactie
B
Faseovergang
C
Geen chemische reactie of faseovergang
Slide 26 - Quizvraag
Een ei bakken
A
Chemische reactie
B
Faseovergang
C
Geen chemische reactie of faseovergang
Slide 27 - Quizvraag
Hout verbranden in kachel
A
Chemische reactie
B
Geen chemische reactie
Slide 28 - Quizvraag
Het verwarmen van alcohol
A
Chemische reactie
B
Geen chemische reactie
Slide 29 - Quizvraag
Het zuur worden van melk
A
Chemische reactie
B
Geen chemische reactie
Slide 30 - Quizvraag
Suiker in een kopje thee oplossen
A
Chemische reactie
B
Geen chemische reactie
Slide 31 - Quizvraag
Chemische Reactie
Geen chemische reactie
Slide 32 - Sleepvraag
Is de blauwkleuring van het zout een waarneming op micro of macro niveau?
A
micro, want je kunt de kleur zien met het blote oog
B
macro, want je kunt de kleur zien met het blote oog
C
micro, want zout is heel klein
D
macro, want zoutkorrels kun je voelen
Slide 33 - Quizvraag
Hiernaast zie je de 3 fasen van water (vast, gas, vloeibaar) welke voorstelling is micro- en welke is macro-niveau?
A
Boven= microniveau
onder = macroniveau
B
Boven = macroniveau
onder = microniveau
Slide 34 - Quizvraag
Macro of micro? IJs smelt bij een temperatuur van 0 °C.
A
Macroniveau
B
Microniveau
Slide 35 - Quizvraag
Huiswerkopgaves: waar liep jij tegenaan?
Slide 36 - Woordweb
Huiswerk bespreken
Maak zelf aantekeningen bij de uitleg van de opgaves of de onderwerpen
Niet alles dat ik zeg staat in lessonup of powerpoint
Slide 37 - Tekstslide
Hoe goed begrijp je nu de stof over mengen of reageren?
😒🙁😐🙂😃
Slide 38 - Poll
Noem 3 dingen die jij hebt geleerd bij het maken van je samenvatting
Slide 39 - Open vraag
Stel 1 vraag over een onderdeel dat je niet helemaal hebt begrepen.