Hoofdzinnen en bijzinnen

Leerdoelen
Leerdoelen
Je kent het verschil tussen een nevenschikkend voegwoord en een onderschikkend voegwoord.
Je herkent hoofdzinnen en bijzinnen.
Je (her)kent verschillende soorten bijzinnen
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Leerdoelen
Leerdoelen
Je kent het verschil tussen een nevenschikkend voegwoord en een onderschikkend voegwoord.
Je herkent hoofdzinnen en bijzinnen.
Je (her)kent verschillende soorten bijzinnen

Slide 1 - Tekstslide

voegwoord; nevenschikkend en onderschikkend
Voegwoorden verbinden woorden, woordgroepen en zinnen met elkaar.
Twee soorten:

Nevenschikkende vw (n.vw): verbinden twee hoofdzinnen met elkaar
Onderschikkende vw (o.vw): verbinden HZ-BZ of BZ-HZ met elkaar

Slide 2 - Tekstslide

nevenschikkend voegwoord
Voorbeelden van ns voegwoorden: dus, en, maar, of, want

nevenschikkende voegwoorden verbinden:
1- twee hoofdzinnen (Ik ging naar de bakker en ik kocht een brood)
2- twee bijzinnen van hetzelfde niveau (Ik zorg ervoor dat ik gezond eet en dat ik voldoende lichaamsbeweging heb)
3- twee woorden of woordgroepen (groot of klein ) (de grote man en het kleine kind)

Slide 3 - Tekstslide

onderschikkend voegwoord
Voorbeelden van onderschikkende voegwoorden: dat, toen, aangezien, als, doordat, hoewel, mits, nadat, voordat, of, ofschoon, omdat, opdat, tenzij, zodat, zodra.
onderschikkende voegwoorden verbinden:
1- een hoofdzin en een bijzin
2- een bijzin met een bijzin van een lager niveau (= bijzin van bijzin)
Wat jij dacht dat ik deed was niet helemaal terecht
{(bz <bz) hz}  < = bijzin van lager niveau

Slide 4 - Tekstslide

Wat is geen onderschikkend voegwoord?
A
als
B
dat
C
want
D
omdat

Slide 5 - Quizvraag

Terwijl de brand woedde, lag de man rustig te slapen
In deze zin is "terwijl" een:
A
onderschikkend voegwoord
B
nevenschikkend voegwoord

Slide 6 - Quizvraag

Ik weet niet of ik voldoende brood in huis heb
In deze zin is "of " een:
A
onderschikkend voegwoord
B
nevenschikkend voegwoord

Slide 7 - Quizvraag

Gaan we dit jaar naar Italië of naar Spanje?
In deze zin is "of " een:
A
onderschikkend voegwoord
B
nevenschikkend voegwoord

Slide 8 - Quizvraag

andere voegwoorden
Niet elke bijzin begint met een onderschikkend voegwoord.
Bijzin kan ook beginnen met:
vr.vnw  (vragend voornaamwoord)

Wil je me vertellen wat je nog moet doen?

Slide 9 - Tekstslide

andere voegwoorden
Niet elke bijzin begint met een onderschikkend voegwoord.
Bijzin kan ook beginnen met:

bw  (bijwoord)
Ik weet niet, hoe het zo ver heeft kunnen komen.

Slide 10 - Tekstslide

andere voegwoorden
Niet elke bijzin begint met een onderschikkend voegwoord.
Bijzin kan ook beginnen met:

vz (voorzetsel)
Ik weet echt niet aan wie ik dit kan vragen.

Slide 11 - Tekstslide

andere voegwoorden
Niet elke bijzin begint met een onderschikkend voegwoord.
Bijzin kan ook beginnen met:

tw (telwoord)
Kun je me vertellen hoeveel gasten je hebt uitgenodigd?

Slide 12 - Tekstslide