Alle leerlingen openen een document op hun Chromebook.
De leerlingen gaan drie zinnen maken. De zinnen bevatten:
Zin 1: twee werkwoorden en een voorzetsel
Zin 2: twee zelfstandig naamwoorden en een bijvoeglijk naamwoord.
Zin 3: een werkwoord, een bijvoeglijk naamwoord, een zelfstandig naamwoord en een voorzetsel.