Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
H2 Woordsoorten
GOEDEMORGEN
Leg je spullen klaar op het hoekje
van je tafel.
1 / 21
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
In deze les zitten
21 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
GOEDEMORGEN
Leg je spullen klaar op het hoekje
van je tafel.
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
- 10 min lezen
- Grammatica woordsoorten
- evaluatie
- huiswerk
Slide 2 - Tekstslide
10 min lezen
Slide 3 - Tekstslide
Doel:
Na deze les ken je 5 woordsoorten en kan je ze benoemen.
Slide 4 - Tekstslide
Welke woordsoorten ken je
Slide 5 - Woordweb
Geef een voorbeeld van
een bijvoeglijk naamwoord.
Slide 6 - Woordweb
Geef een voorbeeld van
een zelfstandig naamwoord
Slide 7 - Woordweb
Geef een voorbeeld van
een voorzetsel.
Slide 8 - Woordweb
Filmpje
Slide 9 - Tekstslide
Kijk naar de volgende zin. Welke woorden horen bij de onderstaande woordsoorten?Je moet sommige woordsoorten vaker gebruiken en niet alle woordsoorten
hoef je te gebruiken.
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
lidwoord
werkwoord
Voorzetsel
Aan
het
water
zat
een
slaperige
visser.
Slide 10 - Sleepvraag
Kijk naar de volgende zin. Welke woorden horen bij de onderstaande woordsoorten?Je moet sommige woordsoorten vaker gebruiken en niet alle woordsoorten
hoef je te gebruiken.
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
lidwoord
werkwoord
Voorzetsel
Op
maandag
zit
Naomi
aan
de
kassa.
Slide 11 - Sleepvraag
Kijk naar de volgende zin. Welke woorden horen bij de onderstaande woordsoorten?Je moet sommige woordsoorten vaker gebruiken en niet alle woordsoorten
hoef je te gebruiken.
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
lidwoord
werkwoord
Voorzetsel
Na
de
sportles
krijgt
Abdullah
dorst.
intensieve
Slide 12 - Sleepvraag
Kijk naar de volgende zin. Welke woorden horen bij de onderstaande woordsoorten?Je moet sommige woordsoorten vaker gebruiken en niet alle woordsoorten
hoef je te gebruiken.
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
lidwoord
werkwoord
Voorzetsel
Jules
heeft
voor
zijn
verjaardag
een
nieuwe
scooter
gekregen.
Slide 13 - Sleepvraag
Kijk naar de volgende zin. Welke woorden horen bij de onderstaande woordsoorten?Je moet sommige woordsoorten vaker gebruiken en niet alle woordsoorten
hoef je te gebruiken.
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
lidwoord
werkwoord
Voorzetsel
Papa
wil
met
een
ouderwetse
trein
door
Duitsland
reizen.
Slide 14 - Sleepvraag
Kijk naar de volgende zin. Welke woorden horen bij de onderstaande woordsoorten?Je moet sommige woordsoorten vaker gebruiken en niet alle woordsoorten
hoef je te gebruiken.
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
lidwoord
werkwoord
Voorzetsel
In
de
app
vroeg
Denise
de
opdracht
van
het
wiskundehuiswerk.
Slide 15 - Sleepvraag
Kijk naar de volgende zin. Welke woorden horen bij de onderstaande woordsoorten?Je moet sommige woordsoorten vaker gebruiken en niet alle woordsoorten
hoef je te gebruiken.
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
lidwoord
werkwoord
Voorzetsel
In
de
app
vroeg
Denise
de
opdracht
van
het
wiskundehuiswerk.
Slide 16 - Sleepvraag
Sleep de kenmerken van de woordsoorten naar de juiste woordsoort.
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Woord voor een mens, dier, plant, ding of gevoel.
Heeft meestal een enkelvoud en een meervoud.
Je kunt er vaak een verkleinwoord van maken.
Je kunt er meestal de, het of een voor zetten.
Een eigennaam is een vorm van deze woordsoort.
Deze woordsoort zegt iets over het ZN.
Deze woordsoort staat meestal vóór het ZN.
Deze woordsoort heeft een korte en een lange vorm.
Je kunt vaak de trappen van vergelijking erop toepassen.
Er bestaat ook een stoffelijke variant van deze woordsoort.
Slide 17 - Sleepvraag
Maak een zin met een:
bijvoeglijk naamwoord, lidwoord, zelfstandig naamwoord, voorzetsel en een werkwoord.
Slide 18 - Open vraag
Maak de zinnen af volgens de gegeven volgorde van de woordsoorten.
lw-zn-ww-van ons allemaal
Slide 19 - Open vraag
Maak de zinnen af volgens de gegeven volgorde van de woordsoorten.
ww-zn-lw-bn-zn-in het restaurant-ww
Slide 20 - Open vraag
Maak de zinnen af volgens de gegeven volgorde van de woordsoorten.
vz-zn-ww-je heerlijk-ww-op een terras.
Slide 21 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
Nederlands Hoofdstuk 2 TV woordsoorten
Januari 2024
- Les met
32 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Woordsoorten
April 2021
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Woordsoorten t/m voorzetsel
September 2024
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
H2 Woordsoorten
November 2022
- Les met
30 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Woordsoorten
Juni 2023
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Woordsoorten H4
Maart 2021
- Les met
31 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 1
Woordsoorten-oefenen toets
April 2022
- Les met
36 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Do 17 okt Taalkundig ontleden (alle woordsoorten)
April 2021
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2