Woordenschat H4 pleonasme tautologie

timer
10:00
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Start P4
Uitleg werkwijzer > planning
Start woordenschat H4 tautologie en pleoasme
Uitleg - opdrachten maken - Check

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen:
  • Je weet wat tautologie en pleonasme is.
  • Je kunt tautologie en pleonasme in zinnen herkennen.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is wat?
Pleonasme herhaalt een eigenschap dat al in een woord verwerkt zit (twee verschillende woordsoorten).

Tautologie zegt twee keer hetzelfde (synoniemen).

Slide 4 - Tekstslide

Pleonasme / tautologie

Slide 5 - Tekstslide

Pleonasme of tautologie?


De politie vroeg of ik exact wilde vertellen hoe alles precies was gegaan.

Slide 6 - Tekstslide

Woordenschat hfst. 4 opdracht 1+2 maken
Klaar? Start met opdracht 3



timer
10:00

Slide 7 - Tekstslide

Natuurlijk controleren we vanzelfsprekend de antwoorden.
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 8 - Quizvraag

De bakker bakt heerlijk brood, maar hij zal naar verwachting echter zijn winkel moeten ​sluiten.​
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 9 - Quizvraag

'Rood bloed' is een:
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 10 - Quizvraag

De mondelinge bespreking
A
Pleonasme
B
Tautologie

Slide 11 - Quizvraag

Enkel en alleen is een vorm van...
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 12 - Quizvraag

Die spullen worden gewoon gratis weggegeven.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 13 - Quizvraag

Hij pakte het koude ijs.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 14 - Quizvraag

Welke twee stijlfouten hebben we behandeld? Leg ook uit wat ze inhouden.

Slide 15 - Open vraag

Heb je voor je gevoel de lesstof begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

Huiswerk
Hoofdstuk 4 - woordenschat
Beeldspraak: pleonasme - tautologie   Opdracht 1, 2 ,3



Slide 17 - Tekstslide

Wat een mooie rode aardbeien!
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 18 - Quizvraag

Wat is hier het pleonasme?
?

Slide 19 - Tekstslide