vmbokader Taalverzorging H3H4
1 / 36
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Als je de tijd van de zin verandert, vind je
A
de werkwoorden
B
het onderwerp
C
de persoonsvorm
D
het gezegde
Slide 3 - Quizvraag
Wat is het gezegde?
A
alle werkwoorden (zonder persoonsvorm)
B
de persoonsvorm
C
de zelfstandig naamwoorden
D
alle werkwoorden (met persoonsvorm)
Slide 4 - Quizvraag
De drone heeft een hele mooie film van onze wijk gemaakt.
PV?
PV?
Slide 5 - Open vraag
De drone heeft een hele mooie film van onze wijk gemaakt.
OW?
OW?
Slide 6 - Open vraag
De drone heeft een hele mooie film van onze wijk gemaakt.
GEZ?
GEZ?
Slide 7 - Open vraag
Kwam gisteren de bus uit Zwolle weer te laat?
PV?
PV?
Slide 8 - Open vraag
Kwam gisteren de bus uit Zwolle weer te laat?
OW?
OW?
Slide 9 - Open vraag
Kwam gisteren de bus uit Zwolle weer te laat?
GEZ?
GEZ?
Slide 10 - Open vraag
De opgeblazen ballonnen vlogen alle kanten op.
PV?
PV?
Slide 11 - Open vraag
De opgeblazen ballonnen vlogen alle kanten op.
OW?
OW?
Slide 12 - Open vraag
De opgeblazen ballonnen vlogen alle kanten op.
In deze zin is de PV hetzelfde als het GEZ.
In deze zin is de PV hetzelfde als het GEZ.
A
waar
B
niet waar
Slide 13 - Quizvraag
Jola en Adis schilderen schitterende afbeeldingen van dieren.
PV?
PV?
Slide 14 - Open vraag
Jola en Adis schilderen schitterende afbeeldingen van dieren.
OW?
OW?
Slide 15 - Open vraag
Slide 16 - Tekstslide
Welk rijtje bevat alleen maar zelfstandig naamwoorden?
A
prinses, kikker, een
B
Amsterdam, reizen, computer
C
ridder, poort, Rome
D
boeken, gebruiken, agenda's
Slide 17 - Quizvraag
Geef de zelfstandig naamwoorden:
In Canada wordt je neus ingewreven met boter op je verjaardag.
In Canada wordt je neus ingewreven met boter op je verjaardag.
Slide 18 - Open vraag
Geef de zelfstandig naamwoorden:
De boter beschermt de jarige tegen ongeluk.
De boter beschermt de jarige tegen ongeluk.
Slide 19 - Open vraag
Geef de zelfstandig naamwoorden:
Op sommige plekken in het land krijgt het feestvarken tikken tegen zijn billen.
Op sommige plekken in het land krijgt het feestvarken tikken tegen zijn billen.
Slide 20 - Open vraag
Geef de zelfstandig naamwoorden:
Een tik staat voor elk levensjaar.
Een tik staat voor elk levensjaar.
Slide 21 - Open vraag
Geef de zelfstandig naamwoorden:
Je krijgt altijd nog een extra tikje voor een beetje extra geluk.
Je krijgt altijd nog een extra tikje voor een beetje extra geluk.
Slide 22 - Open vraag
Slide 23 - Tekstslide
Vervoeg de werkwoorden tussen haakjes:
Brodie (hebben) lege blikjes (verzamelen) in het stadspark.
Brodie (hebben) lege blikjes (verzamelen) in het stadspark.
Slide 24 - Open vraag
(Zijn) jullie deze zwarte piste (afdalen)?
Slide 25 - Open vraag
Gisteravond (hebben) Wendy en Lisa hun nagels (lakken).
Slide 26 - Open vraag
De dief (worden) (straffen) voor zijn misdaad.
Slide 27 - Open vraag
Afgelopen week (hebben) Marin (boksen) tegen de jeugdkampioen van Zeeland.
Slide 28 - Open vraag
Het bericht (worden) via de groepsapp (versturen).
Slide 29 - Open vraag
Slide 30 - Tekstslide
Geef het meervoud van:
kiwi - klimrek - kloof - lesuur
kiwi - klimrek - kloof - lesuur
Slide 31 - Open vraag
Geef het meervoud van:
speedboot - sporthal - vakantie - winterjas
speedboot - sporthal - vakantie - winterjas
Slide 32 - Open vraag
Geef het meervoud van:
opa - pasta - poster - prijs
opa - pasta - poster - prijs
Slide 33 - Open vraag
Geef het meervoud van:
fopneus - garage - haarkam
fopneus - garage - haarkam
Slide 34 - Open vraag
Geef het meervoud van:
braadpan - buitenverblijf - droom
braadpan - buitenverblijf - droom
