4.1- Je weet hoe bedrijven in bedrijfskolommen zorgen voor toegevoegde waarde
4.1 - Je kunt de kostprijs per product en de winst berekenen
4.1 - Je weet welke bedrijfssectoren er zijn
4.2 - Je kunt ondernemen en investeren uitleggen
4.2 - je kent de productiefactoren
4.2 - Je weet wat concurrenten zijn.