Lading Zekeren dagcursus

Lading Zekeren
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoertuigentechniekPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lading Zekeren

Slide 1 - Tekstslide

We gaan eens kijken wie het meeste heeft opgestoken van deze cursus....
Je krijgt zo meteen een aantal vragen waar je antwoord op gaat geven. Het wijst voor zich...

Slide 2 - Tekstslide

De wrijvingscoëfficiënt tussen lading en laadvloer is 0,1. Zal de lading snel gaan schuiven tijdens het rijden?
A
Ja, een lage wrijvingscoëfficiënt betekent dat de lading makkelijk van zijn plaats kan komen
B
Nee, een lage wrijvingscoëfficiënt betekent dat de lading moeilijk van zijn plaats kan komen
C
Dat is niet te zeggen, het hangt grotendeels af van het gewicht van de lading

Slide 3 - Quizvraag

Op een schone laadvloer is de wrijvingscoëfficiënt van een lading 0,3. Er ligt ijs op de laadvloer. Wat is het effect op de wrijvingscoëfficiënt?
A
De wrijvingscoëfficiënt is nu hoger
B
De wrijvingscoëfficiënt is nu lager
C
De wrijvingscoëfficiënt blijft gelijk

Slide 4 - Quizvraag


U remt af. In welk geval zijn de maximale krachten op de lading het grootst?
A
Als u afremt vanaf 100 km/u
B
Als u afremt vanaf 40 km/u
C
Dat is niet afhankelijk van de rijsnelheid

Slide 5 - Quizvraag


U remt hard, met een lading van 8.000 kg.
Wat is de voorwaartse kracht?
A
3.600 kg
B
6.400 kg
C
4.000 kg

Slide 6 - Quizvraag


U rijdt een bocht in, met een lading van 13.000kg. Wat is de zijwaartse kracht?
A
6.500 kg
B
10.400 kg
C
5.500 kg

Slide 7 - Quizvraag


U trekt snel op, met een lading van 12.000 kg.
Wat is de achterwaartse kracht?

A
6.000 kg
B
7.500 kg
C
9.600 kg

Slide 8 - Quizvraag


Vanaf welk gewicht kan een lading veilig ongezekerd vervoerd worden?
A
Dat kan vanaf 15.000 kg, onder voorwaarde dat de lading niet uit gevaarlijke stoffen bestaat
B
Dat kan vanaf 15.000 kg, onder voorwaarde dat de bestuurder zeer rustig rijdt
C
Dat kan nooit, het gewicht is geen garantie dat de lading op zijn plek blijft

Slide 9 - Quizvraag


Wat zijn massatraagheidskrachten?
A
Krachten die zorgen dat een voertuig trager is naarmate er meer massa aanwezig is
B
Krachten die zorgen dat de wrijving tussen lading en laadvloer vertraagd wordt
C
Krachten die een verandering van de bewegingsrichting van het voertuig tegenwerken

Slide 10 - Quizvraag


U komt lengte tekort en bindt twee spanbanden aan elkaar. Mag dat?
A
Nee, dat mag nooit
B
Ja, als de totale lengte onder de 25m blijft
C
Dat is afhankelijk van het type lading dat u wilt zekeren

Slide 11 - Quizvraag


Waarom is het van belang om spanbanden tijdig te vervangen?
A
Vocht en vuil verminderen de sterkte van het bandweefsel
B
De ratel heeft de neiging snel te roesten en af te breken
C
Door temperatuurswisselingen wordt de spanband na verloop van tijd korter

Slide 12 - Quizvraag


Wat is het werkingsprincipe van een anti-slipmat?
A
Het gewicht van de lading wordt opgevangen door een mat
B
De oppervlakte van de lading op de laadvloer wordt vergroot
C
De wrijving tussen lading en laadvloer wordt vergroot

Slide 13 - Quizvraag


U heeft een lading en wilt deze achterwaarts sjorren tegen glijden.
De wrijvingskracht is 0,2.
Hoek spanband - laadvloer is 85 graden.

Wat is de max. lading bij het neersjorren met 1 spanband?
A
0,25 ton
B
0,5 ton
C
1,0 ton

Slide 14 - Quizvraag


U heeft een lading en wilt deze zijwaarts sjorren tegen glijden.
Hoek spanband - laadvloer is 80 graden.
De wrijvingskracht is 0,3.

Wat is de max. lading, bij het sjorren
met 1 spanband?
A
0,5 ton
B
1,2 ton
C
1,3 ton

Slide 15 - Quizvraag


U heeft meer ladingsecties dan spanbanden. U moet wel elke ladingsectie zekeren.
Wat doet u?
A
Hoekprofielen gebruiken
B
De lading tegen het kopschot plaatsen
C
Diagonaalsjorren

Slide 16 - Quizvraag

U heeft een lading van 1,2 ton en wilt deze zijwaarts sjorren tegen glijden.
De wrijvingskracht is 0,3
Hoek spanband - laadvloer is 45 graden
Hoeveel spanbanden zijn nodig?

Slide 17 - Open vraag


U wilt een lading zekeren door opsluiting.
Wat is de toegestane vrije tussenruimte
per ladingrij?
A
Max. 1,5 cm (een vingerdikte)
B
Max. 12 cm (een vuistdikte)
C
Max. 25 cm (twee vuistdiktes)

Slide 18 - Quizvraag


Wat is het enige dat de lading op zijn plaats zou kunnen houden zonder ladingzekering?
A
Ladingmassa
B
Massatraagheidskracht
C
Wrijvingskracht

Slide 19 - Quizvraag


Wat is het principe van
krachtsluitend lading zekeren?
A
Het verhogen van de wrijvingskracht tussen lading en laadvloer
B
Het volledig volpakken van de laadruimte tegen schuiven
C
Het klemzetten van de lading met behulp van stuwkussens

Slide 20 - Quizvraag

U wilt een zware lading schuinsjorren. Hoeveel sjormiddelen heeft u minimaal nodig?

Slide 21 - Open vraag


De belasting van een koppelschotel mag niet te laag zijn. Waarom is dat zo?
A
Dan is de druk op de andere drukpunten vrijwel altijd veel te hoog
B
Dan kan de lading gaan schuiven, omdat er niet vormsluitend is geladen
C
Dan heeft de trekker te weinig schoteldruk om de aangedreven as genoeg grip te geven

Slide 22 - Quizvraag

Een laadruimte heeft een lengte van 13.40 m en breedte van 2,45 m. U wilt deze oppervlakte optimaal gebruiken. Er kan vanwege het gewicht maar 1 laag pallets geladen worden. Wat is het max. aantal beladen blokpallets? (1,00mx1,20m

Slide 23 - Open vraag


U laadt buiten de drukpunten.
Wat gebeurt er met de belasting op
dichtstbijzijnde drukpunt?
A
De belasting neemt toe
B
De belasting neemt af
C
De belasting blijft gelijk

Slide 24 - Quizvraag


U vervoert een lading op europallets.
Wat is de laadlengte van een europallet?
A
0,60 m
B
0,50 m
C
0,40 m

Slide 25 - Quizvraag


Wat is een 'laadmeter' of 'laadlengte'?
A
Een kubieke meter
B
Een strekkende meter
C
Een vierkante meter

Slide 26 - Quizvraag


Wat is van belang bij het beladen van een vrachtauto?
A
Zo zwaar mogelijk beladen boven niet-aangedreven as
B
Evenredig beladen, niet alle lading aan een kant plaatsen
C
De lading zoveel mogelijk buiten de drukpunten plaatsen

Slide 27 - Quizvraag


Als een afzender een lading wil laten vervoeren, dan gelden de Algemene Vervoerscondities 2002(AVC).
Wat is het nut daarvan?
A
De AVC vervangen een deel van wat in het Burgerlijk Wetboek staat
B
De AVC vervangen een deel van wat in de Wegenverkeerswet staat
C
De AVC zijn een aanvulling op wat in het Burgerlijk Wetboek staat

Slide 28 - Quizvraag


Waarom is er Europese wetgeving over ladingzekering bij transport van gevaarlijke stoffen?
A
Omdat de risico's bij die transporten groter zijn dan bij 'normale' goederen
B
Omdat de waarde van de lading meestal hoger is dan bij normale goederen
C
Omdat de verzekeraars dat hebben geëist na een aantal incidenten met veel schade

Slide 29 - Quizvraag


Wat wordt in Groot-Brittannië beschouwd als voldoende ladingzekering tegen
voorwaartse kracht?
A
50% van het gewicht van de lading
B
80% van het gewicht van de lading
C
100% van het gewicht van de lading

Slide 30 - Quizvraag


Wat wordt in Nederland beschouwd als voldoende ladingzekering tegen voorwaartse kracht?
A
50% van het gewicht van de lading
B
80% van het gewicht van de lading
C
100% van het gewicht van de lading

Slide 31 - Quizvraag


Wie is formeel verantwoordelijk voor het zekeren van een lading voor transport?
A
De chauffeur
B
De vervoerder
C
De afzender

Slide 32 - Quizvraag