Over taal, les 8, figuurlijke taal, tweelingfouten

Aan iemands lippen hangen
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Aan iemands lippen hangen

Slide 1 - Tekstslide

Figuurlijk taalgebruik?
Met figuurlijk taalgebruik kun je:
  • iets extra duidelijk maken
  • iets extra sterk, krachtig uitdrukken
  • nadruk op iets leggen

Zo trek je de aandacht van je lezer en kun je hem verrassen of verbazen. Het maakt je tekst een stuk interessanter, spannender en aantrekkelijker om te lezen!

Aan iemands lippen hangen.
Het komt me de neus uit.

Slide 2 - Tekstslide

Tweelingfouten

Slide 3 - Tekstslide

Tweelingfouten
Wat heb je nodig om een tweelingfout te kunnen maken?
Twee woorden die in vorm of betekenis heel erg op elkaar lijken.

Voorbeelden:
leggen - liggen
kennen - kunnen
blijkbaar/schijnbaar

Slide 4 - Tekstslide

Noem zelf nog eens een tweelingfout.

Slide 5 - Open vraag

Tweelingfouten
Die tv is groter dan die van ons.
Mijn cijfer is even goed als de jouwe.

Bij ongelijkheid = dan
Bij gelijkheid = als

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide