1Havo - plurals & demonstrative pronouns

Plural & demonstrative pronouns
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Plural & demonstrative pronouns

Slide 1 - Tekstslide

How well do you know these grammar items?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Plural 

De meeste vormen eindigen in het meervoud op -s. Dus plak een -s achter het hele ww.
parent - parents
star - stars
friend - friends

Plural

Eindigen op -sis klank is -es erachter (-ch, sh, -ss, x or z)
watch - watches
dish - dishes

Slide 3 - Tekstslide

Plural 



Eindigen op medeklinker + -y. De -y veranderd in -ies.
lady - ladies
story - stories

Plural

Eindigen op medeklijnker + -o. Plak -es erachter.
potato - potatoes
tornado - tornadoes


Slide 4 - Tekstslide

Plural 



Eindigen op -f (klank). De -f veranderd in -ves.
life - lives
leaf - leaves


Plural

Onregelmatig. (leer deze!)
child - children
foot - feet
mouse - mice
sheep - sheep
tooth - teeth



Slide 5 - Tekstslide

Plurals (= meervoud):
What is the plural of:
A
tomatos
B
tomaten
C
tomato's
D
tomatoes

Slide 6 - Quizvraag

Plurals (= meervoud):
What is the plural of
watch?
A
watchs
B
watches
C
watch's
D
watchis

Slide 7 - Quizvraag

Plurals (= meervoud):
What is the plural of:
A
knife's
B
knifes
C
knives
D
kniven

Slide 8 - Quizvraag

Plurals (= meervoud):
What is the plural of:
A
mouses
B
mice
C
mices
D
mouse's

Slide 9 - Quizvraag

Plural of:
A
sheeps
B
sheep
C
schapen
D
sheep's

Slide 10 - Quizvraag

Plurals (= meervoud):
What is the plural of:
A
shoe
B
shoes
C
schoenen
D
shoos

Slide 11 - Quizvraag

Plurals (= meervoud):
What is the plural of:
A
babys
B
baby's
C
babies
D
babyes

Slide 12 - Quizvraag

Plurals (= meervoud):
What is the plural of:
A
puppies
B
puppy's
C
puppys
D
puppen

Slide 13 - Quizvraag

Plurals (= meervoud):
What is the plural of:
A
taxies
B
taxi's
C
taxis
D
taxie's

Slide 14 - Quizvraag

Plural (=meervoud):
What is the plural of:
A
heroes
B
hero's
C
heros
D
held

Slide 15 - Quizvraag

Plurals (= meervoud):
What is the plural of:
A
child's
B
childs
C
kinderen
D
children

Slide 16 - Quizvraag

Plurals (= meervoud):
What is the plural of
elf?
A
elfs
B
elvs
C
elfes
D
elves

Slide 17 - Quizvraag

Plurals (= meervoud):
What is the plural of
hobby?
A
hobby's
B
hobbys
C
hobbies
D
hobby

Slide 18 - Quizvraag

Ik weet wat ''Plurals'' zijn en ik weet hoe ik ze kan toepassen.
A
Ja
B
Nee
C
ongeveer, ik moet nog even oefenen
D
Ik heb extra uitleg nodig

Slide 19 - Quizvraag

Demonstrative pronouns

Slide 20 - Tekstslide

Kies de juiste demonstrative pronoun:

I like ... dress over here.
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 21 - Quizvraag

Kies de juiste demonstrative pronoun:

Look at ... shoes over there!
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 22 - Quizvraag

Kies de juiste demonstrative pronoun:

... books over here are mine!
A
This
B
That
C
These
D
Those

Slide 23 - Quizvraag

Kies de juiste demonstrative pronouns:
"__ car over here is red, but __ car over there is blue"
A
these, those
B
this, that
C
those, these
D
that, this

Slide 24 - Quizvraag

Kies de juiste demonstrative pronoun:

Where did you buy ... skirt you're wearing?
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 25 - Quizvraag

Kies de juiste demonstrative pronoun:

I like ... jumper over here.
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 26 - Quizvraag

Kies de juiste demonstrative pronoun:

Look at ... horses in the field!
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 27 - Quizvraag

Kies de juiste demonstrative pronoun

........... jackets over there are blue.
A
This
B
that
C
these
D
those

Slide 28 - Quizvraag

Kies de juiste demonstrative pronoun:

I like ... book here.
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 29 - Quizvraag

Kies de juiste demonstrative pronoun:

Hello Nienke, are ... nice dogs yours?
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 30 - Quizvraag

Kies de juiste demonstrative pronoun:

..... here is the best place in the world.
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 31 - Quizvraag

Kies de juiste demonstrative pronoun.

Can you give me ...... glass over there?
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 32 - Quizvraag

Choose the correct demonstrative pronoun.

I like _____ mobile over there.
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 33 - Quizvraag

Kies de juiste demonstrative pronoun:

Where did you buy ... earrings you're wearing?
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 34 - Quizvraag

Welke demonstrative pronoun hoort bij 'dichtbij' en 'enkelvoud'?
A
This
B
That
C
These
D
Those

Slide 35 - Quizvraag

Ik weet wat ''demonstrative pronouns'' zijn en ik weet hoe ik ze kan toepassen.
A
Ja
B
Nee
C
ongeveer, ik moet nog even oefenen
D
Ik heb extra uitleg nodig

Slide 36 - Quizvraag

How well do you know these grammar items?
😒🙁😐🙂😃

Slide 37 - Poll