3.3 Bezinken en filtreren

3.3 Bezinken en filtreren
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

3.3 Bezinken en filtreren

Slide 1 - Tekstslide

Programma
-Formatieve check
10 min
-Oefeningen nakijken
10 min
-Filtreren en bezinken
20 min
-Practicum
20 min
-Oefenen
20 min

Slide 2 - Tekstslide

Formatieve check
Klik op de link om naar een nieuwe les te gaan, hierbij kan je zelf feedback geven op je leerdoelen:
Checks voor 3.3 Bezinken en filtreren

De laatste slide sla je voor nu over, deze is voor het einde van de les!

Slide 3 - Tekstslide

Oefeningen nakijken
Ik loop langs om te controleren of je je spullen bij je hebt en of de oefeningen gemaakt zijn.

De antwoorden staan in het eerste tabblad van de Studiewijzer in Magister.
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
Wat behandelen we vandaag?

  • Je kunt uitleggen wanneer je kiest voor bezinken en afschenken of voor filtreren.
  • Je kunt bij filtreren benoemen uit welke stoffen het residu en het filtraat bestaan.
  • Je kunt benoemen op welke stofeigenschap filtreren is gebaseerd.

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een scheidingsmethode?
Een scheidingsmethode is een manier om een mengsel te scheiden tot zuivere stoffen.
Dit doen de methodes door middel van verschillen in stofeigenschappen.

Zoals je zelf m&m’s zou scheiden van elkaar gebaseerd op de stofeigenschap kleur.

Slide 6 - Tekstslide

Scheidingsmethodes
  • Filtreren
  • Centrifugeren
  • Bezinken
  • Indampen
  • Destilleren
  • Extraheren
  • Adsorberen

Slide 7 - Tekstslide

Filtreren
  • Filtreren is gebaseerd op een verschil in
    deeltjesgrootte.
  • Je kunt een suspensie filtreren

  • Benodigdheden: filter, trechter, reageerbuis
  • Wat in filter achterblijft → residu
  • Wat door filter heen gaat → filtraat

  • filtraat is vaak een oplossing
  • Kan heel goed met zand en water

Slide 8 - Tekstslide

Filterpapier
  • Filterpapier bevat poriën.
  • Poriën hebben een bepaalde grootte.
  • deeltjes < poriën, deeltjes gaan door het papier.
  • deeltjes > poriën, deeltjes gaan niet door het papier.

Slide 9 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van filtreren.

Slide 10 - Woordweb

Bezinken en afschenken
Suspensie of emulsie:
  • Troebel mengsel
  • Vaste stof die zweeft in een vloeistof of 2 vloeistoffen die niet goed mengen.

  • Na een tijdje zakt een stof naar beneden, dit noem je bezinken.
  • Deeltjes met grote dichtheid zakken naar de bodem
  • Daarna bovenste laag afschenken

Slide 11 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van een mengsel dat je kan laten bezinken en afschenken.

Slide 12 - Woordweb

Centrifugeren
  • Een speciale vorm van bezinken.
  • Gebruikt snel ronddraaiende bewegingen om te scheiden.
  • Scheiden op basis van dichtheid.

Zoals een droger, wasmachine of slacentrifuge.


Slide 13 - Tekstslide

Op welke stofeigenschap is filtreren gebaseerd?
A
Dichtheid
B
Kookpunt
C
Deeltjesgrootte
D
Oplosbaarheid

Slide 14 - Quizvraag

Welk type mengsel(s) kan je filtreren?
A
Oplossingen
B
Suspensies
C
Emulsies

Slide 15 - Quizvraag

Hoe heet de stof die achterblijft bij filtreren?

Slide 16 - Open vraag

Op welke stofeigenschap is bezinken en centrifugeren gebaseerd?
A
Dichtheid
B
Kookpunt
C
Deeltjesgrootte
D
Oplosbaarheid

Slide 17 - Quizvraag

Practicum
We gaan rode wijn in witte wijn veranderen!

Slide 18 - Tekstslide

Oefeningen
Ga aan de slag met de volgende oefeningen:

Hoofdstuk 3 Paragraaf 3:
3 t/m 10

Slide 19 - Tekstslide

Welke leerdoelen beheers je?
Klik op de link, deze opent weer de check. Vul nu de laatste slide in:

Slide 20 - Tekstslide