Hst 13 samenstellingen + start Hst 22

Op tafel:
Laptop
Telefoon in zwarte zakkie
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Op tafel:
Laptop
Telefoon in zwarte zakkie

Slide 1 - Tekstslide

Welkom!
Op tafel:
Kernboek + schrijfmap + huiswerk

Telefoon in zwarte zakkie

Slide 2 - Tekstslide

Agenda
  1. Theorie + huiswerk 
  2. Aan de slag 

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen 
Samenstellingen: 

hoe maak je ze en hoe spel je ze dan? 



Slide 4 - Tekstslide

Vandaag 
Hoofdstuk 13
Samenstellingen: hoe maak je ze en hoe spel je ze dan? 

Uitleg en oefenen 
Huiswerk voor dinsdag 

Slide 5 - Tekstslide

Waarom eigenlijk?
Die vind ik zelfs moeilijk want er ontstaan continu nieuwe samenstellingen

Je kunt er zoveel maken dat ze niet allemaal in het woordenboek staan

MSWord of andere spellingcheckers herkennen ze niet als ze nieuw zijn

Slide 6 - Tekstslide

Vraag 1 (huiswerk)
a brandweerladder
 b verrassingseffect
 c daartegenover
 d klantenservice
 e kinderboekenschrijver
 f groene thee
 g apetrots
 h stedentrip
 i cybercrime
 j weersvooruitzicht


Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Maak een samenstelling van drie woorden

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Maak...
... samenstelling van drie zelfstandige naamwoorden 

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag..
Maak nu 

Vraag 2, 3, 4

timer
7:00

Slide 14 - Tekstslide

Vraag 2
a hemelsbreed
 b motorrijden
 c luchtballon
 d blauwe bessen
 e trainingsschema
 f geboorteplaats
 g slechthorende
 h eiersalade
 i hoofdpijndossier
 j middernacht



Slide 15 - Tekstslide

Op tafel:
Laptop
Telefoon in zwarte zakkie

Slide 16 - Tekstslide

Welkom!
Op tafel:
Kernboek + schrijfmap + huiswerk

Telefoon in zwarte zakkie

Slide 17 - Tekstslide

Agenda
  1. Huiswerk hst 13
  2. Start hst 22 - fictie 

Slide 18 - Tekstslide

Leerdoelen 
Samenstellingen: 
Hoe maak je ze en hoe spel je ze dan? (hst 13)

Fictie: leren hoe een schrijver spanning creëert met het gebruik van de tijd (hst 22)







Slide 19 - Tekstslide

Vraag 3
 a Drink water. Het gaat hier namelijk niet om water bedoeld om te drinken (drinkwater). ‘Drink’ is hier de gebiedende wijs, het vertelt wat je moet doen: drinken. ‘Water’ is wát je moet drinken.
 b Beukenhout. Want het gaat hier om een ding, namelijk een harde houtsoort.
 c Weer wolven. Bedoeld wordt dat er opnieuw wolven zijn gespot, niet dat er weerwolven (mensen die ’s nachts in wolven veranderen) zijn gespot.
 d Goedpraten. Er wordt namelijk niet bedoeld dat hij goed kan praten. Het gaat hier om één begrip: zeggen dat iets niet of minder erg is dan het eigenlijk is.
 e Roze blaadjes. Want roze is hier een bijvoeglijk naamwoord bij het zelfstandig naamwoord blaadjes.





Slide 20 - Tekstslide

Vraag 4
 a Bijvoorbeeld: Vandaag gaan we buiten sporten want het is mooi weer.
 b Bijvoorbeeld: De meeste buitensporten vind ik leuk om te doen.
 c Bijvoorbeeld: De kapitein roept dat het land in zicht is.
 d Bijvoorbeeld: Pim heeft weinig ruimtelijk inzicht; inparkeren kan hij dus niet.
 e Bijvoorbeeld: Marco is te goed voor dit team, dus is hij overgeplaatst.
 f Bijvoorbeeld: U heeft een tegoed van 50 euro op deze pas staan.




Slide 21 - Tekstslide

Huiswerk 
Lezen blz. 56 van hst 13 en maak vraag 7 + 9 van hst 13 (blz. 57) 

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Uit je hoofd leren => 

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Huiswerk vraag 7 
7 a een, vijf, 2017, 75-plussers, 12- tot 16-jarigen, tien
 b 163-karaats, 14, elf, een.


Slide 28 - Tekstslide

Huiswerk vraag 9
a astma-aanval

 b tweepersoonsbed
 c niet-rokencoupé
 d politie-uniform
 e lastminuteaanbieding
 f 3D-printen
 g ski-jack
 h Belgisch-Limburgs
 i kinder-t-shirt
 j top 40-nummer


Slide 29 - Tekstslide

Hst 22 Fictie - Tijd
Eerst een paar begrippen
(nodig voor boekopdracht) 

Slide 30 - Tekstslide

Tijd in verhalen (boek, serie of film) 
Chronologisch = gebeurtenissen vinden plaats in de volgorde waarin ze hebben plaatsgevonden

Ik werd wakker... stond op... kleedde me aan.. maakte ontbijt etc 

Tijden gaan soms door elkaar heen, soms gaan ze logisch van begin tot einde. Zoals in Chronologie. En soms ook niet. 

Slide 31 - Tekstslide

Wat is er bijzonder in de ‘chronologie’ van de volgende clip van Coldplay?

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Huiswerk volgende les 
Lezen hst 22 en 23 theorie (voorbereiden op boekopdracht)

Slide 34 - Tekstslide

Maak van onderstaande woorden een juiste samenstelling:

verrassing effect

Slide 35 - Open vraag

Maak van onderstaande woorden een juiste samenstelling:

beren sterk

Slide 36 - Open vraag

Maak van onderstaande woorden een juiste samenstelling:

groene thee

Slide 37 - Open vraag

Maak van onderstaande woorden een juiste samenstelling:

hond hok / groente soep

Slide 38 - Open vraag

Maak van onderstaande woorden een juiste samenstelling.
Let op: sommige samenstellingen schrijf je met een koppelteken.
politie uniform
A
politieuniform
B
politie-uniform
C
politie uniform

Slide 39 - Quizvraag

Maak van onderstaande woorden een juiste samenstelling.
Let op: sommige samenstellingen schrijf je met een koppelteken.

koffie apparaat
A
koffie apparaat
B
koffie-apparaat
C
koffieapparaat

Slide 40 - Quizvraag

Wat is de juiste schrijfwijze?

De 65 plusser werd 71 jaar geleden in 1950 geboren.
A
De vijfenzestig plusser werd éénenzeventig jaar geleden in 1950 geboren.
B
De 65plusser werd éénenzeventig jaar geleden in 1950 geboren.
C
De 65-plusser werd 71 jaar geleden in 1950 geboren.
D
De 65-plusser werd éénenzeventig jaar geleden in negentienvijftig geboren.

Slide 41 - Quizvraag

Huiswerk dinsdag 

Hoofdstuk van 13
maken vragen 1, 2, 3, 4, 7, 9
Neem mee naar de les. 

Slide 42 - Tekstslide