Psychogeriatrische zorgvrager - week 18

De psychogeriatrische zorgvrager 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

De psychogeriatrische zorgvrager 

Slide 1 - Tekstslide

Opzet les
De student:
- Psychogeriatrische zorgvrager
- Casus uitwerken
- Start eindopdracht

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling kennis
Geriatrie = Ouderen geneeskundige behandeling
Geriatrische zorgvrager
Multiple pathologie
Polyfarmacie

Slide 3 - Tekstslide

Begrip: Muliple pathalogie
Geriatrische zorgvrager = een complex ziektebeeld (multiple pathologie). Dit ziektebeeld wordt veroorzaakt door lichamelijke en / of geestelijke functiestoornissen, verscheidene ziekten en / of een zwak sociaal evenwicht. Daarbij bestaat er een neiging tot blijvende hulpbehoevendheid.

Slide 4 - Tekstslide

Nieuw: Psychogeriatrische zorgvrager 
PG afdeling 

Geestelijke vermogens (psycho) op hogere leeftijd (geriatrie)

Zorg die verleend wordt aan ouderen met een psychische stoornis die verband houdt met ouderdom, zoals dementie 


Slide 5 - Tekstslide

Dementie
 Het Latijnse woord voor dementie is dementia (ontgeesting) 
Het is een combinatie van symptomen in de hersenen.
Dementie veroorzaakt schade aan de hersenen. 
Gevolg: de hersenen verwerken informatie niet meer goed,
 lichaam en de geest gaan achteruitgaan. 
Ruim 50 soorten dementie.

Hierdoor kan je naaste simpele dagelijkse taken minder goed of niet meer uitvoeren. In het begin zal ze bijvoorbeeld moeite hebben met het juist innemen van medicijnen, of het betalen van rekeningen. Later zullen ook taken als koken en aankleden steeds meer moeite gaan kosten.

Slide 6 - Tekstslide

Eén of meerdere van de volgende symptomen:
  • Geheugenstoornissen
  • Taalproblemen in woord of schrift (afasie)
  • Problemen met het uitvoeren van complexe handelingen (apraxie)
  • Problemen met het herkennen van voorwerpen (agnosie)
  • Problemen met logisch denken, plannen, organiseren en uitvoeren van activiteiten
  • Aandachts- of concentratieproblemen of verminderde mentale verwerkingssnelheid
  • Stoornissen in het denken in beelden (visueel-ruimtelijk denken) of het tekenen of namaken van voorwerpen

Er is pas sprake van dementie als bovenstaande symptomen steeds erger worden en niet door een ander ziektebeeld te verklaren zijn, zoals een delier, een depressie of schizofrenie. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Wat gebeurd er in de hersenen?
Verlies van verbindingen tussen de hersencellen (neuronen).
De neuronen kunnen niet meer goed met elkaar communiceren. Naarmate de ziekte vordert, gaan ook de neuronen verloren.

 Hierdoor kan bij de ziekte van Alzheimer het brein wel een derde van het gewicht verliezen.

Slide 9 - Tekstslide

Verloop van de ziekte 1
 De ziekte van Alzheimer en vasculaire dementie komen het meest voor.
Bij sommige mensen kan de achteruitgang heel snel verlopen, terwijl anderen nog jarenlang een relatief normaal leven kunnen leiden.
Gemiddeld 8 jaar.

Zeventig procent van hen woont thuis, met hulp van hun naasten. De klachten nemen gedurende het ziekteproces toe en worden geleidelijk zo ernstig dat ze het dagelijks functioneren sterk belemmeren.


Slide 10 - Tekstslide

Verloop van de ziekte 2
Vaak komen ook andere verschijnselen en ziektebeelden voor, zoals:
Desoriëntatie in tijd, plaats of persoon
Stemmings- of gedragsveranderingen, zoals depressie- en/of angstklachten
Lusteloosheid of juist hyperactiviteit, rusteloos gedrag en agitatie
Wanen en hallucinaties
Lichamelijke problemen, zoals algehele verzwakking, ontstekingen, incontinentie en pijnklachten
Op den duur waarschijnlijk 24 uur per dag zorg nodig. Uiteindelijk raakt de cliënt zo verzwakt dat een andere ziekte of infectie de uiteindelijke doodsoorzaak kan zijn. 
Veelvoorkomend is een longontsteking,
ontstaan door slikproblemen in een laat stadium van de ziekte.

Slide 11 - Tekstslide

Invloeden op dementie 
Een slechte conditie van hart en bloedvaten kan de kans op vasculaire dementie en de ziekte van Alzheimer verhogen. 

Gevarieerd en niet te vet eten, matig zijn met alcohol, niet roken en regelmatig bewegen, verkleinen de kans op dementie. Dementie is zelden erfelijk.

Slide 12 - Tekstslide

Gebruikte bron over dementie
https://www.dementie.nl/over-dementie/wat-is-dementie/uitleg-over-dementie/wat-is-dementie

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht
Lees de casus van de heer Mijndrecht
Maak de vragen individueel 

Je vind de casus in de teamstegel LFLV
In de map lesmateriaal

Slide 14 - Tekstslide

Eindopdracht periode 2
Zie de opdracht in de teamstegel LFLV
In de mag lesmateriaal

Lees eerst de opdracht goed door, daarna vragen.
Inleveren: 24 januari

Slide 15 - Tekstslide