Par. 1.4 Nigeria kansen en bedreigingen

WELKOM!
Chromebook, leerboek op tafel. Tassen op de grond.
Start je CB vast op: ga naar LessonUp. 
Mobiel niet zichtbaar!
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

WELKOM!
Chromebook, leerboek op tafel. Tassen op de grond.
Start je CB vast op: ga naar LessonUp. 
Mobiel niet zichtbaar!

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Herhalen 1.3 (15 min)
  • Bespreken par. 1.4 (20 minuten)
  • Werken aan opdrachten digitale werkboek (rest)

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 1.2
  • Je kunt beschrijven wat wereldhandel betekent.
  • Je kunt beschrijven wat wordt verstaan onder ontwikkelingssamenwerking.
  • Je kunt beschrijven hoe Nigeria door ontwikkelingssamenwerking wordt geholpen.
  • Je kunt beschrijven en verklaren wat voor- en nadelen zijn van vrije wereldhandel voor Nigeria.
  • Je kunt beschrijven en verklaren wat voor- en nadelen zijn van buitenlandse investeringen voor Nigeria.
  • Je kunt beschrijven en verklaren wat voor- en nadelen zijn van het feit dat veel Nigerianen in het buitenland werken.

Slide 3 - Tekstslide

Herhalen 1.3
  1. Je krijgt van de docent een blad met 3 'invulvakken'. 
  2. In het eerste invulvak noteer je alles wat je nog weet van de vorige les. Hiervoor krijg je 4 minuten.
  3. Na deze 4 minuten geef je je blad aan je buur. Hij/zij lees jouw antwoorden door en vult in het 2e vak aan wat volgens hem/haar ontbreekt. Hiervoor krijg je 3 minuten.
  4. Hierna wordt de opdracht klassikaal besproken en wordt in het 3e vak aangevuld wat nog ontbreekt.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Vragen?

Slide 11 - Tekstslide

Ontwikkelingssamenwerking
Vroeger: ontwikkelingshulp; rijke landen geven een zak geld aan arme landen. Zij beslissen wat hiermee gebeurt. Nadelen? 

Tegenwoordig: samenwerking; rijke landen steunen arme landen bij het maken van ontwikkelingsplannen en/of ontwikkelingsorganisaties ondersteunen lokale organisaties. 
Corruptie: geld komt niet terecht waar het hoort.
Geld wordt in het leger gestopt
'Donoren' eisen politieke invloed

Slide 12 - Tekstslide

Verschuiving

Slide 13 - Tekstslide

Soorten
Noodhulp: 
Hulp bij rampen om in leven te blijven. Voorbeelden?

Structurele hulp / duurzame hulp:
Hulp om blijvende verbeteringen in de levensomstandigheden aan te brengen. 



Slide 14 - Tekstslide

Door wie?
Landen:
- bilaterale hulp: directe giften van ene land aan andere land
- multilaterale hulp van ene land naar VN naar ontwikkelingsland. 

Non-gouvermentele organisaties (NGO's):
hulporganisaties die onafhankelijk van de overheid werken. 
Voorbeelden? 

Bedrijven: investeren in infrastructuur, ziekenhuizen, scholen

Slide 15 - Tekstslide

dit is een
voorbeeld van:
A
Noodhulp
B
Structurelehulp

Slide 16 - Quizvraag

Welke soort hulp is dit?
A
Structurele hulp
B
noodhulp

Slide 17 - Quizvraag

Hieronder staan drie zinnen waarin een woord ontbreekt.

- Hulp waar bewoners blijvend iets aan hebben, heet [..1..].
- Hulp waar mensen korte tijd iets aan hebben, heet [..2..].
- Bij een hongersnood is [..3..] nodig.

Welke woorden moeten staan bij 1, 2 en 3?
A
1 = structurele hulp, 2 = noodhulp, 3 = structurele hulp
B
1 = structurele hulp, 2 = noodhulp, 3 = noodhulp
C
1 = noodhulp, 2 = structurele hulp, 3 = noodhulp
D
1 = noodhulp, 2 = structurele hulp, 3 = noodhulp

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Link

Vrije wereldhandel
Alle landen handelen zonder elkaar tegen te werken. Landen kunnen gemakkelijker importeren en exporteren.

Verdienen veel met waar ze het best in zijn (aardolie, cacao) en vaak waar het het goedkoopst is


Slide 20 - Tekstslide

Les 8 - Vrije wereldhandel
-
Voordelen
  • Landen kunnen zich specialiseren in datgene wat ze goed of het goedkoopste kunnen;
  • Bedrijven hebben toegang tot buitenlandse afzetmarkten - meer verkoop;
  • Meer concurrentie waardoor men efficiënter produceert - je moet het beste uit jezelf halen;
  • Je kunt aan producten komen die in eigen land niet beschikbaar zijn.
Vrije wereldhandel?
Nadelen
  • Door concurrentie worden de prijzen lager (voor de consument een voordeel!) of kun je de concurrentiestrijd verliezen;
  • Schommelingen in prijs - olieprijs in Nigeria?;
  • Importproducten die Nigeria zelf ook produceert zijn goedkoper - Nigeriaanse bedrijven verkopen dan niets;
  • Vrijhandel lokt protectionisme op (bescherming van de eigen productie tegen concurrentie uit het buitenland.

Slide 21 - Tekstslide

invoerrechten (importheffingen)
Een extra belasting op buitenlandse producten zodat deze duurder worden. 

De eigen producten worden
dan goedkoper. 
Mensen zullen dus het 
product uit het eigen land
kopen omdat dit goedkoper
is. Dat is goed voor de eigen
industrie en voor banen.

Slide 22 - Tekstslide

Subsidies
In de Amerikaanse staal is duurder dan de Europese staal. Als de VS de staalproducenten geld geven (subsidies, blauw), kunnen zij hun staal tegen een lagere prijs verkopen. Het verschil tussen de lage verkoopprijs en verkoopprijs zonder subsidies (blauw) krijgen zij van de Amerikaanse overheid.

Op die manier wordt Amerikaanse staal goedkoper, zullen zij dit verkopen en Europa niet.

Slide 23 - Tekstslide

kansen en bedreigingen: arbeidsmigratie
3 soorten migranten:
  • economisch/arbeid
  • seizoen
  • kennis 

Positief: Nigeriaanse migranten sturen geld naar familie.
Nadeel: braindrain (als men terugkomt is het een voordeel!)

Slide 24 - Tekstslide

Vragen?
vragen?

Slide 25 - Tekstslide

Aan het werk!
Maken van 1.4: 
opdracht 1, 3, 4, 6, 8, 9, 12 + zelftoets.

Maandag na de vakantie af. In de les herhalen.
Rep. H1 maandag 2 november!

Slide 26 - Tekstslide