ken je de werkwoordstijden in het Frans ?
1 / 10
Lesduur is: 7 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Ruben aime les poules
in welke tijd staat deze zin ?
in welke tijd staat deze zin ?
A
passé composé
B
présent
C
imparfait
D
futur
Slide 2 - Quizvraag
Job a mangé des Napoléons
in welke tijd staat deze zin ?
in welke tijd staat deze zin ?
A
passé composé
B
présent
C
imparfait
D
futur
Slide 3 - Quizvraag
Ayden et Levi sont deux garçons dans la classe H3
in welke tijd staat deze zin?
in welke tijd staat deze zin?
A
passé composé
B
présent
C
imparfait
D
futur
Slide 4 - Quizvraag
Matthijs jouait bien au foot
in welke tijd staat deze zin?
in welke tijd staat deze zin?
A
passé composé
B
présent
C
imparfait
D
futur
Slide 5 - Quizvraag
Hadassa belde met Britt
Hadassa ... avec Britt
Hadassa ... avec Britt
A
téléphone
B
a téléphoné
C
téléphonait
D
téléphoner
Slide 6 - Quizvraag
Roos et Evi hebben donuts gegeten
Roos et Evi .... des donuts
Roos et Evi .... des donuts
A
mangent
B
mangeaient
C
ont mangé
D
mangeront
Slide 7 - Quizvraag
Myrthe en Dylène huurden een waterscooter
Myrthe et Dylène .... un scooter des mers
Myrthe et Dylène .... un scooter des mers
A
louent
B
louaient
C
ont loué
D
loueront
Slide 8 - Quizvraag
Lucas houdt van gamen
Lucas ... jouer aux jeux vidéo
Lucas ... jouer aux jeux vidéo
A
aimet
B
aime
C
aiment
D
aimer
Slide 9 - Quizvraag
vertaal in het Frans:
ik kijk - ik keek - ik heb gekeken
ik kijk - ik keek - ik heb gekeken
