wk 14: werkwoordstijden, zinnen omzetten van vorm + tekstbegrip herhaling blok 1 t/m 3 2V en 2Q
Lezen in je leesboek
timer
7:00
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2
In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.
Onderdelen in deze les
Lezen in je leesboek
timer
7:00
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen deze les:
Je kunt bepalen of een zin in de passieve of actieve vorm staat.
Je kunt de werkwoordstijden ott, ovt, vtt, vvt van elkaar onderscheiden
Je kunt zinnen omzetten van vorm (van actief naar passief en andersom)
Slide 2 - Tekstslide
Actieve (A) en Passieve (P) vorm (herhaling vorige les)
Als we vragen in welke vorm een zin staat, kun je kiezen uit:
de actieve of de passieve vorm.
Actieve zinnen (bedrijvende): Het onderwerp doet iets, heeft iets gedaan of gaat iets doen.
Passieve zinnen (lijdende): het onderwerp doet niets, maar er wordt iets met het onderwerp gedaan.
Slide 3 - Tekstslide
Werkwoordstijden
tt/vt --> kijk alleen naar de pv!
De kat heeft de muis in de tuin gevangen. --> tt
Ik kon me dat verhaal moeilijk voorstellen. --> vt
voltooid/onvoltooid --> is er een hww van hebben of zijn?
De kat heeft de muis in de tuin gevangen. --> tt --> voltooid
Ik kon me dat verhaal moeilijk voorstellen. --> vt --> onvoltooid
Slide 4 - Tekstslide
Zinnen omzetten van vorm
Je kunt passieve zinnen actief maken of actieve zinnen passief. Je zet een zin dan om van vorm. De tijd blijft altijd hetzelfde!
tijd
passieve vorm
actieve vorm
ott
De koe wordt door de knecht gemolken.
De knecht melkt de koe.
ovt
De koe werd door de knecht gemolken.
De knecht molk de koe.
vtt
De koe is door de knecht gemolken.
De knecht heeft de koe gemolken.
vvt
De koe was door de knecht gemolken.
De knecht had de koe gemolken.
Slide 5 - Tekstslide
Zinnen omzetten van vorm (vereenvoudigde tabel)
tijd
passieve vorm
actieve vorm
ott
wordt gemolken
melkt
ovt
werd gemolken
molk
vtt
is gemolken
heeft gemolken
vvt
was gemolken
had gemolken
Slide 6 - Tekstslide
Samen bespreken opdr 5 blz. 131.
Ga naar drive --> grammatica --> blok 1 t/m 3 --> oefening passieve en actieve vorm (alleen opdr 1 maken) + zelf nakijken in drive.
Ga naar drive --> grammatica --> blok 1 t/m 3 --> oefening passieve en actieve vorm (alleen opdr 2 maken) + zelf nakijken in drive.
Samen bespreken opdr 5 blz. 131.
Ga naar drive --> grammatica --> blok 1 t/m 3 --> oefening passieve en actieve vorm (alleen opdr 1 maken) + zelf nakijken in drive.
Blz. 131 opdr 6 samen maken (alleen vraag 1)
Huiswerk: Alle opdrachten zijn af + leren passieve/actieve vorm, omzetten van vorm + werkwoordstijden.
Slide 7 - Tekstslide
LEZEN
Slide 8 - Tekstslide
Groepjes 2Q
1: Skip, Joep, Julius, Emma, Roos
2: Fos, Zeb, Pien, Wilmijn, Anna-Lyke
3: Simon, Ciske, Rosaly, Robin, Julie
4: Steyn, Maurits, Sophie, Lot S, Selen
5: Lot K, Claudia, Loek, Evi, Cas
6: Berend, Lola, Rowen, Maas
Slide 9 - Tekstslide
Groepjes 2V
1: Finn, Feline, Rozemarijn, Sanne, Evy
2: Ids, Carmen, Lise, Gijs, Britt Beumer
3: Nienke, Anna, Zonne, Justin, Lena
4: Guido, Merle, Eloïse, Hülya, Detlef
5: Yusra, Britt Bleumink, Hanibal, Leanne
Slide 10 - Tekstslide
Lesdoelen:
Je weet welke 6 tekstsoorten en -doelen er zijn.
Je kunt bij de verschillende tekstsoorten tekstvormen bedenken
Je weet wat een deelonderwerp is
Je kunt de kernzin van een alinea bepalen
Je kent de volgende 3 verbanden: uitspraak-opsomming, uitspraak-tegenstelling en uitspraak-voorbeeld.
Je kunt deze 3 verbanden herkennen en zelf bedenken.
Slide 11 - Tekstslide
Groepswerk
In je groepje werk je samen aan 5 opdrachten. Na iedere opdracht zorgt de materiaalchef voor een check bij de docent en regelt de nieuwe opdracht.
Gebruik voor de opdrachten de kranten die in je groepje liggen of de tekst bij de opdracht hoort.
De taakchef is de enige met een iPad en verzamelt de antwoorden in een Google document. Dit document deel je vanaf de eerste opdracht al met je docent.
Je hebt in totaal 2 lessen (2 x 40 min) om alle opdrachten af te ronden.