Vochtbalans en urinestelsel

Leer pad urinestelsel 
Dit leer pad moet je individueel doorlopen en invullen.
Je mag natuurlijk samen overleggen maar zorg dat het de antwoorden zelf invult in Lesson Up!
sommige dia's zijn informatief en hoef je dus allen te lezen en maak je als je dit wil aantekeningen voor jezelf, bij andere dia's moet je iets opzoeken in je Anatomie boek  en invullen in Lesson Up.
Anja en ik hopen dat je met net zoveel plezier dit leer pad doorlopen als dat wij het hebben gemaakt.  
 Heel veel succes!  
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Leer pad urinestelsel 
Dit leer pad moet je individueel doorlopen en invullen.
Je mag natuurlijk samen overleggen maar zorg dat het de antwoorden zelf invult in Lesson Up!
sommige dia's zijn informatief en hoef je dus allen te lezen en maak je als je dit wil aantekeningen voor jezelf, bij andere dia's moet je iets opzoeken in je Anatomie boek  en invullen in Lesson Up.
Anja en ik hopen dat je met net zoveel plezier dit leer pad doorlopen als dat wij het hebben gemaakt.  
 Heel veel succes!  

Slide 1 - Tekstslide

leerdoelen urinestelsel
  • Je  kunt na het doorlopen van deze dia's  beschrijven hoe de mictie (het plassen)  werkt 
  • Je kunt na het doorlopen van deze dia's de functie van de nieren beschrijven. 

Slide 2 - Tekstslide

Het urinestelsel

Slide 3 - Tekstslide

0

Slide 4 - Video

Waaruit bestaat het urinestelsel? Typ dit in op je telefoon, je ziet dan je antwoord in het beeld verschijnen. Klik hierna op je laptop door naar de volgende dia

Slide 5 - Open vraag

Het urinestelsel
Het urinestelsel zorgt ervoor dat de afvalstoffen het lichaam via de urine verlaten.
Het bestaat uit:
  • Nieren
  • Urineleiders
  • blaas
  • Urinebuis
  • prostaat(bij mannen)

Slide 6 - Tekstslide

Nieren
Belangrijkst functies:
  • schadelijke stoffen en afvalstoffen filteren uit het bloed.
  • overtollig water en zout afvoeren uit het lichaam.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Welke beweringen zij juist?
er zijn meerdere antwoorden mogelijk
A
De nieren verwijderen zout
B
De nieren verwijderen afvalstoffen
C
De nieren zorgen voor voldoende zout en water in je lichaam
D
De nieren verwijderen bloed

Slide 9 - Quizvraag

Van de afvalstoffen in het bloed wordt urine gemaakt :
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Van afvalstoffen in het bloed wordt urine gemaakt.
  • Normaal plas je ongeveer 1,5 liter per dag (afhankelijk van innamen.
  • Urine bestaat voor 95% uit water, afvalstoffen, zouten, hormonen en overtollige vitaminen.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Opzoekopdracht
Zoek  in Anatomie, fysiologie en pathologie boek op bladzijde 15 naar de waarneembare afwijkingen in de urine met de mogelijke oorzaken. Dit is een kennis opdracht  
lees het schema  en maak als je dit wil aantekeningen.

Slide 13 - Tekstslide

Urineleiders
De 'weg' tussen de nieren en de blaas.

Slide 14 - Tekstslide

Blaas
De blaas is de verzamelplek van de urine.
  • Inhoud is ongeveer 500ml voor een volwassenen. (Dit neemt af als je ouder wordt.)
  • Bij ongeveer 300/400 ml krijgen de hersenen een signaal en krijg je aandrang om te plassen.

Slide 15 - Tekstslide

Urinebuis
Loopt van de blaas naar de plaats waar de urine het lichaam verlaat.

De urinebuis bij een man is langer en ligt een klier omheen, dit is de prostaat.

Slide 16 - Tekstslide

Bedenk voor jezelf : heb je na
 het doorlopen van de dia's de leerdoelen behaald?
  • Je  kunt na het doorlopen van deze dia's  beschrijven hoe de mictie (het plassen)  werkt 
  • Je kunt na het doorlopen van deze dia's de functie van de nieren beschrijven. 

Slide 17 - Tekstslide

Vochtbalans

Slide 18 - Tekstslide

Leerdoelen vochtbalans: 

aan het einde van deze dia's kun je vertellen wat:
een negatieve vochtbalans is
wat een positieve vochtbalans is


Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Mw. Voorsluijs drinkt 1280 ml. ze urineert 650 ml heeft mw. een positieve of negatieve vochtbalans?
A
Een positieve vochtbalans
B
Een negatieve vochtbalans

Slide 22 - Quizvraag

Leerdoelen vochtbalans:  bedenk voor jezelf heb ik deze leerdoelen bereikt?

aan het einde van deze dia's kun je vertellen wat:
een negatieve vochtbalans is
wat een positieve vochtbalans is


Slide 23 - Tekstslide

Urine : Kennis opfrissen
De volgende dia's zijn om je kennis over urine weer even op te frissen 

Slide 24 - Tekstslide


Wat zijn de 6 observatie punten van urine?
(antwoord wordt op de volgende dia gegeven)

Slide 25 - Woordweb

Observeren urine:
  • Geur
  • Kleur
  • Hoeveelheid
  • Frequentie
  • Helderheid
  • Manier van urineren

Slide 26 - Tekstslide

Dit is een .....?
A
Schuitje
B
Trottoir
C
Urinaal
D
Vaginaal

Slide 27 - Quizvraag

Urine-incontinentie = onwillekeurig verlies van urine

Slide 28 - Tekstslide

Welke 2 vormen van urine-incontinentie
(die jullie hebben uitgewerkt en gepresenteerd in de klas)
zijn in de vorige dia niet genoemd?
A
blaas incontinentie
B
functionele incontinentie
C
totale incontinentie
D
bekkenbodem incontinentie

Slide 29 - Quizvraag

0

Slide 30 - Video

Waarom hebben vrouwen vaker een blaasontsteking dan mannen?
A
Vrouwen moeten vaker naar het toilet
B
Mannen hebben een korte urinebuis
C
Mannen zijn niet zo hygiënisch
D
Vrouwen hebben korte urinebuis

Slide 31 - Quizvraag

Incontinentie materiaal
In je werk in de zorg  moet je dagelijks de handeling "incontinentie materiaal verschonen " uitvoeren.
hieronder nog even enkele filmpjes om de basis nog even te herhalen :-)

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Slide 34 - Video

Slide 35 - Video

Einde leer pad
Je hebt nu het leer pad helemaal doorlopen.
Anja en ik hopen dat je het leerzaam en leuk hebt gevonden!
In de laatste 2 dia's willen we graag nog evalueren,
dus nog even doorklikken 
Als je klaar bent kun je  pauzeren tot de volgende les online weer gaat starten.

Slide 36 - Tekstslide

Hoe vond je het om op deze manier zelfstandig aan het werk te zijn?
0100

Slide 37 - Poll

Noteer hier 1 top en 1 tip over deze manier van zelfstandig (samen) werken?

Slide 38 - Open vraag