M3 Nask2 Toetsvoorbereiding H1 en 2

Toetsvoorbereiding H1 en 2
Kennen en kunnen
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
nask2Middelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Toetsvoorbereiding H1 en 2
Kennen en kunnen

Slide 1 - Tekstslide

Hoe ga je leren
H1.1 t/m 1.5
H2.1 t/m 2.4
Begrippenlijst in het boek
samenvatting in Itslearning (kijk in de planner)

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdstuk 1

Slide 3 - Tekstslide

1.1 scheikunde
*Je weet wat scheikunde is en hoe het verschilt van natuurkunde en biologie.
*Je weet wat stofeigenschappen zijn.
*Je kent de betekenis van gevarenpictogrammen

Slide 4 - Tekstslide

1.2 Fasen en faseveranderingen
*Je bent bekend met het deeltjesmodel
*Je kunt uitleggen wat moleculen zijn
*Je weet dat vaste stoffen worden aangegeven met (s), Vloeistoffen met (l) en gassen met (g)
*Bij water noemen we de faseovergang van vloeibaar naar vast 'bevriezen'

Slide 5 - Tekstslide

1.3 zuivere stoffen en mengsels
*Je weet dat een zuivere stof uit 1 soort moleculen bestaat.
*Een mengsel bestaan uit meerdere soorten moleculen.
*Bij een zuivere stof blijft de temperatuur het zelfde bij een faseverandering

Slide 6 - Tekstslide

*Bij een mengsel veranderd de temperatuur wel bij een faseovergang.

Slide 7 - Tekstslide

1.4 mengsels
*Je kunt een oplossing herkennen. Helder en soms gekleurd.
*Je weet dat een oplossing bestaat uit en oplosmiddel met daarin een andere stof; vast, vloeibaar of gas.

Slide 8 - Tekstslide

Suspensie is een mengsel van een niet-opgeloste vaste stof in een vloeistof.
Troebel.
Vaste deeltjes zakken uiteindelijk vaak naar de bodem van het mengsel. Dit heet bezinken

Slide 9 - Tekstslide

Emulsie
een mengsel van twee vloeistoffen die niet oplossen.
Je kunt een emulsie beter mengen door een emulgator toe te voegen

Slide 10 - Tekstslide

1.5 chemische reacties
*Je weet dat een chemische reactie onomkeerbaar is
*Het is een chemische reactie wanneer beginstoffen verdwijnen en er nieuwe stoffen gevormd worden.

Aardgas (g) + zuurstof (g) --> water (g) + koolstofdioxide (g)

Slide 11 - Tekstslide

Hoofdstuk 2

Slide 12 - Tekstslide

2.1 Water is overal
*Je kunt uitleggen waarom water nodig is om de aarde op een constante temperatuur te houden
* je weet het verschil tussen drinkwater, gedestileerd water, grondwater, oppervlaktewater  en zeewater
*

Slide 13 - Tekstslide

2.2 Zeep
*Je weet dat je kunt schoonmaken met water als spoelmiddel en oplosmiddel
*Slecht oplosbare stoffen kun je vaak met zeep weghalen
*je weet het verschil tussen natuurlijke zeep en synthetische zeep

Slide 14 - Tekstslide

*Hydrofoob = watervrezend, mengt niet met water
*Hydrofiel = waterminnend, mengt goed met water
*zeepmoleculen hebben een hydrofiele kop en een hydrofobe staart
*Natuurlijke zeepmoleculen reageren met kalk in het water en vormt witte stof: kalkzeep

Slide 15 - Tekstslide

2.3 Verzorging van huis haar en gebit
*Crèmes zijn een mengsel van olie en water, een emulsie, er is en emulgator nodig om de crème gemengd te houden.
*Je weet dat bacteriën suikers omzetten in zuren, dit kan tanden beschadigen. In tandplak zitten veel van deze bacteriën

Slide 16 - Tekstslide

2.4 zure en basische schoonmaakmiddelen
*De hardheid van water is hoeveel kalk er in zit opgelost.
*Je weet dat je kalkaanslag met zuur kunt verwijderen. Antikalkmiddelen bevatten vaak citroenzuur of mierenzuur
*Agressieve zure stoffen kunnen materialen beschadigen

Slide 17 - Tekstslide

basen
*Het tegenovergestelde van zuur is in scheikunde basisch.
*Basische stoffen kun je gebruiken om vetten te verwijderen.
*deze kunnen ook agressief zijn en

Slide 18 - Tekstslide

pH waarde
*pH schaal geeft aan hoe zuur of basisch een stof is
0-6 is zuur, 7 neutraal 8-14 basisch.
*Met een indicator kun je aantonen of een stof zuur of basisch is

Slide 19 - Tekstslide

indicatoren
Lakmoespapier: kleurt blauw in zure oplossing, kleurt rood in een basische oplossing

Rodekoolsap: rood in een zure oplossing, blauw groen in een basische oplossing.

Fenolftaleïne: Kleur paars in een basische oplossing, kleurloos in een zure oplossing

Universeel indicatorpapier

Slide 20 - Tekstslide