Paragraaf 3.2 Landschappen

Paragraaf 3.2 Landschappen
Hoofdstuk 3 Zuid-Amerika
Domein Gebieden
4V
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 3.2 Landschappen
Hoofdstuk 3 Zuid-Amerika
Domein Gebieden
4V

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je weet wat op hoofdlijnen het geografische beeld is van Zuid-Amerika.
Je begrijpt hoe het huidige patroon van landschapszones is ontstaan.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Landschapstypen
  • Hoogland van Guyana
  • Hoogland van Brazilië
  • Het Andesgebergte, plateau van Patagonië, Altiplano
  • De laaglanden van: Orinoco, Amazone, Paraná 
Bron 10 p. 77

Slide 4 - Tekstslide

West: actieve continentrand

Slide 5 - Tekstslide

Supercontinent cyclus

Slide 6 - Tekstslide

Plaattektoniek
Drie tektonische plaatbewegingen:

1. Convergent
2. Divergent
3. Transform

Slide 7 - Tekstslide


A
Divergent
B
Convergent
C
Subductie
D
Transform

Slide 8 - Quizvraag


A
Transform
B
Convergent
C
Divergent
D
Subductie

Slide 9 - Quizvraag


A
Convergent
B
Subductie
C
Transform
D
Divergent

Slide 10 - Quizvraag

Plaattektoniek
Bij convergente platen kan er subductie ontstaan (oceanische korst duikt onder continentale korst).

West: actieve continentrand
Oost: passieve continentrand

Slide 11 - Tekstslide

Subductie
Subductie = proces waarbij een zware oceanische aardplaat onder een andere oceanische of continentale plaat duikt
Gevolgen: aardbevingen en vulkanisme

Slide 12 - Tekstslide

Vulkanisme
1 Oceanische plaat met sediment duikt onder continent (=subductie)
2 Op voldoende diepte smelt de plaat en vormt zich dik magma met gas.
3 Het magma stijgt op, vloeit uit de aarde en stolt.
==> andesiet als gesteente

Slide 13 - Tekstslide

Peru-gat
Waarom hier geen vulkanisme?



Slide 14 - Tekstslide

Waarom komt er in het Peru-gat
geen vulkanisme voor
(terwijl er wel subductie is)?

Slide 15 - Open vraag

Peru-gat
Waarom hier geen vulkanisme?

Oorzaak: vlakke subductie
Gevolg: de oceanische plaat komt niet diep genoeg om te gaan smelten

Slide 16 - Tekstslide

Twee rijen met vulkanen
De Andes bestaat op sommige plekken uit twee rijen met vulkanen:

west: actief
oost: dode vulkanen

Oorzaak: dode vulkanen ontstaan tijdens een eerdere subductiefase

Slide 17 - Tekstslide

Altiplano
Tussen de twee rijen met vulkanen ligt de Altiplano: hoogvlakte

Ontstaan tijdens de laatste subductiefase waarbij magma het gebied omhoog heeft geduwd.


Slide 18 - Tekstslide

Voorlandbekken
Bij subductie ontstaat een voorlandbekken 
(ten oosten van het gebergte in Z-A):

wegduikende plaat trekt continent naar 
zich toe + gebergte zorgt voor veel 
gewicht op de plaat > berg + omringende 
land zakt in mantel > bekken ontstaat 
> sedimentatie in bekken.

Slide 19 - Tekstslide

Voorlandbekken
Bekken = laag gelegen gebied
                    

Voorlandbekken ligt parallel aan gebergte

Slide 20 - Tekstslide

Voorlandbekken
Omlaag gekomen gebied aan de niet-subductie zijde (van de Andes)

Oorzaak: het enorme gewicht van het steeds hoger wordende Andesgebergte (bergen > 5000 m) heeft het gebied naar beneden gedrukt.


Slide 21 - Tekstslide

Voorlandbekken
Het voorlandbekken ligt inmiddels weer vol met materiaal afkomstig vanuit het Andesgebergte waar afbraak (=erosie en verwering) plaatsvindt.


Slide 22 - Tekstslide

Lees vraag 2 op blz 49. van je werkboek. Wat is de juiste volgorde?
A
C,F,D,E,B,A
B
E,C, F, D, B,A
C
A,D,F,C,B,E
D
E,E,F,B,A,D

Slide 23 - Quizvraag

De Andes is een bekend gebergte. In welk land ligt de Andes niet?
A
Argentinië
B
Chili
C
Paraguay
D
Peru

Slide 24 - Quizvraag

De Andes
De Andes bestaat uit meerdere bergketens (Cordilleras). Kenmerk = reliëf.

Hiertussen ligt hoogvlakte of hoogland (Altiplano). 
Kenmerk = weinig reliëf.

BRON 10

Slide 25 - Tekstslide

Antiplano
  • Intramontane hoogvlakte -> geheel omsloten door gebergten.

  • Oorspronkelijk een voorlandbekken

  • Opgetild tijdens vorming van de Andes

Slide 26 - Tekstslide

Paragraaf 3.2 Landschap - west
Ik heb extra uitleg nodig over subductie
Ik begrijp de hele alinea niet
Ik moet het even laten bezinken, komt goed
Ik kan door met het volgende onderdeel
Appeltje eitje

Slide 27 - Poll

Oost: passieve continentrand

Slide 28 - Tekstslide

Oost
In het verleden: actief

Tijdens vorming supercontinent Pangea is Z-Amerika op Afrika gebotst ==> vorming Hoogland Brazilië

Slide 29 - Tekstslide

Oost
Nu: passief

Geen aardbevingen en geen vulkanisme.

Slide 30 - Tekstslide

Oost: passieve continentrand

Aan de oostkant treden weinig of geen tektonische verschijnselen op.

Ten oosten van het Andes vinden we schilden (kern van een continent, waar de oudste gesteenten voor komen).

Slide 31 - Tekstslide

Schilden
Schilden bestaan vaak uit metamorfe gesteenten (ontstaan onder extreem hoge hitte en druk) en intrusieve gesteenten (stollend magma in de aardkorst). Dit zijn gesteenten die diep in de aardkorst ontstaan. 

Slide 32 - Tekstslide

De gesteenten waaruit de schilden bestaan worden alleen diep in de aardkorst gevormd. Hoe komt het dat wij deze schilden toch aan de oppervlakte vinden?

Slide 33 - Open vraag

Paragraaf 3.2 Landschap - Oost
Ik heb extra uitleg nodig
Ik moet het even laten bezinken, komt goed
Ik kan door met het volgende onderdeel
Appeltje eitje

Slide 34 - Poll

Bodemschatten

Slide 35 - Tekstslide

Bodemschatten
  • In Andes + hooglanden: ertsen                                                      (ijzer, koper, tin, zilver, goud).  
  • In de tropen: bauxiet (mineraal                                                       voor aluminium). 
  • Voormalige zoutmeren: lithium                                                           (wordt gebruikt in accu’s). 

Slide 36 - Tekstslide

Ontstaan ertsen
Opstijgend magma uit de mantel                                                        bevat metalen: ieder metaal stolt                                                                bij een andere temperatuur >                                                                    gestolde materialen van een soort                                                              hopen zich op > ertsaders ontstaan. 

Slide 37 - Tekstslide

Liggen de meeste steenkoolmijnen vooral in het voorlandbekken of dichtbij de continentale plaat. Leg je antwoord uit

Slide 38 - Open vraag

Leerdoelen
Je weet wat op hoofdlijnen het geografische beeld is van Zuid-Amerika.
Je begrijpt hoe het huidige patroon van landschapszones is ontstaan.

Slide 39 - Tekstslide

Aan de slag
Huiswerk maandag 1 februari:

Verkorte leerroute par 3.2 + hoofdvraag blz 55/56

Slide 40 - Tekstslide