Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
samenvatting hoofdstuk 7
samenvatting hoofdstuk 7
1 / 34
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Wiskunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
In deze les zitten
34 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
samenvatting hoofdstuk 7
Slide 1 - Tekstslide
Wat te bespreken?
Lineair verband ( opg 25)
Kwadratisch verband ( opg 76)
Wortelverband (opg 121)
Machtsverband ( opg 110)
Exponentieel verband ( opg 88)
Exponentieel verband met procenten (opg 114)
Omgekeerd evenredig verband (opg 65)
Periodiek verband ( opg 101)
Formules bij het zelfde verband ( opg 47)
Vergelijkingen oplossen ( opg 48)
Slide 2 - Tekstslide
Lineair verband
Formule
: variabele Y-as= begingetal +/- r.c. x variabele x-as
of bij tabel:
variabele onderkant tabel= begingetal +/- r.c. x variabele bovenkanttabel.
Begingetal aflezen in grafiek bij snijpunt y-as , of aflezen in de tabel onder de 0
r.c. berekenen grafiek= verschil y-as : verschil x-as
r.c berekenen in tabel= verschil onderkant tabel: verschil bovenkant tabel
Slide 3 - Tekstslide
Lineaire formule
Slide 4 - Tekstslide
Wat is het richtings-
coefficient?
A
-2
B
Geen rc
C
0,1 en 0,13
D
-0,1 en -0,13
Slide 5 - Quizvraag
Wat is het richtings-
coefficient?
A
0
B
150
C
20
D
50
Slide 6 - Quizvraag
Kwadratisch verband
Formules met een kwadraat erin.
Grafiek is een parabool
Symmetrie-as in de parabool.
Dalparabool: getal is positief voor de x². vb 20x²
Bergparabool: getal voor de x² is negatief. vb -20x²
LET OP! Bij een negatieve x-variabele deze tussen haakjes zetten. x= -2 -> (-2)²
Slide 7 - Tekstslide
Parabolen
Een parabool is symmetrisch,
Je kunt hem als het ware
dubbelvouwen.
Een parabool heeft een top.
Slide 8 - Tekstslide
Berg of dalparabool?
W
=
3
,
4
t
2
−
2
5
0
A
Berg
B
Dal
C
Geen
Slide 9 - Quizvraag
Berg of dalparabool?
h
=
−
0
,
0
2
a
2
+
3
a
A
Berg
B
Dal
C
Geen
Slide 10 - Quizvraag
Wortel verband
Formule met een
Gebruik haakjes als er onder de een som staat.
vb (6+t)
Grafiek stijgt eerst snel dan langzaam.
√
√
√
Slide 11 - Tekstslide
Machtsverband
Formule waarbij de x variabele een vaste exponent heeft
vb
Grafiek stijgt eerst langzaam dan snel
I
=
3
4
⋅
π
⋅
r
3
Slide 12 - Tekstslide
Wortelverband?
l
e
n
g
t
e
=
3
+
√
6
d
A
JA
B
NEE
Slide 13 - Quizvraag
Machtsverband?
A
JA
B
NEE
Slide 14 - Quizvraag
Kies het wortelverband
A
B
C
Slide 15 - Quizvraag
Machtsverband?
A
JA
B
NEE
Slide 16 - Quizvraag
Exponentieel verband
Formule:
Aantal=begingetal x gf^t
aantal= variabele y-as
t= tijd= variabele x-as
begingetal af te lezen bij t=0
groeifactor (gf) berekenen: y-variabelen door elkaar delen
Slide 17 - Tekstslide
Wat is de groeifactor?
t
2
3
4
H
100
200
400
A
1
B
2
C
1,5
D
4
Slide 18 - Quizvraag
Wat is hier de groeifactor?
A
1,10
B
1,15
C
1,20
D
1,25
Slide 19 - Quizvraag
Wat is het begingetal?
t
2
3
4
H
100
200
400
A
100
B
150
C
50
D
25
Slide 20 - Quizvraag
Exponentiële toename of afname
Exponentiële toename van 22 %
groeifactor is bij toename altijd groter dan 1
groeifactor bij toename 22%:
groeifactor bij afname is <1
groeifactor bij afname van 22% :
1
0
0
2
2
+
1
0
0
=
1
,
2
2
1
0
0
1
0
0
−
2
2
=
0
,
7
8
Slide 21 - Tekstslide
Wat is de groeifactor
A
4
B
104
C
1,04
D
is er niet
Slide 22 - Quizvraag
Er leven nog 8.000 ijsberen op de Noordpool.
Het aantal neemt jaarlijks met 4,25% af.
We gaan exponentiele afname berekenen.
Maak de groeifactor.
A
0,9575
B
0,0425
C
104,25
D
0,9557
Slide 23 - Quizvraag
Omgekeerd evenredig verband
Formules met deelstreep of 2 variabele aan de zelfde kant.
vast getal is x waarde keer y waarde.
vb formules:
of
B
=
a
6
0
0
6
0
0
=
B
⋅
a
Slide 24 - Tekstslide
Is dit een omgekeerd evenredig verband?
A
Ja
B
Nee
Slide 25 - Quizvraag
Is deze
tabel
omgekeerd evenredig?
A
JA
B
NEE
Slide 26 - Quizvraag
0
Slide 27 - Video
De frequentie van dit periodiek verband is:
A
6 sec
B
10 keer per min
C
20 keer per min
D
10 sec
Slide 28 - Quizvraag
De grafiek hiernaast hoort bij een periodiek verband.
Wat is de amplitude?
A
5 meter
B
10 meter
C
15 meter
D
20 meter
Slide 29 - Quizvraag
Formules bij hetzelfde verband
2 formules, waarbij de x en de y variabele hetzelfde verband hebben.
controle: voor a getal invullen, B berekenen. B invullen, uitkomst a moet hetzelfde zijn als dat is ingevuld.
vb
B
=
1
5
+
2
a
a
=
2
B
−
1
5
Slide 30 - Tekstslide
Beschrijven deze twee formules hetzelfde verband?
opbrengst=5+0,5a
a=2xopbrengst-10
Schrijf je aanpak op.
Slide 31 - Open vraag
Vergelijkingen oplossen
Bij een vergelijking stel je twee formules aan elkaar gelijk.
Je gaat op zoek naar hun overeenkomst.
vb: y= 2x +10 en y= 20 -3x
vergelijking: 2x +10=20-3x
oplossen door:
grafieken ( maak bij beide formules een tabel)
balansmethode ( schrijf altijd de tussenstappen op)
inklemmen ( schrijf altijd de tussenstappen op)
Slide 32 - Tekstslide
Maak van de formules een vergelijking en los deze op. Bereken ook y!
y= 2x +10 en y= 20-3x
Slide 33 - Open vraag
Huiswerk
Ga verder met je huiswerk.
Zie hiervoor je leerdoelenplanning of SOM
Slide 34 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Formules
April 2018
- Les met
18 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 1
verbanden, grafieken en vergelijkingen
Oktober 2022
- Les met
45 slides
wiskunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
verbanden, grafieken en vergelijkingen
16 dagen geleden
- Les met
43 slides
wiskunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
examenstof: onderdeel A: Algebraische verbanden
April 2021
- Les met
23 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 4
examenstof: onderdeel A: Algebraische verbanden
17 dagen geleden
- Les met
23 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 4
voorbereiden SE 41
Oktober 2023
- Les met
26 slides
wiskunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Verbanden
December 2022
- Les met
22 slides
examentraining week 2
November 2022
- Les met
20 slides
Wiskunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4