2kb spelling 224-225

2kb spelling b224-225
Het bijvoeglijk naamwoord.
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

2kb spelling b224-225
Het bijvoeglijk naamwoord.

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je al?


Een bijvoeglijk  naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord (mensen, dieren, dingen)

In deze les leer je hoe je BNW correct spelt.

Slide 2 - Tekstslide

De meeste bnw hebben een korte (zonder e)en een langere (met een e) vorm

het toetje is lekker; het lekkere toetje; een lekker toetje

de vakantie was lang; de lange vakantie; een lange vakantie.

Slide 3 - Tekstslide

Het is heel makkelijk om van de korte versie van een bvn, de langerE te maken.
 Je voegt gewoon een E toe.

goed--> goede
fout-->foute
recht--> rechte

Slide 4 - Tekstslide

Maar:
krom--> kromME
plat--> platTe
dik--> dikKE
fit-->fitTE

Soms moet de medeklinker aan het eind verdubbeld worden


Slide 5 - Tekstslide

Nog een feit om te onthouden:

Soms verandert dr f in een v
lief--> lieve

of de s in een z
grijs-->grijze

En ook moet je af en toe een klinker weglaten
langzaam-->langzame

Slide 6 - Tekstslide

Maar de echte uizonderingen zijn:

Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden

materialen zoals hout, zilver, papier, wol schrijf je met een -N- aan het eind.

Houten stoel                               papieren huis
zilveren ring                                wollen trui

Slide 7 - Tekstslide

Maar ook bij materialen is er weer een uitzondering:
vooral nieuwere stoffen zoals:
aluminium, plastic, fleece, polyester blijven onveranderd.

een fleece deken
een plastic bakje
een polyester jurk

Slide 8 - Tekstslide

Schrijf correct:
lief--> het ........ hondje

Slide 9 - Open vraag

Welke is de correcte spelling van het bijvoeglijk naamwoord 'lekker' in de meervoudsvorm?
A
lekkere
B
lekkers
C
lekkeren
D
lekkerst

Slide 10 - Quizvraag

De ......... tandarts

Slide 11 - Woordweb

In het boek gaan we nog meer oefenen.

Op blz. 224 en 225 moet je nu maken opdracht 1 t/m 8

Slide 12 - Tekstslide