Spelling

Trappen van vergelijking
huiswerk check


Je leert over de spelling van bijvoeglijke naamwoorden 
theorie spelling blz 154
controle vragen
Maak de opdrachten  van de les spelling 
Samenvatting
Wat heb je geleerd?
Maak de opdrachten van de les spelling 
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Trappen van vergelijking
huiswerk check


Je leert over de spelling van bijvoeglijke naamwoorden 
theorie spelling blz 154
controle vragen
Maak de opdrachten  van de les spelling 
Samenvatting
Wat heb je geleerd?
Maak de opdrachten van de les spelling 

Slide 1 - Tekstslide

trappen van vergelijking

Slide 2 - Woordweb

Stellende trap
dik
klein
lief
leuk
aardig
mooi
duur
veel

Slide 3 - Tekstslide

Vergrotende trap
1. - er achter de stellende trap
2. Eindigt de stellende 
      trap op -r
      Dan: -der erachter
      duur - duurder
3. -s  wordt -z
4. -f wordt -v
5. Uitzonderingen! 

Slide 4 - Tekstslide

Overtreffende trap
1. -st achter de stellende trap
2. Uitzonderingen!

Slide 5 - Tekstslide

Schrijf de trappen van vergelijking op van: aardig, boos en chagrijnig

Slide 6 - Open vraag

Bijvoeglijke naamwoorden

Slide 7 - Tekstslide

wat zijn bijvoeglijke naamwoorden?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Video

Wat zijn bijvoeglijke naamwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken

Slide 10 - Quizvraag

bijvoeglijke naamwoorden hebben altijd als laatste letter een "-e"
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Het bijvoeglijk naamwoord: bnw

spelling

bijna altijd eindigt  een bnw  op een -e.

Voorbeelden:

  • De mooie koe
  • Het dikke varken
  • De leuke jongen
  • Het mooie meisje



Slide 12 - Tekstslide

bijv.naamwoorden : verschil in spelling bij de- en het- woorden  

Een bnw krijgt geen -e als: 

 het zelfstandig naamwoord een het-woord is

 en  je 'een'   gebruikt .

  • Het lieve meisje -     maar   een lief meisje
  • Het grote raam -                    een groot raam
  • Het kleine glas -                     een klein glas
  • Het dikke varken -                 een dik varken 

  • De leuke jongen -                  een leuke jongen 








    Slide 13 - Tekstslide

    Wat zijn stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden
    A
    Nylon
    B
    Rode
    C
    Stalen
    D
    Plastic

    Slide 14 - Quizvraag

    Stoffelijk bijvoeglijke naamwoorden
    Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het materiaal , de stof waarvan het gemaakt is.

    Slide 15 - Tekstslide

    stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden

    Let op: Als een bnw een stof aangeeft (dus waar iets van gemaakt is) dan komt er -en achter.

    Voorbeelden:

    • De houten lepel
    • Het gouden horloge
    • De leren broek

    (Heel moderne stoffen krijgen helemaal geen uitgang: 

    een plastic bakje, een polyester boot) .

    Slide 16 - Tekstslide

    Voorbeeld
    • De gouden medaille
    • Het wollen vest
    • Een zijden sjaal

    Slide 17 - Tekstslide

    Oefeningen
    Maak de oefeningen op de volgende slides om te oefenen met bijvoeglijke naamwoorden.

    Slide 18 - Tekstslide

    Slide 19 - Link

    schrijf de 10 woorden op in de goede vorm 
    1. een (moeilijk) opdracht
    2: de (fantastisch) meneer Vos
    3: een(goud) horloge
    4: de (zilver) kandelaar
    5: het(wit) horloge
    6: een(langzaam) werknemer
    7: de (onaardig) verkoopster
    8: het (leer) rokje
    9: het (blauw) rokje
    10: de (oud) collega

    Slide 20 - Tekstslide

    Antwoorden 
    1. moeilijke
    2. fantastische
    3. gouden
    4. zilveren
    5. witte
    6. langzame
    7. onaardige
    8. leren
    9. blauwe 
    10. oude 

    Slide 21 - Tekstslide

    Slide 22 - Link

    Aan de slag
    Maak de opdrachten van de les spelling 
    timer
    20:00

    Slide 23 - Tekstslide

    Samenvatting

    Slide 24 - Tekstslide

    Trappen van vergelijking
    huiswerk check


    Je leert over de spelling van bijvoeglijke naamwoorden 
    theorie spelling blz 154
    controle vragen
    Maak de opdrachten  van de les spelling 
    Samenvatting
    Wat heb je geleerd?
    Maak de opdrachten van de les spelling 

    Slide 25 - Tekstslide

    Wat heb je geleerd?

    Slide 26 - Open vraag