8.2 Nederland en de zee K2

KLAS 2: H8. NEDERLAND IN DE WERELD
8.2 NEDERLAND 
EN DE ZEE
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

KLAS 2: H8. NEDERLAND IN DE WERELD
8.2 NEDERLAND 
EN DE ZEE

Slide 1 - Tekstslide

KLAS 2: H8. NEDERLAND IN DE WERELD
LEERDOELEN 8.2  

Aan het einde van deze paragraaf:    
  • weet je dat duinen, dammen en dijken het deel van Nederland dat onder zeeniveau ligt, beschermen; 
  • begrijp je hoe inklinking in polders en verzilting langs de kust ontstaan en welke gevolgen beide verschijnselen hebben; 
  • weet je hoe de duinen door kustafslag zwakker worden en dat de Deltawerken het zuidwesten van Nederland beschermen tegen overstromingen 
  • kun je uitleggen waarom Nederland het kustgebied ook in de toekomst moet blijven beschermen tegen de zee en dat de zandmotor en zandsuppletie daar geschikte middelen voor zijn




Slide 2 - Tekstslide

Duinen liggen..
A
naast het water
B
in het water

Slide 3 - Quizvraag

Lezen
blz. 137 "De baas over het water"

Slide 4 - Tekstslide

Dammen liggen..
A
naast het water
B
in het water

Slide 5 - Quizvraag

Wat is door de mens gemaakt?
A
Duinen
B
Dijken

Slide 6 - Quizvraag

KLAS 2: H8. NEDERLAND IN DE WERELD
Op welke drie manieren is Nederland beschermd tegen overstromingen van de zee?
  • duinen
  • dijken
  • dammen
     
Dit is nodig want een groot deel van Nederland ligt onder:
  • zeeniveau
     
Hoe blijven polders geschikt voor landbouw en bewoning?
  • Door overtollig water op te vangen in sloten en weg te pompen met gemalen.


Slide 7 - Tekstslide

KLAS 2: H8. NEDERLAND IN DE WERELD
Wat wordt bedoeld met het type polder dat ‘droogmakerij’ heet?
Polder die ontstaan is door het droogpompen van een meer of stuk zee.

Noem twee voorbeelden van droogmakerijen.
  • De Beemster
  • Flevoland


Slide 8 - Tekstslide

KLAS 2: H8. NEDERLAND IN DE WERELD

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

KLAS 2: H8. NEDERLAND IN DE WERELD
Hoe heet het dalen van de bodem doordat het vocht er uit verdwijnt?
  • inklinking
     
Welke twee grondsoorten zijn hier erg gevoelig voor?
  • klei en veen

Naast inklinking zorgt ook het opwarmende klimaat voor een hogere kans op overstromingen. Hoezo?
  • Doordat de zeespiegel stijgt.

Het zouter worden van de bodem heet:
  • verzilting

Slide 11 - Tekstslide

Lezen
blz. 138 "Steeds lager"

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

KLAS 2: H8. NEDERLAND IN DE WERELD
Welk begrip past bij de bovenste foto?
  • kustafslag

Hoe ontstaat kustafslag?
  • Door hoge golven en harde wind
     
Van welke beroemde waterwerken zie je rechtsonder op de foto?
  • de Deltawerken

Wat was de aanleiding tot de bouw van de Deltawerken?
  • De Watersnoodramp in 1953.


Slide 14 - Tekstslide

Lezen
blz. 139 "De kust in gevaar"

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

In welk jaar was de Watersnoodsramp?
A
1951
B
1961
C
1953
D
1963

Slide 17 - Quizvraag

In welke provincie liggen de Deltawerken?
A
Zeeland
B
Noord-Holland
C
Zuid-Holland
D
Flevoland

Slide 18 - Quizvraag

Wijs het gebied aan waar de deltawerken gebouwd zijn:

Slide 19 - Sleepvraag

Dijk
Deltawerken
Stormvloedkering

Slide 20 - Sleepvraag

Welke bescherming is natuurlijk en welke bescherming is door mensen gemaakt?
Natuurlijk
Door mensen gemaakt
De dam
De dijk
De deltawerken
De duinen

Slide 21 - Sleepvraag

Lezen
blz. 140 "Beschermen in de toekomst"

Slide 22 - Tekstslide

KLAS 2: H8. NEDERLAND IN DE WERELD
Noem drie redenen waarom het risico op een overstroming van zee steeds groter wordt.
  • klimaatverandering
  • inklinking
  • kustafslag
     
Welke twee manieren van kust-bescherming zie je op de foto’s hiernaast?
Boven:
  • zandsuppletie
Onder:
  • de zandmotor


Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Link

Wanneer er zand op het strand of op de zeebodem vlak voor de kust wordt bijgespoten, heet dit..
A
Zandsupletie
B
Zandmotor

Slide 25 - Quizvraag

KLAS 2: H8. NEDERLAND IN DE WERELD
Huiswerk:
leren 8.2 
maken 8.2 opdr 1 t/m 8 en de herhaling opdr 1 t/m 3

Let op bij vraag 3 gebruik je atlaskaart 12


Slide 26 - Tekstslide