LJ2: H8 - Nederland in de wereld (t/m 8.2)

KLAS 2: H8. NEDERLAND IN DE WERELD
KLAS 2 HOOFDSTUK 8:
NEDERLAND IN DE WERELD
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

KLAS 2: H8. NEDERLAND IN DE WERELD
KLAS 2 HOOFDSTUK 8:
NEDERLAND IN DE WERELD

Slide 1 - Tekstslide

KLAS 2: H8. NEDERLAND IN DE WERELD
8.2 NEDERLAND 
EN DE ZEE

Slide 2 - Tekstslide

KLAS 2: H8. NEDERLAND IN DE WERELD
LEERDOELEN 8.2  
Aan het einde van deze paragraaf:  
 
  •  weet je dat duinen, dammen en dijken het deel van Nederland dat onder zeeniveau ligt, beschermen;
     
  • begrijp je hoe inklinking in polders en verzilting langs de kust ontstaan en welke gevolgen beide verschijnselen hebben;
     
  • weet je hoe de duinen door kustafslag zwakker worden en dat de Deltawerken het zuidwesten van Nederland beschermen tegen overstromingen
     
  • kun je uitleggen waarom Nederland het kustgebied ook in de toekomst moet blijven beschermen tegen de zee en dat de zandmotor en zandsuppletie daar geschikte middelen voor zijn




Slide 3 - Tekstslide

Op welke manier is Nederland beschermd tegen overstromingen van de zee?

Slide 4 - Open vraag

Waarom is dit nodig in Nederland?

Slide 5 - Open vraag

Duinen liggen..
A
naast het water
B
in het water

Slide 6 - Quizvraag

Dammen liggen..
A
naast het water
B
in het water

Slide 7 - Quizvraag

Wat is door de mens gemaakt?
A
Duinen
B
Dijken

Slide 8 - Quizvraag

KLAS 2: H8. NEDERLAND IN DE WERELD
Nederland is op 3 manieren beschermd tegen de zee:
  • duinen
  • dijken
  • dammen
     
Dit is nodig want een groot deel van Nederland ligt onder:
  • zeeniveau



Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

KLAS 2: H8. NEDERLAND IN DE WERELD
Droogmakerij = Polder die ontstaan is door het droogpompen van een meer of stuk zee

Sloten vangen het water op

Gemaal pompt dat terug naar de rivier


Slide 11 - Tekstslide

Wat is droogmakerij?
A
Het bouwen van een terp zodat je huis droog blijft
B
Polder ontstaan door droogpompen van een meer of stuk zee
C
Als een rivier overstroomt is wordt het water weggepompt naar de zee

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de functie van een gemaal?
A
Boeren gebruiken dit om het land te vermalen
B
Om hoog en laag water met elkaar te verbinden
C
Pompt water uit sloten terug naar de rivier

Slide 13 - Quizvraag

KLAS 2: H8. NEDERLAND IN DE WERELD

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Ook onze bodem zakt maar door 

'Heel Holland Zakt'

Slide 16 - Tekstslide

KLAS 2: H8. NEDERLAND IN DE WERELD
inklinking:
Hoe heet het dalen van de bodem doordat het vocht er uit verdwijnt?


  • Vooral bij grondsoorten klei en veen 
 
 

Slide 17 - Tekstslide

Wat is inklinking?
A
De bodem daalt doordat er vocht uit gaat
B
De bodem stijgt doordat er vocht in gaat
C
De bodem wordt droger doordat er zout in zit

Slide 18 - Quizvraag

Bij welke grondsoorten zie je dit vooral?
A
Zand en klei
B
Zand en veen
C
Klei en veen

Slide 19 - Quizvraag

Naast inklinking zorgt ook het opwarmende klimaat voor een hogere kans op overstromingen. Hoezo?

Slide 20 - Open vraag

Aan de slag
BK: vanaf blz 121, 1 t/m 4
KGT: vanaf blz 136, 1 t/m 5
Klaar? Herhaling


Slide 21 - Tekstslide

KLAS 2: H8. NEDERLAND IN DE WERELD
LEERDOELEN 8.2  
Aan het einde van deze paragraaf:  
 
  •  weet je dat duinen, dammen en dijken het deel van Nederland dat onder zeeniveau ligt, beschermen;
     
  • begrijp je hoe inklinking in polders en verzilting langs de kust ontstaan en welke gevolgen beide verschijnselen hebben;
     
  • weet je hoe de duinen door kustafslag zwakker worden en dat de Deltawerken het zuidwesten van Nederland beschermen tegen overstromingen
     
  • kun je uitleggen waarom Nederland het kustgebied ook in de toekomst moet blijven beschermen tegen de zee en dat de zandmotor en zandsuppletie daar geschikte middelen voor zijn




Slide 22 - Tekstslide

Wat is inklinking?
A
De bodem daalt doordat er vocht uit gaat
B
De bodem stijgt doordat er vocht in gaat
C
De bodem wordt droger doordat er zout in zit

Slide 23 - Quizvraag

Bij welke grondsoorten zie je dit vooral?
A
Zand en klei
B
Zand en veen
C
Klei en veen

Slide 24 - Quizvraag

https://schooltv.nl/video-item/het-ontstaan-en-de-inrichting-van-nederland-de-zuiderzeewerken-en-de-deltawerken

Slide 25 - Tekstslide

KLAS 2: H8. NEDERLAND IN DE WERELD
Welk begrip past bij de bovenste foto?
  • kustafslag

Hoe ontstaat kustafslag?
  • Door hoge golven en harde wind
     
Van welke beroemde waterwerken zie je rechtsonder op de foto?
  • de Deltawerken

Wat was de aanleiding tot de bouw van de Deltawerken?
  • De Watersnoodramp in 1953.


Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

In welk jaar was de Watersnoodsramp?
A
1951
B
1961
C
1953
D
1963

Slide 28 - Quizvraag

In welke provincie liggen de Deltawerken?
A
Zeeland
B
Noord-Holland
C
Zuid-Holland
D
Flevoland

Slide 29 - Quizvraag

Wijs het gebied aan waar de deltawerken gebouwd zijn:

Slide 30 - Sleepvraag

Dijk
Deltawerken

Slide 31 - Sleepvraag

Welke bescherming is natuurlijk en welke bescherming is door mensen gemaakt?
Natuurlijk
Door mensen gemaakt
De dam
De dijk
De deltawerken
De duinen

Slide 32 - Sleepvraag

KLAS 2: H8. NEDERLAND IN DE WERELD
Noem drie redenen waarom het risico op een overstroming van zee steeds groter wordt.
  • klimaatverandering
  • inklinking
  • kustafslag
     
Welke twee manieren van kust-bescherming zie je op de foto’s hiernaast?
Boven:
  • zandsuppletie
Onder:
  • de zandmotor


Slide 33 - Tekstslide

Wanneer er zand op het strand of op de zeebodem vlak voor de kust wordt bijgespoten, heet dit..
A
Zandsupletie
B
Zandmotor

Slide 34 - Quizvraag

KLAS 2: H8. NEDERLAND IN DE WERELD
Aan de slag
BK: vanaf blz 126, 5 en 6
KGT: vanaf blz 139, 6 t/m 8

Klaar?
Maken herhaling en verdieping 8.2
óf
Maak extra opdracht (bonuspunt mapcijfer): Collage
timer
10:00

Slide 35 - Tekstslide

Opdracht collage
● Zoek 8 afbeeldingen die passen bij de leerstof die in dit hoofdstuk/paragraaf behandeld is.
● Maak er een mooie collage van. Online of 
● Zet bij elke afbeelding welk(e) begrip(pen) erbij passen.
● Kies 2 afbeeldingen waarbij jullie een stukje tekst schrijven. Alsof het een foto uit de krant is waarbij wat extra uitleg gegeven wordt. De tekst hoeft niet langer dan 4 zinnen te zijn.

Slide 36 - Tekstslide