Examen schrijven 2F

Examen Schrijven 2F
Deze les testen jullie je kennis over het examen schrijven.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Examen Schrijven 2F
Deze les testen jullie je kennis over het examen schrijven.

Slide 1 - Tekstslide

Een zakelijke e-mail is
A
formeel.
B
informeel.

Slide 2 - Quizvraag

Een zakelijke e-mail stuur je
A
naar je beste vrienden.
B
naar bedrijven of instellingen.
C
naar je klanten.
D
naar familie.

Slide 3 - Quizvraag

Bij een zakelijke e-mail gebruik je:
A
je, jij
B
u
C
kan allebei

Slide 4 - Quizvraag

Je hebt een laptop gekocht en hebt hierover een klacht. Je schrijft een e-mail waarin je de klacht uitlegt en om een oplossing vraagt. Schrijf het onderwerp op.
Onderwerp: ?

Slide 5 - Open vraag

Wat is een juiste aanhef bij een zakelijke e-mail?
A
Hoi Karin,
B
Hallo neef!
C
Geachte heer/mevrouw,
D
Beste heer, mevrouw,

Slide 6 - Quizvraag

Hoe eindig je een zakelijke brief
of e-mail?
A
Met vriendelijke groet,
B
Groetjes,
C
Nou, tot ziens dan maar!
D
Hoogachtend,

Slide 7 - Quizvraag

Je schrijft de zakelijke e-mail aan de klantenservice van de Hema. Hoe begin je?
A
Geachte klantenservice,
B
Geachte Hema,
C
Geachte heer/mevrouw,
D
Geachte medewerker,

Slide 8 - Quizvraag

Een zakelijke e-mail begint met 'Hoi Karin Smit'. Dit is geen goede aanhef voor een zakelijke e-mail. Schrijf hieronder de juiste aanhef op.

Slide 9 - Open vraag

Een zakelijke e-mail eindigt met 'Groeten, Frits de Jong'. Dit is geen goede groet voor een zakelijke e-mail. Schrijf hieronder de juiste groet op.

Slide 10 - Open vraag

Hieronder vind je een sleepvraag over de voorbereiding voor het schrijven van een e-mail. Sleep de antwoorden naar de juiste kolom.

Slide 11 - Tekstslide

Voorbereiden
Schrijven
Controleren
Aan wie schrijf je de e-mail?
Let op alinea's en witregels
Is de boodschap duidelijk?
Wat wil je bereiken?
Is de samenhang duidelijk?

Slide 12 - Sleepvraag

Examenopdracht lezen

Situatie:
Je hebt met je familie een pretpark bezocht en jij hebt tijdens het uitje foto’s gemaakt met een camera. Toen je een attractie instapte, moest je de camera afgeven aan een attractiemedewerker. Die legde hem voor je weg. Maar toen je de camera weer terugkreeg na het ritje, bleek de camera stuk te zijn. Jij hebt dit meteen aan de attractiemedewerker verteld. Hij werd boos en zei dat het je eigen schuld was.
Eenmaal thuis lees je op de website van het pretpark dat schade toegebracht door medewerkers van het pretpark wordt vergoed (zie bron). Je wilt graag een vergoeding voor de kapotte camera. De camera kostte € 270,-.
Opdracht:
Schrijf een e-mail aan het pretpark. Licht de situatie toe. Beschrijf ook de reactie van de
attractiemedewerker en geef je mening daarover. Geef in de e-mail aan welke vergoeding je minimaal verwacht. Gebruik minimaal 200 en maximaal 250 woorden.


Slide 13 - Tekstslide

Samen opstellen
Aan:
Onderwerp:


Slide 14 - Tekstslide

Hoe ziet de opbouw van een artikel eruit?

Slide 15 - Open vraag

inleiding
kern
slot
uitleggen hoe de sleutelbos eruit ziet en drie kenmerken geven van de sleutelbos
hoe mensen contact kunnen opnemen
twee plekken waar je hebt gezocht
waar en wanneer je je sleutelbos hebt gezien
twee redenen waarom je je sleutelbos snel terug moet hebben
uitleggen waarom je dit bericht schrijft

Slide 16 - Sleepvraag

Je leest een oproep in een de Telegraaf waarin lezers worden uitgenodigd mee te doen aan een schrijfwedstrijd. Lezers worden opgeroepen een artikel over vriendschap in te sturen.

Welke titel geef je je artikel?

Slide 17 - Open vraag

Het artikel dat je gaat schrijven over vriendschap is informerend. Je gaat het hebben over wat is vriendschap, je moet twee voordelen geven van een goede vriendschap en je eigen ervaring delen over vriendschap. Schrijf de inleiding.

Slide 18 - Open vraag

Wat weet je over tekstverbanden en signaalwoorden?

Slide 19 - Open vraag

Nog vragen?
Zo niet, heel veel succes met voorbereiden!

Slide 20 - Tekstslide