H14 Circulatie - 14.4+14.5

H14 
Circulatie
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H14 
Circulatie

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

14.4 
Bloedstolling

Slide 3 - Tekstslide

Iemand met bloedarmoede heeft te weinig...
A
Zuurstof in zijn bloed
B
Voedingsstoffen in zijn bloed
C
Hemoglobine in zijn bloed
D
Bloed

Slide 4 - Quizvraag

Dit bloedbestanddeel speelt een belangrijke rol bij de bloedstolling:
A
Rode bloedcel
B
Bloedplaatje
C
Witte bloedcel

Slide 5 - Quizvraag

Bloedplaatjes
  • Bloedstolling
  • Kleven vast aan beschadigde wand
  • Vallen uiteen en stoffen komen vrij
  • Samen met fibrinogeen en stollingsfactoren bloedplasma
  • Protrombine omgezet in trombine
  • Fibrinogeen omgezet in fibrine

Slide 6 - Tekstslide

Sommige rattenverdelgingsmiddelen bevatten stoffen die bloedstolling tegengaan.
Op welke eiwit kan deze gifstof inwerken?
Gebruik je Binas.

Slide 7 - Open vraag

14.5 
Hart en bloedsomloop
  • bouw van het hart
  • dubbele en enkele bloedsomloop
  • foetale bloedsomloop

Slide 8 - Tekstslide

Open bloedsomloop
Gesloten bloedsomloop

Slide 9 - Tekstslide

Enkelvoudige bloedsomloop
Dubbele bloedsomloop

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Welke bloedsomloop wordt beschreven? Hart - Slagaders - Alle organen - Aders - Hart
A
kleine bloedsomloop
B
grote bloedsomloop

Slide 12 - Quizvraag

Welke bloedsomloop begint in de linkerharthelft?
A
Grote Bloedsomloop
B
Kleine Bloedsomloop

Slide 13 - Quizvraag

In welke bloedsomloop wordt zuurstof opgenomen in het bloed en koolstofdioxide afgegeven?
A
Grote bloedsomloop
B
Kleine bloedsomloop

Slide 14 - Quizvraag

Bij een dubbele bloedsomloop gaat een rode bloedcel van voet naar hersenen, ? keer door het hart?
A
1
B
2
C
3
D
0

Slide 15 - Quizvraag

Tijdens een operatie is een patiënt aangesloten op een hart-longmachine. De taak van welke bloedsomloop wordt overgenomen door de machine?
A
Alleen de kleine bloedsomloop
B
Alleen de grote bloedsomloop
C
Zowel de kleine als de grote bloedsomloop

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

In de afbeelding zie je het hart met enkele bloedvaten

Sleep de bloedvaten naar de juiste namen.
Kransslagader
bovenste holle ader
aorta
Longslagader
longader

Slide 18 - Sleepvraag

Slide 19 - Tekstslide

Een glucosemolecuul wordt in de darmen opgenomen en gaat uiteindelijk naar hersenen. Via welke bloedvaten gaat dit molecuul achtereenvolgens:
poortader
halsslagader
rechterboezem
linkerboezem
leverhaarvaten
rechterkamer
linkerkamer
longslagader
longader
onderste holle ader
aorta
leverader
longhaarvaten
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13

Slide 20 - Sleepvraag

Voor geboorte
Na geboorte

Slide 21 - Tekstslide