Basisstof 5.5 Gedrag

Basisstof 5.5 
Gedrag
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Basisstof 5.5 
Gedrag

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
Doel
Vorige les
Voorkennis
Instructie
Een opdracht samen
Kleine afsluiting
Zelfstandig werken
Les afsluiten 

Slide 2 - Tekstslide

Doel
Je kunt aan het einde van de les in eigen woorden beschrijven hoe een bewuste reactie ontstaat en het gedrag erbij beschrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Vorige les
Wat weet je nog van het oog?

Slide 4 - Tekstslide

Waar zitten je oog kassen? (meerdere antwoorden zijn goed)
A
In je schedel.
B
In je heup.
C
In je hoofd.
D
in je scheenbeen.

Slide 5 - Quizvraag

Het ......... ............. is het witte gedeelte van het oog?
A
Het zachte vlies
B
Het harde vlies
C
Het hoorn vlies
D
Het iris gedeelte

Slide 6 - Quizvraag

Hoe heet het zwarte gedeelte in het oog?
A
puppy
B
publiek
C
pupil
D
wimpers

Slide 7 - Quizvraag

Als je bijziend bent dan zie je ver weg het beste of juist niet.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Voorkennis
Wat weet ik al van gedrag? Wat betekent dan in combinatie met Biologie?

Slide 9 - Tekstslide

Bewuste reactie
Stoppen voor het rode licht is een bewuste reactie. Je kiest ervoor om iets te doen. 
Een prikkel is dus iets waar een zintuig op reageert. 
Er zijn verschillende prikkels: iemand kan honger krijgen en gaat eten. honger is een prikkel van het lichaam. er zijn ook prikkels van buiten het lichaam. de geur van vers gebakken brood. een prikkel van buiten je lichaam neem je waar je met zin tuigen. 

Slide 10 - Tekstslide

Respons
Je hersenen sturen impulsen naar je spieren. Je reageert op een prikkel (rode stoplicht) een reageert op een prikkel is een respons.  

Slide 11 - Tekstslide

Gedrag
alles wat een mens en dier doet is gedrag. gedrag bestaat uit  reactie op prikkels. dus stoppen voor een rood stoplicht is gedrag (je doet iets) en door rood rijden is ook iets. 
filmpje: https://schooltv.nl/video-item/prikkels-in-de-klas-tast 
https://schooltv.nl/video-item/clipphanger-wat-doet-alcohol-met-je#q=wat%20is%20alcohol 
 

Slide 12 - Tekstslide

Handelingen
Dingen die je doet noem je handelingen. 
voorbeelden zijn: zitten, staan, lopen, slapen, naar iets kijken. Gedrag bestaat uit handelingen. 
Je kunt zelf bepalen welk gedrag je laat zien. dit is altijd een keuze. 

https://schooltv.nl/video-item/hersenschade-door-alcoholgebruik-wat-doet-alcohol-met-je-hersenen 
https://schooltv.nl/video-item/hersenen-en-alcohol-het-effect-van-alcohol-op-je-hersenen 
https://schooltv.nl/video-item/het-syndroom-van-korsakov-als-je-te-veel-alcohol-drinkt-beschadigen-je-hersens

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Slide 15 - Video

Aangeboren gedrag
Jonge katjes voeden zich door te zuigen aan te tepel van de moeder. Dit kunnen ze meteen nadat ze geboren zijn. Daarom is het aangeboren gedrag. Dit hebben de kittens niet eerst geleerd. 

Slide 16 - Tekstslide

Aangeleerd gedrag
Veel gedrag van mensen en dieren ontstaan door te leren. 
Voorbeeld mens: een peuter leert om met een lepel te eten
Voorbeeld dier: een kat leert om zijn behoefte te doen in de kattenbak. 
Dit gedrag is aangeleerd. 

Slide 17 - Tekstslide

Waarden en normen
Waarden: dit zijn dingen die mensen belangrijk vinden in het leven. 
Voorbeelden: eerlijkheid, respect, rechtvaardigheid en vrijheid. 
Normen: zijn gedragsregels. 
Voorbeelden: je mag niet stelen.
Ongeschreven regels: het staat niet vast gelegd maar mensen verwachten wel dat je het doet. Voorbeeld: je staat op in de bus voor een oudere dame of een hoog zwangere vrouw. 
normen en waarden horen bij elkaar: eerlijkheid (waarde) , je mag niet stelen,(norm) door de waarden en normen te noemen kunnen mensen beter samenleven

Slide 18 - Tekstslide

Een opdracht samen

vraag 1:
THEMA 5 WAARNEMING EN GEDRAGBASISSTOF 5

1 De jongen in afbeelding 1 ziet dat het stoplicht op rood gaat.
a Vul de juiste woorden in. Gebruik daarbij: hersenen – prikkel – waarnemen –
zenuwen – zintuigen. zet de woorden op de juiste plek. 

Slide 19 - Tekstslide

Kleine afsluiting

Kan iedereen aan de slag?

Slide 20 - Tekstslide

Zelfstandig werken

Blz. 94 t/m 100
timer
35:00

Slide 21 - Tekstslide

Les afsluiten 
Hoe ging het werken?
Doel behaald?
wat ging er goed tijdens de les
wat kan er een volgende les beter?

Slide 22 - Tekstslide