Historische vaardigheden - oefenen met bronnen beoordelen.

Historische vaardigheden
Spotprenten en gebruik van bronnen. 
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Historische vaardigheden
Spotprenten en gebruik van bronnen. 

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Leer jij...


  • Drie stappen om bronnen te beoordelen op bruikbaarheid en betrouwbaarheid.
  • De stappen toepassen op bronnen.

Slide 2 - Tekstslide

Historische vaardigheden
Bruikbare bronnen, zijn bronnen die informatie geven voor het onderzoek dat de historicus doet. Hoe bepaal je dat?

  • Stap 1: De betekenis van een bron. Achterhalen wat voor soort bron het is; wie de bron heeft gemaakt en in welke periode de bron is gemaakt.

  • Stap 2: Betrouwbaarheid van een bron. Verdraait de maker de gebeurtenis? 

  • Stap 3: Representativiteit van een bron. Geeft de bron een goede indruk van het geheel? Benadert de bron een gebeurtenis op een manier zoals het ook in andere bronnen is beschreven of geldt de mening uit die bron voor meer mensen.

Voor hulp vragen zie H2 P6: Historische vaardigheden - Oefenen met spotprenten

Slide 3 - Tekstslide

Zelf proberen

Slide 4 - Tekstslide

Stap 1
De betekenis van een bron. 


  • Achterhalen wat voor soort bron het is?
  • Wie de bron heeft gemaakt?
  • In welke periode de bron is gemaakt?
Tekening van een Nederlandse vrouw gemaakt in een Japans concentratiekamp.

Slide 5 - Tekstslide

Stap 2
Betrouwbaarheid van een bron

  • Wie is de maker? 
  • Wanneer is de bron gemaakt? 
  • Met welk doel is de bron gemaakt?  
  • Voor wie is de bron gemaakt? 
  • Onder welke omstandigheden is de bron gemaakt?

  • Betrouwbaar ja of nee? 
Tekening van een Nederlandse vrouw gemaakt in een Japans concentratiekamp.

Slide 6 - Tekstslide

Stap 3
Representativiteit van een bron.

  • Zijn er meerdere bronnen die dezelfde gebeurtenis beschrijven? Meerdere teksten en/of voorwerpen

  • Zijn er meerdere bronnen die dezelfde gebeurtenis anders beschrijven? 

  • Geldt de mening uit die bron voor meer mensen?
Tekening van een Nederlandse vrouw gemaakt in een Japans concentratiekamp.

Slide 7 - Tekstslide

Nabespreken

Slide 8 - Tekstslide

Stap 1
De betekenis van een bron. 


  • Achterhalen wat voor soort bron het is?
  • Wie de bron heeft gemaakt?
  • In welke periode de bron is gemaakt?
 ‘Hello boys, ik kom even bemiddelen’ (L.J. Jordaan 1947)

Toelichting: Luitenant-gouverneur-generaal H.J. van Mook (midden) was als hoogste Nederlandse bestuurder in Nederlands-Indië betrokken bij de onderhandelingen met Soekarno (links).

Slide 9 - Tekstslide

Stap 2
Betrouwbaarheid van een bron
  • Wie is de maker? 
  • Wanneer is de bron gemaakt? 
  • Met welk doel is de bron gemaakt?  
  • Voor wie is de bron gemaakt? 
  • Onder welke omstandigheden is de bron gemaakt?
 ‘Hello boys, ik kom even bemiddelen’ (L.J. Jordaan 1947)

Toelichting: Luitenant-gouverneur-generaal H.J. van Mook (midden) was als hoogste Nederlandse bestuurder in Nederlands-Indië betrokken bij de onderhandelingen met Soekarno (links).

Slide 10 - Tekstslide

Stap 3
Representativiteit van een bron.

  • Zijn er meerdere bronnen die dezelfde gebeurtenis beschrijven? Meerdere teksten en/of voorwerpen

  • Zijn er meerdere bronnen die dezelfde gebeurtenis anders beschrijven? 

  • Geldt de mening uit die bron voor meer mensen?

Slide 11 - Tekstslide

Nabespreken

Slide 12 - Tekstslide