Basisstof 2: Het verteringsstelsel

Thema 3: Vertering
Basisstof 2: Het verteringsstelsel
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 3: Vertering
Basisstof 2: Het verteringsstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Voorkennis
  • Leerdoelen doornemen
  • Uitleg basisstof 2
  • Aan het werk
  • Verwerking

Slide 2 - Tekstslide

Voorkennis
Wat: Opdracht 1 van werkblad vertering
Hoe: Fluisteren met je buur
Tijd: 10 minuten
Hulp: Kijk in je boek/BINAS, raadpleeg je buur of steek je vinger op
Klaar: Je mag alvast aan opdracht 2 beginnen
Uitkomst: Opdracht 1 is af en ingeleverd

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kan ik...
  • De bouw, werking en functies van de verteringsorganen van de mens beschrijven, én de relatie herkennen tussen de bouw en hun functie;
  • De verschillen en overeenkomsten herkennen tussen organen en orgaanstelsels van de mens, en van verschillende diersoorten.

Slide 4 - Tekstslide

Het darmkanaal
In het darmkanaal worden voedingsstoffen afgebroken tot verteringsproducten (kleine moleculen) en opgenomen in het bloed.
  • Darmperistaltiek (duwt voedsel door je darmkanaal)
  • Verteringssappen (gemaakt door verteringsklieren)
  • Mechanische vertering (door je gebit en darmperistaltiek)
  • Chemische vertering (bewerking door enzymen)

Slide 5 - Tekstslide

Mond- en keelholte
  • Snij- en hoektanden: voedsel afbijten
  • Kiezen: voedsel kauwen/malen
  • Speeksel komt bij het voedsel, amylase verteert zetmeel)
  • De huig sluit de neusholte af bij slikken;
  • Het strottenhoofd sluit de luchtpijp af bij slikken.
  • Voedsel gaat de slokdarm in

Slide 6 - Tekstslide

De maag
  • Maagsap komt bij het voedsel: eiwitten worden verteerd door pepsine;
  • Maagsap bevat zoutzuur: doodt bacteriën;
  • Maagportier laat kleine beetjes voedsel door naar de twaalfvingerige darm.

Slide 7 - Tekstslide

Twaalfvingerige darm
Eerste deel van de dunne darm
  • 12 vingerbreedtes lang (20 - 25 cm)
  • Gal en alvleessap komen bij de voedselbrij
  • Gal emulgeert (in kleine stukjes knippen) vetten;
  • Alvleessap verteert vetten, koolhydraten en eiwitten

Slide 8 - Tekstslide

Kijk in je BINAS. Welke enzymen bevat alvleessap?

Slide 9 - Open vraag

Twaalfvingerige darm/lever
Gal wordt gemaakt in de lever en opgeslagen in de galblaas.
  • Galkleurstoffen: afbraakproducten dode rode bloedcellen (bruine kleur ontlasting);
  • Galzouten emulgeren vetdruppels

Slide 10 - Tekstslide

Dunne darm/dikke darm/endeldarm
In de dunne darm worden de verteringsproducten opgenomen.
  • De wand is sterk geplooid
  • Bevat darmvlokken (oppervlaktevergroting)
  • Darmsap komt bij de voedselbrij
In de dikke darm wordt water onttrokken aan de voedselbrij
In de endeldarm wordt voedsel tijdelijk opgeslagen tot de anus zich ontspant (poepen).

Slide 11 - Tekstslide

Vertering bij dieren
Eencelligen nemen door fagocytose voedsel op.
  • Door voedingsvacuolen (intracellulaire vertering)

Eenvoudige meercelligen hebben een maag-darmholte.
  • extracellulaire vertering

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Aan het werk!
Wat: Basisstof 1 en 2 van thema 3
Hoe: Voor jezelf of fluisteren met je buur
Tijd: 15 minuten
Hulp: Kijk in je boek/BINAS, raadpleeg je buur of steek je vinger op
Klaar: Lees basisstof 3 van thema 3, en kijk je opdrachten na
Uitkomst: Basisstof 1 en 2 van thema 3 zijn af

Slide 15 - Tekstslide